Mijn ouders
“Ik begrijp best dat het lastig is te leven met
ouderdomskwalen maar kom bij mij niet aan met hoe vervelend het is om oud te
zijn. Jullie zijn nog samen, allebei ver in de tachtig en wonen zelfstandig.
Dat is meer dan ik ooit zal bereiken.” Zo, dat is eruit. Mijn vader die net een
klaagzang liet horen over allerlei ongemakken min of meer behorende bij zijn
hoge leeftijd, knikt vriendelijk. Sinds hij hardhorend is, is voor mij niet
duidelijk of hij nog alles hoort of net doet alsof. Bij mijn moeder komt mijn
preek hard aan. Ik zie haar ineenkrimpen terwijl ze thee aan het zetten is met
haar rug naar mij toe. Soms ben ik niet aardig maar ik ben allergisch geworden
voor gejeremieer over ouder worden.
Toen ik 8 jaar geleden hoorde dat ik borstkanker had, heb
ik mijn ouders het slechte bericht telefonisch verteld. Ze wisten niet van de
medische onderzoeken naar aanleiding van een knobbel in mijn borst. Het nieuws
kwam dan ook aan als een donderslag bij heldere hemel. Gedurende het hele
medische traject hebben ze mij en mijn lief zo veel mogelijk bijgestaan. Zeven
dagen na iedere chemokuur kwamen ze even langs. Eerder wilde ik ze niet zien
omdat ik ze de aanblik van hun door de chemokuur onderuit gehaalde dochter
wilde besparen.
Je ouders bellen met de mededeling dat je borstkanker
hebt is één ding, ze moeten vertellen dat de borstkanker uitgezaaid is, is van
een totaal andere orde. Bij deze boodschap is de hoop op genezing volledig
verloren. Het is ook de boodschap dat er een gerede kans bestaat dat je als
ouder, tegen alle natuurwetten in, je kind zult overleven.
Nadat ik van de huisarts gehoord had dat de borstkanker
uitgezaaid was, wilde ik naar mijn ouders om dit loodzware bericht persoonlijk
aan ze te vertellen. Eerst belde ik mijn jongere broer, stelde hem van de
ontwikkelingen op de hoogte en vroeg hem of hij mee wilde naar mijn ouders
zodat ik ze, als mijn lief en ik weer naar huis zouden gaan, niet alleen met
hun verdriet achter hoefde te laten. Gelukkig was mijn broertje voor zijn werk
in de buurt zodat wij even later gedrieën naar mijn ouders reden. Daar
aangekomen troffen wij mijn vader in de woonkamer, mijn moeder lag boven te
slapen. Ze werd wakker van onze stemmen, ik hoorde haar roepen en ging naar
boven. Daar liet ik mij op bed vallen, kroop in haar armen en vertelde het
slechte nieuws. Liggend op bed met haar armen om mij heen liet ik mijn tranen
stromen. “Ach”, zei mijn moeder later “je vader en ik redden het wel, wij zijn
aan het eind van ons leven gekomen, maar hoe moet het met je lief? Hij kan toch
niet zonder jou?”.
Inmiddels zijn we 2 jaar verder, is het stof neergedaald en is er sprake van
een zekere berusting die alleen verstoord wordt in geval van onderzoeken,
lichamelijke klachten of controle bezoek. Ooit was er een tijd dat ik mijn
ouders voorstelde bij mij in de buurt te komen wonen zodat ik voor ze kon
zorgen als dat nodig was. Nu heb ik het er niet meer over want ik kan deze
belofte niet nakomen. En ja, dat doet pijn.
1 reactie
Mijn schoonmoeder zit ook altijd te klagen dat ze nog leeft, eigenlijk als sinds haar man is overleden. Dat wij, kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen dat niet fijn vinden gaat aan haar voorbij.
Ik zie vooral de pijn bij hun als ze weer eens een opmerking maakt.
Tot ik het op gegeven moment zo beu was. Heb haar gezegd dat ik wel zou oud zou willen worden (en dan niets mankeren zoals zij), maar dat dat misschien voor mij niet is weggelegd.
De boodschap is aangekomen, ik hoor ze minder mopperen, in ieder geval niet in mijn aanwezigheid...
groetjes, Doortje