Tranen
Daar staat ze dan, midden op de grote werktafel in mijn
atelier. Verwachtingsvol kijkt zij mij aan, wanneer ga je eens beginnen? Alle
voorbereidingen voor het werk dat ik wil gaan maken zijn getroffen. Maanden
geleden heeft het idee langzaam maar zeker in mijn hoofd vorm gekregen. Daarna
begon het broeden, hoe ga ik het uitvoeren, welke materialen ga ik gebruiken,
welke technische problemen zal ik tegenkomen en hoe ga ik deze oplossen? In
deze periode begint ook het verzamelen en gebruiksklaar maken van de
bouwstenen, de verschillende elementen die ik nodig heb om het werk uit te
voeren. Een eerste start gemaakt, deze om technische redenen afgekeurd. Opnieuw
broeden, nieuwe bouwstenen aangevoerd die het technische probleem ondervangen,
en nu is het dan zover: wat al maanden in mijn hoofd zit, kan ik gaan
uitvoeren. Uren achter elkaar doorwerken zit er niet meer in nu mijn energie zo
beperkt is, al vermoed ik dat deze dame mij ook energie zal opleveren als ik
eenmaal volledig in haar verdiept ben.
In de tijd dat ik nog buitenshuis werkte, nam ik wel eens
vrij om ongestoord door te kunnen werken in mijn atelier. Zo had ik eens een week vakantie genomen om een
soortgelijk project uit te voeren. Het werk dat in mijn hoofd zat was gebaseerd
op het gedicht “Ga nu maar liggen liefste in de tuin” van Rutger Kopland. Alle
voorbereidingen had ik getroffen, ik kon zo aan de slag maar er gebeurde iets
vreemds. Vanaf het moment dat ik begon met de uitvoering van het werk begonnen
de tranen de vloeien, vanuit het niets, onverwacht. Verbaasd bekeek ik mijzelf,
wat was er met mij aan de hand? Vanwaar dit bodemloze verdriet? En waarom nu? Ik
keek nog eens goed naar de blauwdruk van mijn werk en begreep dat ik niet bezig
was met het vormgeven van een gedicht maar dat ik bezig was mijzelf vorm te
geven, ik lag daar op die lege plek in het gras, ik met die borstkanker, ik met
die chemokuren, die bestralingen, die hormoonmedicijnen, ik met die pijn, dat
verdriet, ik met dat alsmaar de kiezen op elkaar houden en doorzetten.
Toen ik dit eenmaal inzag heb ik het gedicht losgelaten en zijn
mijn handen verder gegaan met het vormgeven van mijn lichaam rustend in het
gras. De zware medische behandelingen lagen achter mij, ik hoefde niet meer
sterk te zijn en mocht loslaten. Iedere ochtend wanneer ik het werk oppakte
kwamen de tranen opnieuw. Ik heb ze niet tegengehouden, ik heb mij niet verzet,
blijkbaar was dit mijn manier om die gruwelijk zware periode te verwerken.
1 reactie
Liefs, Doortje