Hart- en vaatziekten door doelgerichte therapie
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonDoelgerichte therapie werkt heel gericht tegen de kankercellen. Sommige van deze medicijnen hebben invloed op hart en bloedvaten, en vergroten daardoor het risico op hart- en vaatziekten.
Lees op deze pagina verder over:
- Schade aan hart en bloedvaten door doelgerichte therapie
- Welke doelgerichte medicijnen vergroten de kans op hart- en vaatziekten?
- Hartklachten tijdens een behandeling met doelgerichte therapie
- Hart- en vaatzieken na een behandeling met doelgerichte therapie
Schade aan hart en bloedvaten door doelgerichte therapie
Bij doelgerichte therapie verspreiden de medicijnen zich via het bloed door je lichaam, op zoek naar kankercellen om uit te schakelen. Sommige soorten doelgerichte therapie beschadigen daarbij ook de cellen van het hart en de bloedvaten. Daardoor kun je tijdens de behandeling klachten krijgen, zoals een verminderde pompfunctie van het hart. Soms ontstaan klachten pas na lange tijd (5 tot 15 jaar).
Krijg je een medicijn dat de kans op hart- en vaatziekten vergroot, dan bespreekt de arts het risico op hart- en vaatziekten met je. Bekijk de vragen die je kunt stellen aan je arts en de tips voor het gesprek.
Bespreek ook met je arts wat je kunt doen om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen.
Welke doelgerichte medicijnen vergroten de kans op hart- en vaatziekten?
Deze medicijnen vergroten het risico op hart- en vaatziekten:
- trastuzumab
- bevacizumab
- pertuzumab
- dasatinib
- ibrutinib
- imatinib
- lapatinib
- pazopanib
- ponatinib
- sunitinib
- sorafenib
- nilotinib
Let op: alleen de kans op hart- en vaatziekten wordt iets groter. Dat betekent dus niet dat deze soorten doelgerichte therapie altijd en bij iedereen hart- en vaatziekten veroorzaken. Bespreek altijd met je arts er voor jou een verhoogd risico is.
Weet jij niet welke doelgerichte therapie jij hebt gekregen? Of staat jouw medicijn er niet tussen, maar wil je toch weten of jij een verhoogd risico hebt op hart- en vaatziekten? Vraag het dan aan je huisarts of behandelend arts.
Hartklachten tijdens een behandeling met doelgerichte therapie
Doelgerichte therapie kan al tijdens of kort na de behandeling hartklachten geven. Bijvoorbeeld:
- een vermindering van de pompfunctie van het hart: bij monoklonale antilichamen, of
- een hoge bloeddruk: bij tyrosine kinase inhibitors (TKI’s)
Hart- en vaatzieken na een behandeling met doelgerichte therapie
Sommige soorten doelgerichte therapie kunnen het hart en/of de bloedvaten beschadigen. Daardoor kan het risico op hart- en vaatziekten iets toenemen, zoals een verminderde pompfunctie of hartfalen, QT-verlenging en hypertensie. Bespreek met je arts wat in jouw situatie het risico is, en om welke hart- en vaatziekten het gaat.