Overuren
De afgelopen week heeft de tweestrijd in mijn hoofd zich
in alle hevigheid voortgezet. Er moet iets veranderen, dat is wel duidelijk. De
extreme vermoeidheid is te groot, te aanwezig. Er moet meer rust komen in mijn
dagelijkse leven maar het is zo vreselijk moeilijk om tempo en activiteiten aan
te passen. Voorheen had ik redelijke goede periodes met soms een paar dagen dat
ik erg moe was, nu is dat volledig omgedraaid: ik ben altijd moe en soms zit er
een dag tussen dat ik mij wat beter voel.
Het kost mij veel moeite om mededogen toe te laten, om
zachter en vriendelijker voor mezelf te zijn. Toch, wil ik mijzelf staande
houden, dan zal ik wel moeten. Iedere ochtend sta ik vol goede moed op, eenmaal
de ochtendrituelen achter de rug, stort ik in en voelt het alsof de energiekoek
voor die dag op is. Het liefst zou ik weer in bed willen kruipen. Echter, als
ik overdag slaap, slaap ik ’s nachts niet goed. Dus dwing ik mijzelf op de been
te blijven. Eens kijken, wat staat er vandaag op het programma:
- was opruimen
- handwasje doen
- tuinronde lopen
- 2 maal wandelen met trouwe viervoeter
- stofzuigen en dweilen
- werk in atelier
- mailtjes schrijven
- blog schrijven
- krant lezen
- salade maken
- verder allerlei kleine dingetjes die ongemerkt gedaan
worden
en als er tijd en energie over is:
- strijken
- boodschappen
- bij zieke vriendin langs
Discussie in hoofd:
‘Dat gaat dus niet lukken, dat is duidelijk.’
‘Belachelijk, het zijn voornamelijk kleine activiteiten, gewoon even
doorzetten.‘ enz enz. Zou ik misschien moe worden van dat continue gekissebis
in mijn hoofd? Rustgevend is het in ieder geval niet.
Vorige week sprak ik een vriendin die mijn
vermoeidheidsverhaal aanhoorde en daar de volgende verklaring voor had: mijn
lijf is inmiddels een kleine 3 jaar, 24 uur per dag hard aan het werk. Het hele
lijf is er op gericht de dagelijkse dosis medicijnen te faciliteren zodat deze
lichaamsvreemde stoffen hun werk kunnen doen. Het bloed en organen als lever en
nieren draaien continu overuren, nooit is er een moment van rust. Zou dat het
zijn? Het klinkt plausibel en als dat het is dan wordt het ook echt tijd
mijzelf te ontzien. Mededogen met een lichaam dat non stop keihard aan het werk
is, daar kan ik mij in theorie wel in vinden, nu de praktijk nog.
3 reacties
Wees vooral lief voor jezelf, we zijn vaak zo hard en eisen vanalles. Als ik je lijstje bekijk is het niet overdreven veel wat je doet, maar ik weet natuurlijk niet hoelang en hoe je de activiteit doet. Of loop je te piekeren, dat kost ook veel energie, maar dat haal ik niet uit de luchtige toon van je blog.
Misschien een bezoekje aan een natuurarts. Die zijn heel goed in het achterhalen van energieslurpers, want daar lijkt het bij jou wel heel erg op.
Lieve groet, Doortje
De bedrijfsarts liet me eens een lijstje maken met activiteiten die energie opleveren en die energie kosten. Tuinieren kost mij energie (3 punten), maar levert ook energie op (4 punten). Mijn schoonmoeder kost alleen energie (5 punten). De krant lezen levert energie op (2 punten).
Het lijstje hebben we vervolgens nooit besproken, door de diagnose waren er andere dingen. Ik zou me kunnen voorstellen dat aan het eind van de dag de balans zou moeten uitslaan naar de positieve kant. Wat huishoudelijke taken kwijtraken zou schelen. Misschien een dag hulp in de huishouding? Al is het één keer in de twee weken.
Wees vooral niet te hard voor jezelf. Die zieke vriendin, dat ben jij ook.
Liefs, Ingrid
Het klopt dat het vooral het moeten en het hard voor mijzelf zijn veel energie kost. Ik ben nu in de leer bij mijzelf om hier de scherpe kantjes van af te slijten. Het idee om bij te houden wat een actie aan energie kost en mij oplevert, spreekt mij wel aan. (Dat van die schoonmoeder herken ik zeer, ik ging de laatste jaren van haar leven dan ook steeds minder naar haar toe, kon het niet meer opbrengen.) Wij hebben een hulp in de huishouding maar toch blijven er altijd nog klusjes over om zelf te doen, zeker met een grote hond in huis. Maar tegenover de energie die de hond kost, staat veel energie die zij oplevert!
Liefs, Josephine