Wel blijven praten, maar niet te veel vertellen
Kanker is niet mijn "dingetje." Ik ben niet de ziekte en zo wil ik dus ook niet gezien worden. Daarom vermijd ik het zoveel ik kan in gesprekken, vooral met nieuwe mensen. Maar sinds ik die piraten-snee in mijn nek heb, kom ik er vaak niet meer onderuit. "Ik heb me gesneden met scheren," geef ik vaak als antwoord wanneer iemand vraagt wat ik heb. Sommige mensen snappen dan dat ik er niet verder over wil praten. Één iemand geloofde me zelfs. Maar anderen kunnen het niet laten gaan. Wanneer ik het idee heb dat iemand te vertrouwen is, durf ik er nog wel over te elaboreren (tot op zeker hoogte). Als ik weet dat ik iemand toch nooit meer zie (of er lekker mee kan choqueren), vind ik het soms ook niet erg om erover te praten. En zo af en toe, wanneer ik een wijntje of biertje te veel op heb, glipt het er ook nog wel eens uit. Ik denk dat ik dit doe om mensen een beetje af te schrikken. Ik ben nog steeds zo onzeker over mezelf en de sporen die kanker bij me heeft achtergelaten, dat ik soms misschien hoop dat mensen er bang van worden en me met rust laten. Helaas is dit niet altijd het geval. Sterker nog, de meeste mensen vinden het des te interessanter, waardoor ik een hele avond over mezelf sta te praten. Achteraf voel ik me dan stom: dit is juist niet wat ik wilde. Want door al dat gepraat over mezelf ben ik toch weer dat meisje dat kanker heeft gehad. Naast dat ik niet het meisje met kanker wil zijn, wil ik al helemáál niet het meisje zijn dat alleen maar over zichzelf kan praten. En toch is vrijwel alles waar mensen over beginnen terug te koppelen aan mijn ziekte. Wanneer iemand zegt "ik ben zo moe," of "ik moest laatst bloed laten prikken" denk ik al meteen: "ja, ja, ik ken het." Bij gesprekken over hoe dingen tegenzitten en mensen zich down voelen of met iemand zouden moeten praten, hoor ik mezelf zeggen: "heel herkenbaar, vooral blijven praten." En zodra zulke opmerkingen mijn mond verlaten, maak ik mensen nieuwsgierig. Waarom ben ik altijd zo moe? Waarom heb ik zoveel ervaring met bloedprikken, naalden en ziekenhuizen? Waarom zou ik down zijn en naar een psycholoog gaan?
Afgelopen weekend was weer zo'n weekend. Bij het stappen vroeg een jongen naar m'n nek. Hij lachte om mijn baard-gerelateerde opmerking en vroeg toen waarom mijn haar zo kort was. "Shit," dacht ik nog, "hij heeft me door." En daar kwam de spraakwaterval. Achteraf gezien was het toeval dat hij nou net naar die twee dingen vroeg en had hij helemaal geen vermoedens. En toch heb ik de hele tijd staan praten en uitleggen. Nu, twee dagen later, zit ik op de campus aan een opdracht te werken. Lichamelijk, althans, want m'n kop is er weer niet bij. "Oh ja, ik heb toen dat gezegd... Dat had ik echt niet moeten doen," galmt de hele dag al door mijn hoofd. Telkens weer die gedachte: waarom heb ik zoveel gezegd, zoveel verteld? Tegelijkertijd vraag ik mezelf continu af waarom ik me hier zo druk om maak. Er zijn mensen die het veel meer opblazen, adverteren, posten en telkens ter sprake brengen. Waarom voel ik me dan zo'n aanstelster als ik besluit het met iemand te delen? Vind ik hun ook aanstellers dan? Welnee, live and let live, moeten ze lekker doen. Maar waarom voelt het voor mij dan niet goed? Want erover praten is overduidelijk onontkoombaar, aangezien ik deze gedachtes zo vaak heb. Ik roep keihard dat ik er niet te veel over wil praten (mijns inziens "zeuren"), maar kan het niet helpen mensen er toch over te vertellen en me er vervolgens slecht bij te voelen.
Ondanks dat ik samen met een psycholoog hieraan werk - deze gedachtes en mijn gehele mindset - krijg ik het niet uit mijn systeem. Is dit typisch voor kankerpatiënten? Of voor vrouwen (die alles analyseren)? Of is dit typerend voor mij? Erger nog, ik krijg totaal geen antwoorden wanneer ik mensen vraag of ze het niet erg vinden. Althans, die krijg ik wel, maar ik wil ze niet geloven. Of ik krijg de kans niet meer om ernaar te vragen. Ik kan me niet voorstellen dat iemand tegen mij (een kankerpatiënt - en met dat soort moet je natuurlijk heel voorzichtig zijn anders breken ze...) zou zeggen: "ja, je praat inderdaad wel veel erover, ik had liever ook nog wat ruimte gehad om over mezelf te praten." Of nog erger: "ik vond je eerst wel leuk, maar toen je er maar zo over doorzeurde was ik het wel een beetje zat."
Ik doe telkens zo mijn best om er niet te veel over te praten. Ik heb ook het idee dat dat aardig lukt, want de gedachte dat ik teveel heb gezegd komt gelukkig niet heel vaak voor. Toch was er laatst een jongen die me erop wees. We hadden het over gezamenlijke vrienden die ook kanker hebben gehad, en hoe grappig het was om te zien hoe wij alledrie er anders mee omgingen. De één stak d'r kop in het zand, de ander plande heel veel en was overal goed op voorbereid. Ik zei dat ik dacht dat ik er open in ben zodra er naar gevraagd wordt. Zijn antwoord: "maar jij praat heel graag over je ziekte." Mijn reactie was dat ik er vaak met hém over praat, omdat hij er vaak naar vraagt. Ik ben het daar nog steeds mee eens, maar ben wel meer gaan nadenken of er niet een kern van waarheid in zijn opmerking zit. Doe ik dan toch datgeen waar ik zo voorzichtig mogelijk mee om ga? Heb ik hier totaal geen controle over? Wanneer ga ik eindelijk klaar zijn met dat eeuwige gepieker over hoe het was en hoe het nu is, met welke riemen ik moet roeien nu een deel van mijn lichaam niet meer doet wat het altijd deed? Hoe lang gaat het nog duren voordat ik het zo verwerkt heb, dat het helemaal niet meer ter sprake komt?
Stom genoeg deed ik van het weekend hetgeen waar ik bang voor ben dat mensen bij mij doen zodra ze van mijn ziekte horen. Ik kreeg medelijden met de jongen die vertelde dat zijn moeder het ook heeft en het niet goed gaat. Ik heb dit herhaaldelijk aangegeven. Ik heb meerdere keren gezegd: "oh wat erg voor je!" Meerdere keren! Vaak begon ik die zin met: "we hebben net afgesproken dat ik niet zielig ben en geen medelijden wil, maar wat vreselijk voor je." In deze zin erkende ik dus dat mensen míj niet zielig mogen vinden. Maar als de hypocriet die ik ben ga ik wel medelijden lopen hebben met anderen. En nu loop ik dus al twee dagen te tobben over mijn aandachttrekkerij, als de piekeraar die ik ben. Ik moet dit gaan leren loslaten. Wat zou het allemaal toch makkelijker zijn als ik nooit kanker had gehad.
Afgelopen weekend was weer zo'n weekend. Bij het stappen vroeg een jongen naar m'n nek. Hij lachte om mijn baard-gerelateerde opmerking en vroeg toen waarom mijn haar zo kort was. "Shit," dacht ik nog, "hij heeft me door." En daar kwam de spraakwaterval. Achteraf gezien was het toeval dat hij nou net naar die twee dingen vroeg en had hij helemaal geen vermoedens. En toch heb ik de hele tijd staan praten en uitleggen. Nu, twee dagen later, zit ik op de campus aan een opdracht te werken. Lichamelijk, althans, want m'n kop is er weer niet bij. "Oh ja, ik heb toen dat gezegd... Dat had ik echt niet moeten doen," galmt de hele dag al door mijn hoofd. Telkens weer die gedachte: waarom heb ik zoveel gezegd, zoveel verteld? Tegelijkertijd vraag ik mezelf continu af waarom ik me hier zo druk om maak. Er zijn mensen die het veel meer opblazen, adverteren, posten en telkens ter sprake brengen. Waarom voel ik me dan zo'n aanstelster als ik besluit het met iemand te delen? Vind ik hun ook aanstellers dan? Welnee, live and let live, moeten ze lekker doen. Maar waarom voelt het voor mij dan niet goed? Want erover praten is overduidelijk onontkoombaar, aangezien ik deze gedachtes zo vaak heb. Ik roep keihard dat ik er niet te veel over wil praten (mijns inziens "zeuren"), maar kan het niet helpen mensen er toch over te vertellen en me er vervolgens slecht bij te voelen.
Ondanks dat ik samen met een psycholoog hieraan werk - deze gedachtes en mijn gehele mindset - krijg ik het niet uit mijn systeem. Is dit typisch voor kankerpatiënten? Of voor vrouwen (die alles analyseren)? Of is dit typerend voor mij? Erger nog, ik krijg totaal geen antwoorden wanneer ik mensen vraag of ze het niet erg vinden. Althans, die krijg ik wel, maar ik wil ze niet geloven. Of ik krijg de kans niet meer om ernaar te vragen. Ik kan me niet voorstellen dat iemand tegen mij (een kankerpatiënt - en met dat soort moet je natuurlijk heel voorzichtig zijn anders breken ze...) zou zeggen: "ja, je praat inderdaad wel veel erover, ik had liever ook nog wat ruimte gehad om over mezelf te praten." Of nog erger: "ik vond je eerst wel leuk, maar toen je er maar zo over doorzeurde was ik het wel een beetje zat."
Ik doe telkens zo mijn best om er niet te veel over te praten. Ik heb ook het idee dat dat aardig lukt, want de gedachte dat ik teveel heb gezegd komt gelukkig niet heel vaak voor. Toch was er laatst een jongen die me erop wees. We hadden het over gezamenlijke vrienden die ook kanker hebben gehad, en hoe grappig het was om te zien hoe wij alledrie er anders mee omgingen. De één stak d'r kop in het zand, de ander plande heel veel en was overal goed op voorbereid. Ik zei dat ik dacht dat ik er open in ben zodra er naar gevraagd wordt. Zijn antwoord: "maar jij praat heel graag over je ziekte." Mijn reactie was dat ik er vaak met hém over praat, omdat hij er vaak naar vraagt. Ik ben het daar nog steeds mee eens, maar ben wel meer gaan nadenken of er niet een kern van waarheid in zijn opmerking zit. Doe ik dan toch datgeen waar ik zo voorzichtig mogelijk mee om ga? Heb ik hier totaal geen controle over? Wanneer ga ik eindelijk klaar zijn met dat eeuwige gepieker over hoe het was en hoe het nu is, met welke riemen ik moet roeien nu een deel van mijn lichaam niet meer doet wat het altijd deed? Hoe lang gaat het nog duren voordat ik het zo verwerkt heb, dat het helemaal niet meer ter sprake komt?
Stom genoeg deed ik van het weekend hetgeen waar ik bang voor ben dat mensen bij mij doen zodra ze van mijn ziekte horen. Ik kreeg medelijden met de jongen die vertelde dat zijn moeder het ook heeft en het niet goed gaat. Ik heb dit herhaaldelijk aangegeven. Ik heb meerdere keren gezegd: "oh wat erg voor je!" Meerdere keren! Vaak begon ik die zin met: "we hebben net afgesproken dat ik niet zielig ben en geen medelijden wil, maar wat vreselijk voor je." In deze zin erkende ik dus dat mensen míj niet zielig mogen vinden. Maar als de hypocriet die ik ben ga ik wel medelijden lopen hebben met anderen. En nu loop ik dus al twee dagen te tobben over mijn aandachttrekkerij, als de piekeraar die ik ben. Ik moet dit gaan leren loslaten. Wat zou het allemaal toch makkelijker zijn als ik nooit kanker had gehad.
2 reacties
Dit had ik echt even nodig, dankjewel! Ik heb veel respect voor de manier waarop je hiermee omgaat, en ik zal ook nog wel veel te leren hebben. Maar ik zal ook vanaf nu bij elke nieuwe situatie even aan jou en je berichtje denken. Nogmaals dankjewel, hopelijk dringt het nu een keer tot me door als ik het van een ander hoor. Liefs!