Stadswolf
Er staat een prachtig boeket in de woonkamer. Het boeket
werd van de week met een kaartje bezorgd namens mijn werkgever. Ik stel het
gebaar van de dames directeuren, die mij niet persoonlijk kennen, bijzonder op
prijs.
In oktober ben ik officieel 2 jaar ziek. Omdat ik nu in
de WIA zit, word ik dan ontslagen. Werken kan niet meer, daar heb ik geen
energie meer voor. In de afgelopen 2 jaar heb ik veel afgesloten, afgerond en
opgeruimd. Iets nieuws oppakken, vrijwilligerswerk bijvoorbeeld, durf ik niet.
Mijn gezondheid is te ongewis om mij ergens aan te binden.
Toch ben ik een nieuw project gestart. Sinds kort loopt
er een trouwe viervoeter door ons huis, een ware stadswolf. Na lang zoeken
hebben we een oude hond gevonden, buitengewoon lief en gehoorzaam. Dit is een lang
gekoesterde wens die eindelijk in vervulling is gegaan en een betere hond kan
ik mij niet wensen. Toch werd ik de eerste week dat ze bij ons was overvallen
door paniekaanvallen. Waar ben ik aan begonnen? Ik kan het vertrouwen dat de
hond in mij stelt helemaal niet waarmaken. En ook: ze moet weg! Ik kan dit
niet! Alsof ik het vertrouwen in mezelf heb verloren en er niet meer in geloof
iets tot een goed eind te kunnen brengen. Twee jaar van afscheid nemen en
afsluiten lijkt mijn vermogen om iets nieuws op te pakken behoorlijk ondermijnd
te hebben.
Een bijkomstigheid van deze paniekaanvallen is dat mijn
lief weer volledig doordrongen is van de impact die de kanker op mijn
dagelijkse leven heeft. Niet dat hij vergeten was dat ik ernstig ziek ben maar
ik geloof dat hij zich een beetje in slaap had laten sussen omdat het momenteel
best goed gaat met mij. Overdag ga ik mijn rustige gangetje, ik zie er niet zo
moe en ziekelijk grauw uit als afgelopen winter, kortom het valt nauwelijks op
dat ik kankerpatiënt ben.
Voor buitenstaanders is het feit dat aan de buitenkant niet
te zien is dat ik ziek ben al helemaal lastig te plaatsen. Zo kreeg ik van de
week van iemand te horen “Maar je ziet er goed uit hoor en dat zegt toch wel
alles”. “Nee”, denk ik dan, “dat zegt echt helemaal niets over wat er gaande is
in mijn lijf.” Maar ik zeg het niet hardop want door zo’n goed bedoelde
opmerking voel ik mij in het defensief gedrongen. Als ik uit zou spreken wat ik
denk, geeft mij dat het gevoel dat ik die rottige kanker aan het verdedigen
ben. En als er iets is dat ik echt helemaal niet wil en nooit zal doen, is dat wel
het verdedigen van die ellendige ziekte!
3 reacties
En wat een sterke reactie van je. Blijf er boven staan!
Josephine