Herstellen, verstellen, afstellen

Iemand vroeg me laatst hoe mijn nieuwe kamer bevalt. Ik gaf als antwoord dat ik nog niet zo vaak thuis was geweest als ik had gewild, omdat ik tóch weer allerlei onderzoekjes in het ziekenhuis had gehad. Als respons kreeg ik dat het herstellen dan dus misschien toch wat langer ging duren dan we hadden gedacht. Hoe goed dit ook bedoeld was, en hoe goed ik deze reactie snap, was dit voor mij niet helemaal de waarheid. Ik weet namelijk dat ik nog een jaar niet mezelf kan zijn. Ik zit nog tot juni aan de pillen. Sterker nog, de komende vijf jaar word ik er om de zoveel maanden tijdens mijn controles aan herinnerd dat er een weeffoutje in mijn sterren zat. En de komende tijd zal ik elke dag mezelf verdrietig in de spiegel aankijken, verlangend naar mijn mooie, lange, bruine, oude haar. De koning, de paus, de Dalai Lama, wie dan ook zou me drie keer kunnen vertellen dat ze het goed vinden staan. Maar ik zie geen pittig, kort kapsel. Ik zie geen "stoere" vrouw. Ik zie onmacht. Ik zie haar waar ik niets mee kan en waar ik me niet achter kan verschuilen. Ik zie ontevredenheid. Ik zie niet mezelf.
Morgen begint mijn eerste tentamenweek sinds voorjaar 2014. Ik ben tot nu toe naar alle colleges geweest. Nou ja, behalve dan die paar toen ik zo erg de griep had. Die keer dat ik met 39 graden koorts op bed lag, omdat mijn immuunsysteem zo slecht functioneert. Voor de rest heb ik alles bijgewoond. Hoewel, die keren dat ik naar het ziekenhuis moest voor mijn gehoor, bloedcontroles, scan, kno-onderzoeken, echo's en puncties kon ik er natuurlijk ook niet zijn. Ik heb geteld, en bij elkaar zijn dat zo'n twaalf colleges die ik heb gemist. Ik heb per week zes colleges. Dit betekent dus dat ik twee hele weken aan colleges heb gemist, allemaal door de ziekte die mij maar niet achter zich kan laten. Maar ik heb dus gedaan wat ik kon: ik ging naar college wanneer ik er was en hield mijn werk bij. Dat wil zeggen, ik maakte met moeite alle wekelijkse opdrachten. Maar wanneer ik thuis kwam van een dagje college was ik zo bekaf, zo gesloopt, dat al dat leeswerk er niet meer van kwam. Ik zag letterlijk scheel van de vermoeidheid. En nu spit ik dus vanaf 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in de Universiteitsbibliotheek door mijn boeken, samenvattingen en aantekeningen, in de hoop dat er iets blijft hangen. Maar eigenlijk ben ik begonnen aan een avontuur dat ik nog helemaal niet aan kan. Ik blijf verstellen, bijstellen - hopend dat als ik maar iets eerder ga slapen, iets minder dingen doe, iets beter mijn best doe, alles lukt.
Vorige week had ik een echo en een punctie, omdat er weer van alles aan de hand is. Of eigenlijk niet, maar de scans en echo's laten "iets" zien, en bij gebrek aan een definitie van "iets" worden allerlei tests uit de kast gehaald. Better be safe than sorry. En daar lag ik dan, bij de echo-meneer. In m'n hoofd ging ik terug naar 13 januari van dit jaar. Toen lag ik er precies zo bij in het Antoni van Leeuwenhoek. Wachtend op de echo-meneer en de naald die een biopt van een opgezwollen klier ging nemen. Toen wist ik de uitslag al voordat de naald überhaupt mijn nek had aangeraakt. Van de week wist ik even helemaal niets meer. Al die tests die ik moet ondergaan terwijl ik vanaf het begin al roep dat er niets aan de hand is voelen als een ondermijning. Alsof niemand in mij wil geloven zoals ik in mij geloof. En door al die tests, die ineens oplichtende scans en dikke klieren opleveren, ga ik ook ineens twijfelen of ik wel in mij geloof. En het gekke is, dit is misschien nog niet eens het ergste. Ik ben 22 en heb dit helemaal alleen moeten doen. Althans, mijn ouders waren er, mijn hele familie was een grote steun, en ook mijn vriendinnen ben ik eeuwig dankbaar. Maar er was geen vriend die me hielp toen ik moest kiezen tussen mijn vruchtbaarheid en mijn gezondheid. Er was geen leuke jongen die zei: "Ja, je ziet er niet uit zonder haar, maar toch vind ik je leuk." En dus besloot ik de sprong in het diepe te wagen van de week en - ja, ik weet het, zo gaat dat tegenwoordig, vreselijk - iemand via Facebook een vriendschapsverzoek te sturen in de hoop op een berichtje en een kopje koffie. Met de billen bloot (wacht, niet de koffie, maar de actie om het verzoek te sturen natuurlijk). En na drie dagen is daar nog niet op gereageerd. Mijn vriendinnen zeggen dat ik me niet zo druk moet maken. "Grow a vagina" is zelfs voorbij gekomen. Maar dat zijn mooie vriendinnen, met haar tot op hun kont, en - de meesten - met een leuke kerel die van ze houdt. En ik hou ook van ze. Maar god, als ze toch eens wisten hoe ik me voel. Noem me een aansteller, maar wanneer je een blauw loopt (ik vond "blauwtje" niet dramatisch genoeg) ga je al snel aan jezelf twijfelen. En ik twijfel eraan of ik dat een man - welke man dan ook - wel kan aandoen, die rugzak die ik bij me heb. Is het wel eerlijk om daar een jongen mee op te zadelen? Om maar te zwijgen over - daar is ie weer! - m'n haar. Vandaag liep ik over de campus, met m'n hoofd gebogen, frutselend aan m'n haar, kijkend naar de meiden die voor me liepen met hun lange manen. Wat ik niet zou geven voor mooie, lange haren. En de strepen en littekens die de chemo hebben achtergelaten op mijn lichaam mogen ook wel verdwijnen. Misschien dat ik me dan zeker kan gaan voelen.
Het echte beter zijn stel ik zeker niet af. Maar misschien moet het doen alsof alles normaal is, alsof ik normaal ben, maar wel afstellen. En dan stellen we het zijn van mezelf uit. Voor heel eventjes maar, hoor.

1 reactie

Ach lieverd, het zal je niet veel helpen, maar ik zie een prachtige vrouw op de foto en naar mijn gevoel zal het niet eens zo heel erg lang duren voor het dekseltje zich bij je meldt. Zomaar, op een dag, vanuit het niets zal hij daar staan. Je hoeft niet te zoeken lieverd, hij is er al en hij zal je vinden. Zo'n prachtige vrouw, zo'n kanjer kun je toch immers niet voorbij lopen?! Dikke kus en heel veel liefs, Rita.
Laatst bewerkt: 05/07/2017 - 19:14