"Ik geloof dat ik denk dat ik het gevoel heb dat ik ben waar ik moet zijn."

Het is grauw buiten. Langs het treinraam lopen dikke druppels. Ik rij langs Arnhem Presikhaaf, als ik me niet vergis, en voel me crea. Vandaar deze diepzinnige inleiding. Ik voel me alsof ik in een videoclip zit. Of een televisiedrama, waarin mijn personage dromerig naar de regen staart. Op de achtergrond klinken Johnny Cash en The Eagles door m'n oordopjes. Ik voel me moe. Mijn rode bloedcellen zijn nog wat van slag en dat merk ik. Ik voel me onzeker, een beetje bang zelfs. Nog een paar nachtjes slapen en ik laat weer alles achter me wat in de afgelopen 18 maanden mijn wereld is geweest. Maar bovenal voel ik me niet ziek.
Op 28 april 2015 werd ik opgenomen voor de Terminator-kuur. Die another day. Hasta la pasta, kankercellen. Nou, dat heb ik geweten. Na een prachtige lange lijn in m'n nek te hebben gekregen ingeplugd en zes dagen lang elke dag dat smerige goedje naar binnen gepompt te krijgen, kon ik niet meer eten. FYI, I now look fabulous en 15 kilo lichter. Kan het echter niemand aanraden. Maar hier wilde ik het niet over hebben. De BEAM-kuur was niet het hoogtepunt van m'n jaar, maar ach, dat ligt nu achter me. Het gaat om wat voor me ligt.
Soms vergeet ik dat 25 maart 2014 al bijna anderhalf jaar geleden is. Dat ik al anderhalf jaar niet meer studeer. Niet meer op mezelf woon en af en toe een biertje ga drinken met vriendinnen. Dat ik al anderhalf jaar geen pizza meer als ontbijt neem - gewoon, omdat het kan en omdat m'n moeder er niets van zegt: omdat ik volwassen ben en een eigen plekje heb. (Misschien verklaart dat ook wel een beetje de 15 kilo...) Maar het belangrijkste waaraan ik steeds meer elke dag word herinnerd is dat ik weer moet gaan leren vooruit kijken. En dat is ijzingwekkend. Benauwend. En alle andere synoniemen die te vinden zijn van "angstaanjagend." Ik heb anderhalf jaar geleefd met niet het oog op morgen, maar de blik op vandaag. Ik weet dat "carpe diem" en "pluk de dag" ontzettend afgezaagd zijn, maar dat was mijn leven. We wisten niet wat er morgen ging gebeuren: hoe ik me voelde, of ik weer een afspraak ergens had, een onverwacht bultje dat moest worden nagekeken, een paar buisjes bloed laten aftappen. Het was misschien een geweldige dag om even met opa in het bos te gaan lopen. Misschien voelde ik me zo fijn dat ik een taart ging bakken, of op stap ging met vriendinnen. Of het was algehele misère. Een ding wist je zeker: je wist het maar nooit. Het motto was bij ons inmiddels "we kijken dan even hoe Nikki zich voelt" geworden. "Zullen we van de week een bakkie doen?" "Nou... We kijken dan wel even hoe Nikki zich voelt,ok?!" "Heb jij nog plannen voor 't weekend?" "Nee, we moeten even kijken hoe Nikki zich voelt." Niet alleen op mij kon je niet rekenen, maar dus ook niet op m'n ouders. Voor de mensen die hierdoor quality time met ze zijn misgelopen: sorry, mijn schuld, ik was onbetrouwbaar en onberekenbaar.
En toen was het juli 2015. Plots ging ik me beter voelen. Ik kon weer stukjes fietsen en wandelen. Ik kon weer mensen ontvangen. M'n haar begon weer te groeien, ook in m'n gezicht, dus ik zag er weer ietwat fatsoenlijk uit met wat wimpers en iets wat leek op wenkbrauwen. Nog steeds maakte ik me niet erg druk om morgen, want ik kon nog steeds omslaan en m'n hele dag in bed moeten doorbrengen. En dus genoot ik van de vooruitgang, met stille hoop dat morgen nog meer vooruitgang zou bieden. Maar morgen kroop wel langzaam m'n gedachten in, tot het plots augustus was. En met augustus kun je meerdere associaties hebben: zomer, warmte, Uitmarkt, zonnebrand. Maar bij mij gingen alle alarmbellen af. Augustus: einde van de vakantie - de maand die voorafgaat aan september. Ik moest nog zoveel doen: ik had me inmiddels al ingeschreven voor Communicatiewetenschap aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, en had hier en daar een kijkavondje bezocht, maar ik had geen idee van wat voor me lag. Ik had nog geen vaste kamer, ik had nog niemand over de studie gesproken - en zou dus niet weten waar ik op 1 september heen zou moeten gaan - ik had nog niet eens nagedacht over boeken, om maar te zwijgen over collegegeld, studiefinanciering en gratis reizen. PANIEK.
Inmiddels is het nog vier nachtjes slapen en heb ik het meeste redelijk op een rijtje, inclusief de dwangmatige mantra "maak je niet druk, komt goed, blijf ademhalen." Maar aan het idee en concept "vooruit kijken" zal ik nog even moeten wennen en werken.
Afgelopen vrijdag zat ik in het wachtkamertje van de studieadviseur me voor te bereiden op het gesprek dat we gingen houden. Over de afgelopen maanden, maar vooral over de aankomende tijd. En terwijl ik daar zat te wachten, keek ik om me heen naar de pamfletten en folders over de studie, masters en stages en ik dacht voor het eerst in een lange, lange tijd: "Ik geloof dat ik denk dat ik het gevoel heb dat ik ben waar ik moet zijn."

1 reactie

Jeetje meis, wat heb jij heel veel meegemaakt de afgelopen periode. Ik kan me heel goed voorstellen dat het vreemd is om aan morgen te denken, na zo'n lange tijd alleen maar in het moment te hebben geleefd. Hoe geweldig moet dan nu het gevoel zijn dat je bent waar je nu zijn moet. Het vertrouwen in je lijf zal nog wat meer tijd en vooral wat meer goede uitslagen nodig hebben, maar verdikkie meid, dit ongelooflijk zware traject ligt achter je en geniet van je nieuwe studie...je hebt er heel erg hard voor geknokt en dubbel en dwars verdiend! Heel veel liefs, Rita.
Laatst bewerkt: 05/07/2017 - 19:14