huisarts

Mijn huisarts is met pensioen gegaan, tijd voor een kennismakingsgesprek met de nieuwe huisarts. Een belangrijk gesprek waaruit moet blijken of zij de aangewezen persoon is om mij te zijner tijd te begeleiden in mijn laatste levenstraject. Ik steek gelijk van wal en stel mijn meest prangende vraag: hoe sta je tegenover euthanasie? Haar antwoord stelt mij gerust, zij, maar ook de andere huisartsen van deze praktijk, staan hier positief tegenover. Terwijl zij doorgaat over het onderwerp en over de mogelijkheid van palliatieve sedatie, bekijk ik deze jonge vrouw aandachtig en realiseer mij dat ik, mocht ik als het zover is voor euthanasie kiezen, eigenlijk het onmogelijke van haar zal vragen. Ik heb van dichtbij gezien wat het met een mens doet die de finale injecties toedient. Dat de doodzieke patiƫnt het zelf wil en opgelucht is dat het eindelijk zo ver is, doet daar niets aan af.
Ik geef haar een korte samenvatting van mijn kankerhistorie en vertel over het bezoek aan dokter P de dag ervoor. Dat de dosering Palbociclib 4 weken geleden verlaagd is naar 75 mg vanwege terugkerende koortsaanvallen. Dat ik mij sindsdien een stuk beter voel. Dat de keerzijde is dat de tumormaker stijgende is maar nog net binnen de norm. Dat ik over 8 weken terug moet komen om te kijken of deze verder stijgt. En dat, mocht dat zo zijn, 2 opties zijn besproken: Palbociclib verhogen naar 100 mg, of overgaan op Xeloda Capecitabine. Ik vertel haar niet hoe zeer ik tegen die laatste optie opzie.
In gedachten zie ik ons van een afstand zitten: twee vrouwen in een anonieme, lichte, witte ruimte, tegenover elkaar met een bureau ertussen. De toon van het gesprek is nuchter, ter zake doende en vriendelijk. Uit niets blijkt hoe emotioneel beladen het onderwerp van gesprek in wezen is.
Dit is de vrouw met wie ik een vertrouwensrelatie zal opbouwen, van wie ik in zekere zin afhankelijk zal worden, die mij zal begeleiden tijdens mijn terminale fase. Ik heb alle vertrouwen in haar, toch zinkt de moed mij in de schoenen.