Pleurapunctie bij mesothelioom

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Bij vocht achter je longen kan de arts onderzoeken of er kankercellen in het vocht zitten. De arts zuigt het vocht op met een pleurapunctie.

De meeste mensen met mesothelioom in het longvlies hebben last van vochtophoping in de borstkas. Dat heet ook wel ‘vocht achter je longen’. Het vocht in de borstkas heet pleuravocht en zit tussen het longvlies en het borstvlies.

Vocht achter de longen kan meerdere oorzaken hebben. Meestal heeft het een andere oorzaak dan kanker. Als je mesothelioom hebt, kunnen er mesothelioomcellen in het pleuravocht zitten. 

De patholoog onderzoekt het vocht of de cellen. Niet iedere patholoog heeft ervaring met onderzoek naar mesothelioom. Het weefsel en/of het vocht wordt daarom opgestuurd naar pathologen in een expertisecentrum. Zij hebben hier ervaring mee. Soms duurt het een paar weken voordat de uitslag bekend is.

Hoe gaat een pleurapunctie?

Je krijgt een lokale verdoving. Daarna prikt de arts met een dunne, holle naald tussen de ribben. Met de naald zuigt de arts het vocht op.

Het pleuravocht zit meestal aan de achterkant van de longen. Daarom prikt de arts vaak via de rug.

Als de arts niet weet waar het vocht precies zit, krijg je soms eerst een CT-scan of een echo. Daarop kan de arts de precieze plek goed zien. De punctie heet dan een CT-geleide of echogeleide punctie.

Soms neemt de arts ook een biopt tijdens de pleurapunctie. Een biopt is een stukje weefsel dat de arts weghaalt om te laten onderzoeken. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je geen thoracoscopie kunt krijgen. Dit heet dan een pleurabiopsie.

Een pleurapunctie kan pijnlijk zijn. Je krijgt een lokale verdoving. Soms heb je toch pijn. Ook na afloop kun je pijn hebben. Je kunt de arts om pijnstilling vragen.

Colofon

Met medewerking van:

foto sjaak burgers

Dr. Sjaak Burgers

Longarts, Antoni van Leeuwenhoek

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: mei 2022