Angsthaas
Zaterdagmiddag hebben mijn broertje en ik een afspraak met
twee nichten en een neef. De afspraak komt voort uit het korte weerzien bij de
begrafenis van mijn vader. Als kinderen zagen wij elkaar met enige regelmaat
maar na het verlaten van het ouderlijk huis was er nauwelijks nog contact. Ik
vind het bijzonder dat de draad uit onze kindertijd zonder enige aarzeling weer
opgepakt wordt alsof er niet een volwassen leven van huwelijk, scheiding,
geboorte, dood, ziekte, werk enz. tussen ons in ligt. Kortom, ik beleef een
gouden middag. Op weg naar huis realiseer ik mij dat ik mijn spaarzame energie
voor die dag heb verspeeld. Niemand behalve Lief, ziet hoe groen en geel van
vermoeidheid ik thuis kan komen van een afspraak, al was het nog zo leuk. Ook
na een dutje komt het die dag niet meer goed, sterker nog, na het eten voel ik
mij alsmaar beroerder worden. Reflux steekt weer eens de kop op. De ene keer is
erger dan de andere keer, dit keer word ik echt hondsberoerd. Het is lastig uit
te leggen wat de klachten zijn. Het is een soort algehele malaise waarbij het
gehele spijsverteringskanaal in de contramine lijkt te zijn. Vooral maag en
slokdarm laten van zich horen. Het wordt een moeizame doorwaakte nacht waarin ook
de vermoeidheid een rol speelt.
Wakker liggend in de stille, donkere uren komen
nachtelijke demonen op mij af en laat ik het hoofd hangen. Het hoeft allemaal
niet meer voor mij, zo moe, zo beroerd, laat het stoppen, trek de stekker er
maar uit. Het is genoeg zo. Mijn gedachten draaien in een sombere, negatieve spiraal steeds dieper weg in een sompig moeras. Er blijft niets over van een dappere, wilskrachtige en levenslustige ik. Niets kan mij
opfleuren, niet de eerste tekenen van het komend voorjaar in de vorm van het
gele bolletjes tapijt in onze tuin gevormd door honderden winterakonieten, niet
de vroege bijtjes die ik gesignaleerd
heb, niet de ooievaars klepperend op hun nest. Onze korte vakantie naar Parijs
komend weekend, laat maar. Wat moet ik daar met dit zieke, vermoeide lijf?
Niets wil ik, helemaal niets. Zondagochtend sta ik geradbraakt op en maak ik
voor ik er erg in heb ruzie met Lief.
Nu, maandagochtend, kijk ik met verbijstering, onbegrip en
enige gêne terug op mijn demonen van zaterdagnacht. Ben ik dat, die in een hoekje weggekropen angsthaas? Ga ik zo makkelijk onderuit? Laat ik de moed zo snel
zakken? Wat een flauwekul, er is toch geen reden om zo te somberen? Ja ik ben
ziek maar ik kan toch nog van alles? Ik heb verder toch een goed leven, wat heb
ik te klagen? Dat reisje naar Parijs is toch een heerlijk vooruitzicht? Tjongejonge,
wat kan ik diep zinken.
2 reacties
Maar dan plots .......ja kan ik weer genieten dat ik nog verder mag leven ,en dankbaar ben .
morgen precies 14 jaar geleden werd ik geopereerd ,toch reden tot vreugde ?