Operatie bij mondkanker

Opslaan

Bij mondkanker is een operatie de meest gebruikte behandeling. Het doel van de operatie is genezing van de kanker. Na de operatie is er vaak bestraling nodig, of soms chemoradiatie. Als de mondkanker is teruggekomen, is een operatie vaak nog de enige mogelijke behandeling.

Tijdens de operatie verwijdert de arts de tumor en het weefsel eromheen. Zo is de kans het grootst dat alle kankercellen weg zijn. Soms moet de arts ook een stuk bot of huid verwijderen. De arts die de operatie doet, is een hoofd-halschirurg. Dat kan een KNO-arts zijn, of een kaakchirurg (MKA-chirurg).

Verschillende soorten operaties bij mondkanker

Bij mondkanker zijn verschillende soorten operaties mogelijk

operatie via de mond
commando-operatie: grote operatie aan de mond, met reconstructie
verwijdering van de lymfeklieren in de hals (halsklierdissectie)

Het hangt van de plek en grootte van de tumor af welke operatie het meest geschikt is. De arts zal dit met je bespreken.

Operatie via de mond

Zit er een kleine tumor in de mond? Of groeit er een wat grotere tumor, maar niet zo diep in het slijmvlies? Dan kan het mogelijk zijn om de operatie via de mond te doen.

De arts brengt de instrumenten door de mondopening naar de binnenkant van de mond. De arts hoeft geen snee te maken in de hals. Voor deze operatie is vaak wel een narcose nodig.

Na de operatie kan je mond nog een tijdje pijn doen. Ook kun je moeite hebben met praten, en het doorslikken van eten. Lees verder over de gevolgen van mondkanker.

Commando-operatie bij mondkanker

Is de tumor doorgegroeid in andere weefsels, zoals de onderkaak, het gehemelte of de wang? Dan is een uitgebreide operatie nodig. Dit heet een commando-operatie.

De commando-operatie is een zware en ingrijpende operatie. De arts neemt delen van de kaak, tong, mondbodem en/of de wang weg. Welke delen precies, hangt af van de plek en grootte van de tumor. De arts zal dit met je bespreken.

Als er veel weefsel weggehaald moet worden, is het meestal nodig om een reconstructie te doen (zie onder). Bij de commando-operatie krijg je meestal ook een buisje vanaf de luchtpijp door de hals naar buiten. Dit heet een tracheotomie en is bedoeld om benauwdheid en verslikken te voorkomen.

Reconstructie na de operatie bij mondkanker

Bij de commando-operatie kan een reconstructie nodig zijn. Een ander woord hiervoor is hersteloperatie. Dit gebeurt vaak direct na de commando-operatie, in dezelfde narcose.

Met de reconstructie probeert de arts het gebied dat geopereerd is zo goed mogelijk te herstellen, met weefsel uit een ander deel van het lichaam. De arts die deze operatie uitvoert is een plastisch chirurg, of een hoofd-hals chirurg.

Met de reconstructie wil de arts de mond en keel na de operatie zo goed mogelijk laten werken. Zo krijg je zo weinig mogelijk problemen met praten en slikken.

Bij de reconstructie gebruikt de arts huid, spier of bot van een andere plek in je lichaam om het weggehaalde weefsel te vervangen. Het bot komt bijvoorbeeld uit je kuit, bekken of schouderblad. Huid en spieren komen meestal uit de borstkas, onderarm of bovenbeen.

Onderzoek na de operatie

Na de operatie onderzoekt de patholoog het verwijderde weefsel. De uitslag van dit onderzoek geeft informatie over het stadium van de tumor en over andere kenmerken.

De patholoog onderzoekt ook of de tumor helemaal is weggehaald. En dus of de snijranden ‘schoon’ zijn. Met deze informatie kan de arts bepalen of een aanvullende behandeling nodig is.

Sondevoeding na de operatie

Meestal krijg je na de operatie sondevoeding. Dit is vloeibare voeding die via een slang in je maag komt. Zo krijgen de mond en keel kans om te genezen van de operatie.