Improviseren

Op het toneel zitten drie mensen, de oncoloog, mijn lief en ik. Het decor is een spreekkamer. Ik heb de onaangename hoofdrol toebedeeld gekregen. Geen glans en glitter voor deze rol maar medicijnen en infusen, geen rode loper maar ziekenhuisgangen, geen juichende fans maar betrokken vrienden en familie. Mijn lief is mijn tegenspeler, hij speelt zijn rol uiterst consciëntieus en liefdevol. De o zo belangrijke bijrol is weggelegd voor de oncoloog.
Het toneelstuk waarin ik terecht ben gekomen gaat deze week het volgende bedrijf in. De laatst scène van de huidige aflevering heb ik inmiddels zo vaak gespeeld dat ik deze kan dromen:
Stijf van de spanning meld ik mij met mijn lief bij de balie in het ziekenhuis voor de afspraak met de oncoloog. We nemen daarna plaats in de wachtkamer. Als mijn naam omgeroepen wordt, lopen we naar de spreekkamer en nemen plaats tegenover de oncoloog. Hij vraagt “hoe gaat het met u?” en ik antwoord “in gespannen afwachting van de bloeduitslag”.
Stop, hier valt het doek, einde huidig bedrijf. Het volgende bedrijf begint en kan twee kanten opgaan. Het doek wordt opgehaald, de drie spelers zitten nog op dezelfde plek. Scène 1 begint:
Scène 1, versie 1. De oncoloog meldt dat de waarde van de tumormarker nog steeds binnen de norm valt. Ik val stil, moet het goede nieuws laten bezinken. Mijn lief begint opgelucht te snateren en grapjes te maken. De oncoloog neemt ook de andere bloedwaarden met ons door en vraagt nogmaals hoe het met mij gaat. Ik zeg “goed” en vergeet voor even alle pijntjes en de zware vermoeidheid die mij soms teistert. Ik wil opstaan en weggaan maar mijn lief herinnert mij aan het vragenlijstje dat we van tevoren hebben opgesteld. Ik wuif dit weg want van geen belang nu blijkt dat de kankercellen nog steeds onder controle zijn. Na enig aandringen neem ik toch mijn vragenlijstje door maar voordat de oncoloog, die altijd even de tijd neemt om zijn antwoord te formuleren, het woord neemt, heeft mijn lief de eerste vraag al beantwoord. Waarop ik zeg “we hadden afgesproken dat je niet voor je beurt zou spreken”. De drie spelers lachen. De oncoloog neemt de tijd voor ons, pareert de grapjes en opmerkingen van mijn lief met aardige anekdotes. Bij het weggaan begin ik te giechelen als mijn lief mijn jas pakt en deze in al zijn enthousiasme ondersteboven voor mij ophoudt, zo kan ik mijn jas toch niet aandoen! Met twee recepten en een afspraak voor over drie maanden verlaten we opgelucht het ziekenhuis. Ter hoogte van de hoofdingang bel ik mijn ongeruste ouders om het goede nieuws te vertellen.
Scène 1, versie 2. De oncoloog meldt dat de tumormarker is gestegen. Mijn lief en ik horen het te neergeslagen aan. Mijn hand zoekt de zijne. De oncoloog neemt ook de andere bloedwaarden door. Hij meldt dat aanvullend onderzoek nodig is zodat duidelijk wordt wat de verhoging van de tumormaker veroorzaakt. Ik beantwoord de vraag hoe het met mij gaat en raffel mijn vragenlijstje af. Met afspraken voor aanvullende onderzoeken en aansluitend een volgende afspraak met de oncoloog verlaten we stilletjes de spreekkamer. Thuis gekomen raap ik mijzelf bijeen en bel mijn ongeruste ouders om het slechte nieuws te vertellen.
Het script is mij niet voorgelegd bij de toewijzing van de hoofdrol, ik moet veel improviseren en aftasten. Ook dit keer heb ik werkelijk geen idee in welke scène ik terecht zal komen. Wordt vervolgd….