Panic! At the disco
Ongekend was het. Ik had al gedoucht en ook m'n make-up had ik al opgesmeerd - en die zat perfect, al zeg ik het zelf. Ik liep naar beneden (want ik heb zowaar een slaapzolder met trap in mijn kamer) met de intentie om mijn kleding aan te trekken en op weg naar de universiteit te gaan. Die dag had ik twee deadlines- één om kwart voor twee en één om negen uur 's avonds - waar ik enorm tegenaan hikte. Ik had maandag en dinsdag al de hele dag in de bieb gezeten en naar een wit word-document gestaard, om vervolgens maar een lijstje bij de Top 2000 in te zenden en nog een kop koffie met een lieve vriendin te doen. Ook in de avonden hield ik mijn kop er niet bij: maandag heb ik het haar van een aspirant van mijn dispuut geverfd (no worries, het was geen nare ontgroening maar iets wat ze zelf wilde; ze is nu prachtig chocolade-bruin) en heb ik daarna een dispuutsgenootje met haar sinterklaasgedicht geholpen, en dinsdag ben ik wijn met een vriendin van de oude studie gaan drinken. Klinkt dus als best een paar aardige dagen, als ik het zo opschrijf - hoewel er dus niets van die deadlines kwam. Wel knaagde er al iets aan me. Zo had ik zondag na de verjaardag van mijn nichtje al een klein instortmomentje bij mama gehad - want daar zijn mama's voor en dat kunnen ze teweegbrengen. Ik had al meerdere malen aangegeven dat het niet goed met me gaat, maar na drie tranen was ik dan ook wel klaar met mijn verhaal. En opeens stond ik daar, vorige week woensdag, klaar om naar de campus te gaan en totaal verstijfd in m'n kamer.
Het is voor het grootste gedeelte een zwart gat in mijn geheugen. Ik weet wel waar ik stond in mijn kamer, maar niet precies wat ik deed - volgens mij pakte ik iets van mijn stoel. Maar wat ik vooral nog weet is dat ik bukte om iets te pakken en ineens tranen over mijn wangen voelde lopen. Ik liep naar de wasbak en keek in de spiegel die erboven hing. Tranen stroomden in rap tempo naar beneden, zonder dat ik het idee had dat ik ze zelf produceerde. Het was alsof alleen mijn spiegelbeeld aan het huilen was en ikzelf er louter naar keek. Ik voelde niets, maar kon ook niet stoppen. En toen begon ik het te voelen. Of eigenlijk, juist nog minder. Ik was amper in staat te bewegen, maar begon nu wel met harde halen te janken. Echt janken. Echte hyperventilatie was het niet, maar ik was ook niet rustig te krijgen. Hoe lang dat zo is doorgegaan voor ik mijn moeder belde, weet ik niet. God zij dank is mijn moeder de rust zelve als het aankomt op panieksituaties, en dus wist zij me iets te bedaren (niet veel overigens, er was inmiddels geen houden meer aan). Ze zou me na haar werk op kommen halen. Ik geloof dat ik daarna mijn docenten heb gemaild met de mededeling dat de kans groot was dat ik de deadlines niet ging halen, maar wel probeerde naar college te komen - of andersom - waarna ik door twee vriendinnen gebeld werd. Ik had namelijk aan mijn bestuur en wat vriendinnen doorgegeven dat ik er die dag niet zou zijn, en direct werd ik weer herinnerd aan hoe fijn mijn lieve vriendinnen zijn. Hoe die gesprekken verliepen weet ik ook niet meer precies, ik weet alleen nog dat één vriendin per se wilde langskomen omdat ze zich zo'n zorgen maakte en ik alleen maar alleen wilde zijn. Dus dat heb ik gedaan. Ik heb Gilmore Girls opgezet en ben in bed gaan liggen. Na een halve aflevering was ik zowel gekalmeerd als uitgeput, dus ben ik maar gaan slapen. Ik denk dat mijn "aanval" in totaal een dikke drie kwartier heeft geduurd, hoewel ik er eigenlijk weinig meer van weet en het dus ook langer had kunnen zijn. Dit was tevens het einde van mijn perfecte eyeliner-wing.
Al sinds ik beter ben, ben ik bang geweest voor zo'n zwart gat, een diepe put. Ik had alleen nooit verwacht dat het zich zo zou manifesteren. Ik ben aan het begin van dit jaar al naar mijn huisarts gegaan om een doorverwijzing naar een psycholoog te krijgen. Ik heb toen aan hem uitgelegd dat er veel gebeurd was in de afgelopen tijd - want twee keer kanker in één jaar vond ik toch best veel - en ik bang was voor depressies en andere mentale grapjes. De psychologe waar ik toen naartoe ben gegaan was een erg aardige vrouw. Als ik echter vertelde - en dan niet eens over mijn ziekte maar vooral over mijn jeugd - praatte ze me eigenlijk alleen maar meer twijfels aan. Ik ging daarheen met de gedachte dat ik met m'n ziekte moest dealen maar verder wel in orde was, en vertrok er weer met het idee dat ik eigenlijk al jaren damaged good was. Van de zomer ging het echter goed met me, en dat zag zij ook. Ik kon mijn "bril" afzetten, zoals zij dat noemde, en daardoor neutraler en dus beter met dingen omgaan. Ik was vrolijk en gezond: ik was vooral tevreden. Maar vanaf september merkte ik dat het slechter met me begon te gaan. Ik had het idee dat ik overal een potje van maakte: mijn bestuurstaken, mijn sociale leven en mijn studie. Dus op ons laatste gesprek gaf ik dat aan. Ik dacht dat, zodra ik mijn verhaal had gedaan, ze wel zou merken hoe slecht het met me ging en nog wat sessies met me zou inplannen. Helaas werd mij slechts geadviseerd eens over yoga na te denken, want naast mijn onvruchtbaarheid waren mijn problemen vooral met mannen en vriendinnen, toch?!
En nu heb ik hem toch echt bereikt, die put. Of ik al op de bodem ben durf ik niet te zeggen, maar ik denk het niet. Wel weet ik dat ik soms maar met moeite mijn bed uit kan komen. En dan mezelf wel naar de universiteit weet te slepen - maar wel veel te laat - waar ik vervolgens een dag verpest met koffie drinken en naar m'n scherm staren, niet in staat echt werk te verzetten. Dat ik ineens begin te huilen als ik iets te veel gedronken heb - iets wat ik anders nooit doe en alleen toeschrijf aan de typische blonde dispuutsmeisjes die alleen Passoã jus en zoete witte wijn drinken. Dat ik een puinhoop maak van mijn aantekeningen, mijn kamer en de keuken: mijn rommelige hoofd wordt in alles gereflecteerd. En dat ik inmiddels niet eens meer kan liegen dat het goed met me gaat. Ook denk ik te weten dat het erger kan. Dat ik de lat voor mezelf veel te hoog leg en eigenlijk nog niet eens zo slecht presteer wat betreft studie en mijn sociale leven. Ik weet dat ik een enorme mazzelaar ben: ik ben (semi)gezond, heb de meest geweldige vriendinnen ter wereld, ben in staat te studeren en te werken en ik heb genoeg geld om een fijne kamer te kunnen betalen en elke dag goed te kunnen eten. Maar elk klein, nietig dingetje is weer een druppel in die emmer. Elke deadline, iedere afwijzing, elke hobbel in de weg - zelfs een romantische comedy of up-beat lied: ik realiseer steeds meer dat het leven geen film is en het nou eenmaal niet allemaal op rolletjes loopt. En die emmer zit inmiddels zo vol, dat ik alleen nog kan zien wat er in de bovenste laag zit aan problemen en gedoetjes. Maar alle onderliggende frustraties, pijn en verdriet kan ikzelf niet meer benoemen of begrijpen, daarvoor heb ik denk ik hulp nodig. Ik durf niet te spreken van depressie, want ik heb het gevoel dat ik daarmee mensen ondermijn, dat het altijd erger kan. Maar ik durf wel te zeggen dat er iets moet gaan veranderen, want ik herkende mezelf woensdag niet meer. Ook in het stuk dat ik nu schrijf herken ik mezelf niet, wat een klaagzang, zeg. Hopelijk krijg ik voor kerst een ladder om uit de put te klimmen, hoewel de gezelligheid en liefde me waarschijnlijk ook best goed zullen doen. En misschien krijg ik nog voor 2017 dan toch nog iets wat lijkt op een mooi film-einde. Gewoon, zonder gemiemel en met heel veel geluk.
Het is voor het grootste gedeelte een zwart gat in mijn geheugen. Ik weet wel waar ik stond in mijn kamer, maar niet precies wat ik deed - volgens mij pakte ik iets van mijn stoel. Maar wat ik vooral nog weet is dat ik bukte om iets te pakken en ineens tranen over mijn wangen voelde lopen. Ik liep naar de wasbak en keek in de spiegel die erboven hing. Tranen stroomden in rap tempo naar beneden, zonder dat ik het idee had dat ik ze zelf produceerde. Het was alsof alleen mijn spiegelbeeld aan het huilen was en ikzelf er louter naar keek. Ik voelde niets, maar kon ook niet stoppen. En toen begon ik het te voelen. Of eigenlijk, juist nog minder. Ik was amper in staat te bewegen, maar begon nu wel met harde halen te janken. Echt janken. Echte hyperventilatie was het niet, maar ik was ook niet rustig te krijgen. Hoe lang dat zo is doorgegaan voor ik mijn moeder belde, weet ik niet. God zij dank is mijn moeder de rust zelve als het aankomt op panieksituaties, en dus wist zij me iets te bedaren (niet veel overigens, er was inmiddels geen houden meer aan). Ze zou me na haar werk op kommen halen. Ik geloof dat ik daarna mijn docenten heb gemaild met de mededeling dat de kans groot was dat ik de deadlines niet ging halen, maar wel probeerde naar college te komen - of andersom - waarna ik door twee vriendinnen gebeld werd. Ik had namelijk aan mijn bestuur en wat vriendinnen doorgegeven dat ik er die dag niet zou zijn, en direct werd ik weer herinnerd aan hoe fijn mijn lieve vriendinnen zijn. Hoe die gesprekken verliepen weet ik ook niet meer precies, ik weet alleen nog dat één vriendin per se wilde langskomen omdat ze zich zo'n zorgen maakte en ik alleen maar alleen wilde zijn. Dus dat heb ik gedaan. Ik heb Gilmore Girls opgezet en ben in bed gaan liggen. Na een halve aflevering was ik zowel gekalmeerd als uitgeput, dus ben ik maar gaan slapen. Ik denk dat mijn "aanval" in totaal een dikke drie kwartier heeft geduurd, hoewel ik er eigenlijk weinig meer van weet en het dus ook langer had kunnen zijn. Dit was tevens het einde van mijn perfecte eyeliner-wing.
Al sinds ik beter ben, ben ik bang geweest voor zo'n zwart gat, een diepe put. Ik had alleen nooit verwacht dat het zich zo zou manifesteren. Ik ben aan het begin van dit jaar al naar mijn huisarts gegaan om een doorverwijzing naar een psycholoog te krijgen. Ik heb toen aan hem uitgelegd dat er veel gebeurd was in de afgelopen tijd - want twee keer kanker in één jaar vond ik toch best veel - en ik bang was voor depressies en andere mentale grapjes. De psychologe waar ik toen naartoe ben gegaan was een erg aardige vrouw. Als ik echter vertelde - en dan niet eens over mijn ziekte maar vooral over mijn jeugd - praatte ze me eigenlijk alleen maar meer twijfels aan. Ik ging daarheen met de gedachte dat ik met m'n ziekte moest dealen maar verder wel in orde was, en vertrok er weer met het idee dat ik eigenlijk al jaren damaged good was. Van de zomer ging het echter goed met me, en dat zag zij ook. Ik kon mijn "bril" afzetten, zoals zij dat noemde, en daardoor neutraler en dus beter met dingen omgaan. Ik was vrolijk en gezond: ik was vooral tevreden. Maar vanaf september merkte ik dat het slechter met me begon te gaan. Ik had het idee dat ik overal een potje van maakte: mijn bestuurstaken, mijn sociale leven en mijn studie. Dus op ons laatste gesprek gaf ik dat aan. Ik dacht dat, zodra ik mijn verhaal had gedaan, ze wel zou merken hoe slecht het met me ging en nog wat sessies met me zou inplannen. Helaas werd mij slechts geadviseerd eens over yoga na te denken, want naast mijn onvruchtbaarheid waren mijn problemen vooral met mannen en vriendinnen, toch?!
En nu heb ik hem toch echt bereikt, die put. Of ik al op de bodem ben durf ik niet te zeggen, maar ik denk het niet. Wel weet ik dat ik soms maar met moeite mijn bed uit kan komen. En dan mezelf wel naar de universiteit weet te slepen - maar wel veel te laat - waar ik vervolgens een dag verpest met koffie drinken en naar m'n scherm staren, niet in staat echt werk te verzetten. Dat ik ineens begin te huilen als ik iets te veel gedronken heb - iets wat ik anders nooit doe en alleen toeschrijf aan de typische blonde dispuutsmeisjes die alleen Passoã jus en zoete witte wijn drinken. Dat ik een puinhoop maak van mijn aantekeningen, mijn kamer en de keuken: mijn rommelige hoofd wordt in alles gereflecteerd. En dat ik inmiddels niet eens meer kan liegen dat het goed met me gaat. Ook denk ik te weten dat het erger kan. Dat ik de lat voor mezelf veel te hoog leg en eigenlijk nog niet eens zo slecht presteer wat betreft studie en mijn sociale leven. Ik weet dat ik een enorme mazzelaar ben: ik ben (semi)gezond, heb de meest geweldige vriendinnen ter wereld, ben in staat te studeren en te werken en ik heb genoeg geld om een fijne kamer te kunnen betalen en elke dag goed te kunnen eten. Maar elk klein, nietig dingetje is weer een druppel in die emmer. Elke deadline, iedere afwijzing, elke hobbel in de weg - zelfs een romantische comedy of up-beat lied: ik realiseer steeds meer dat het leven geen film is en het nou eenmaal niet allemaal op rolletjes loopt. En die emmer zit inmiddels zo vol, dat ik alleen nog kan zien wat er in de bovenste laag zit aan problemen en gedoetjes. Maar alle onderliggende frustraties, pijn en verdriet kan ikzelf niet meer benoemen of begrijpen, daarvoor heb ik denk ik hulp nodig. Ik durf niet te spreken van depressie, want ik heb het gevoel dat ik daarmee mensen ondermijn, dat het altijd erger kan. Maar ik durf wel te zeggen dat er iets moet gaan veranderen, want ik herkende mezelf woensdag niet meer. Ook in het stuk dat ik nu schrijf herken ik mezelf niet, wat een klaagzang, zeg. Hopelijk krijg ik voor kerst een ladder om uit de put te klimmen, hoewel de gezelligheid en liefde me waarschijnlijk ook best goed zullen doen. En misschien krijg ik nog voor 2017 dan toch nog iets wat lijkt op een mooi film-einde. Gewoon, zonder gemiemel en met heel veel geluk.
5 reacties
Lieve Nikki, Ik hoop toch dat je psycholoog jou wat serieuzer gaat nemen. En met iets meer kan komen dan yoga. Hoewel ik denk dat fijne vriendinnen, waarbij je je ei kwijt kan, misschien wel meer steun kunnen geven. Hopelijk slepen zij je er een beetje doorheen als je het zwaar hebt. En ga je dan niet schuldig voelen. That is what friends are for. Jij zou dat ook voor hun doen.
Hoewel je de laatste jaren genoeg hebt meegemaakt om depressief over te worden of dat je hersens de stress moeten verwerken, (stress geeft een enorme optater aan de hersenen) is het ook belangrijk om andere oorzaken uit te sluiten. Vitamine B12 gebrek kan ook depressieve gevoelens veroorzaken. Misschien is het goed om met je huisarts te overleggen of bloedonderzoek nodig is om te kijken of je geen vitamine tekort hebt o.id. Wellicht ook een idee om te kijken of je geen overvolle agenda hebt. En drukke of studie-activiteiten goed af te wisselen met rustige dingen, zoals wandelen of niets doen om je kop leeg te maken.
Heel veel sterkte Nikki met het leeg gooien van die overvolle emmer en hopelijk krijg je snel de door jou gewenste ladder.
het is ook niet niks om op zo jonge leeftijd al mee te moeten maken...iets wat je verleden en toekomst ontzettend beïnvloed
Het lijkt mij dat een psycholoog die zelf een dergelijke ervaring aan de lijfe heeft ondervonden alleen jou kan begrijpen/volgen
Je hebt het weer schitterend verwoord en geeft heel duidelijk aan waar de zorg op dit moment te kort schiet...
de geestelijke zorg voor mensen die een ervaring hebben als de jouwe
Goeds en Groet, Gerrit
De een zit zus in elkaar en de ander zo. Dat geldt niet alleen voor degene die hulp zoeken maar ook voor de hulpverleners. Jij hebt het niet getroffen met de match. Vraag als het kan naar een andere hulpverlener waar je nu in behandeling ben of ga naar gespecialiseerde hulp zoals het Helen Downing Instituut https://www.hdi.nl/ Via een lotgenotengroep kun je ook contact zoeken maar dat is soms lastiger omdat je dan ook de sores van een ander hoort. Je kunt ook vragen of er iemand met je meegaat naar je huidige psycholoog om je te helpen aan te geven wat er nu speelt en wat voor hulp je zoekt.
Qua kanker heb ik niet meegemaakt wat jij op je bord hebt gehad maar ik heb me wel totaal niet begrepen gevoeld door de ziekenhuispsycholoog. Ik heb andere hulp die beter bij me paste gezocht en gevonden. Ik ben wel blij te lezen dat je vriendinnen en je moeder je wel snappen en serieus nemen.
Uit ervaring weet ik dat je juist instort als het allemaal achter de rug is en het leven "gewoon" verder gaat terwijl er voor jou niks meer gewoon is alleen al door het feit dat je kanker hebt gekregen. Met de juiste hulp vind je je weg weer terug.
Toitoi,
Dorothé