Beren
Lief is vrijdagmiddag eindelijk thuisgekomen. Nadat afgelopen zondag door snel ingrijpen van het reanimatieteam een derde hartstilstand was voorkomen, zat de angst bij mij en bij Lief er weer goed in. Medicijnen en een geïmplanteerde ICD moeten een eventuele hartstilstand in de toekomst voorkomen. Een kwestie van vertrouwen. Vertrouwen dat nog moet groeien want eerlijk gezegd zie ik momenteel vooral levensgrote beren op ons pad.
Lief en ik gingen er tot voor kort stilzwijgend vanuit dat ik als eerste zou sterven. De afgelopen weken is duidelijk geworden dat dit een wankele aanname is, gezien ons beider kwetsbaarheid. Meer dan ooit realiseer ik mij hoe zeer Lief de steunpilaar is waarop ik leun. Hij maakt het mogelijk dat ik binnen de beperkingen van mijn ziekte relatief vrij kan bewegen en leven. Sinds wij samen onder één dak wonen, lang voordat ik ziek werd, doet hij de boodschappen en zorgt voor het eten om maar iets te noemen. In tijden dat ik zo ziek was dat ik nauwelijks een hap door mijn keel kreeg, deed hij er alles aan om mij te doen eten. Zijn zorgzaamheid heeft mij altijd als een warme mantel omringd. En nu zijn de rollen omgedraaid. Ik zorg voor hem zo veel ik kan. Lief is gevloerd en uitgeput. Hij slaapt grote delen van de dag en zijn smaak is aangetast. Hij oogt moe, zijn gezicht ingevallen. Ik mis de lichtjes in zijn ogen. Ook mentaal heeft hij een klap te verwerken. Allemaal zeer begrijpelijk, gezien hetgeen hij de afgelopen weken heeft moeten doorstaan.
Ons samenzijn is vanaf dit punt in ons leven in een wankel evenwicht veranderd. Ik mag nu niet ziek worden, moet overeind blijven staan terwijl de afgelopen weken mij meer energie kostten dan ik in mij heb. Doorgaan is het devies. Daar komen de beren langs. Hoe moet het als ik onderuit ga? Hoe houden we ons dan staande? Wie zorgt er dan voor Don Payo, onze nieuwe oude Spaanse viervoeter waar we zoveel plezier aan beleven? En wie neemt de zorg voor mijn moeder over? Hoe doen anderen dat? Mensen die alleen zijn, geen partner hebben om op terug te vallen? Of wel een partner hebben maar daar niet op kunnen leunen. Ik denk aan de vrouw met borstkanker die mij toevertrouwde ‘Als ik er over wil praten, zeggen mijn zoons en man: hou toch eens op over die kanker!’ Hartverscheurend vond ik haar uitspraak.
De beren op mijn pad probeer ik te verjagen. Niet denken aan wat zou kunnen gebeuren en hoe het dan verder moet. Paniek en angst onderdrukken. Leven in het hier en nu. Het is makkelijker gezegd dan gedaan als ik ’s nachts wakker lig en demonen door mijn hoofd spoken.
4 reacties
Je doet het goed omdat het moet en dat doe je heel erg goed!
Het is ook niet niks allemaal. Je zou je zorgen kunnen delen met vertrouwde personen of je huisarts. Enige ondersteuning is misschien wel fijn. Ook al is het alleen om over jouw/jullie nieuwe situatie te praten, over de beren. De tijd zal ook zijn werk doen, meer vertrouwen krijgen, dat gaat dag bij dag. Sterkte en houd moed.
Kon je 's nachts maar je hoofd uitzetten hè.
Zijn er hulptroepen die ingeschakeld kunnen worden? Als je gewend bent alles zelf (met z'n tweeën) te doen, ben je waarschijnlijk ook niet gewend om hulp te vragen. Soms zijn familie of vrienden juist blij wanneer je om hulp vraagt en ze iets voor je kunnen betekenen.
Och hoe zwaar moet dit ineens zijn, ik heb tijdens mijn behandelingen en daarna ook vaak gezegd : hoe doen mensen die er alleen voor staan dit ? Ik hoop dat er mensen om je heen zijn die je kunnen helpen. Neem dat ook aan he!