Wat is cryo-ablatie?

Bij cryo-ablatie verwijdert de arts de tumor door de kankercellen te bevriezen. Door de kankercellen ijskoud te maken, gaan ze dood. Het lichaam ruimt zelf de dode kankercellen op.

Andere woorden voor de behandeling zijn cryo-chirurgie, cryotherapie of bevriezing.

Lees op deze pagina over:

• Wanneer krijg je cryo-ablatie?
• Hoe gaat een behandeling met cryo-ablatie?
• Bijwerkingen van cryo-ablatie

Wanneer krijg je cryo-ablatie?

Cryo-ablatie is bijvoorbeeld een behandeling bij:

• nierkanker
• prostaatkanker
• longkanker
• borstkanker
• terugkeer van prostaatkanker
• terugkeer van nierkanker
• uitzaaiingen in de botten
• wekedelentumoren
• bottumoren

Soms zit de tumor op een plaats waar deze moeilijk weg te halen is met een operatie. Dan kan de arts kiezen voor cryo-ablatie. De behandeling is ook geschikt als je vanwege je gezondheid geen operatie kunt krijgen. Bijvoorbeeld omdat je een hart- of longziekte hebt.

Hoe gaat een behandeling met cryo-ablatie?

Voor een cryo-ablatie ga je onder narcose of word je in een diepe slaap gebracht door middel van sedatie. De arts kijkt via een echo of CT- of MRI-scan waar de tumor precies zit. De arts prikt door de huid heen naalden in de tumor. Door de naalden stroomt gas. Dat gas maakt de naalden heel koud, zodat de tumor bevriest. Zo gaan de kankercellen dood. Het lichaam ruimt zelf de dode cellen op.

Als de behandeling klaar is, haalt de arts de naalden weer uit je lichaam.

Nacontrole

Na de behandeling krijg je regelmatig een CT-scan, PET-scan en/of een MRI-scan. Hiermee controleert de arts of de tumor inderdaad helemaal weg is.

Het lukt niet altijd om de tumor helemaal te vernietigen. Of de kanker keert na een tijd toch weer terug. Soms kun je dan opnieuw cryo-ablatie krijgen. Je arts bespreekt dit met je.

Bijwerkingen van cryo-ablatie

Als je cryo-ablatie krijgt, kun je last hebben van bijwerkingen. Je kunt je moe, misselijk of grieperig voelen. Of de plek van de behandeling doet pijn. Deze klachten verdwijnen binnen een paar weken.

Sommige bijwerkingen hangen af van de kanker die je hebt. Lees hieronder verder over:

• Bijwerkingen van cryo-ablatie bij prostaatkanker
• Bijwerkingen van cryo-ablatie bij nierkanker
• Bijwerkingen van cryo-ablatie bij longkanker
• Bijwerkingen van cryo-ablatie bij uitzaaiingen in de botten

Bijwerkingen van cryo-ablatie bij prostaatkanker

• Verlies van urine zonder dat je dat wilt: incontinentie. Dit urineverlies kan een paar weken of maanden duren.
• Impotentie of niet meer (goed) stijf worden van de penis. Dat laatste is meestal tijdelijk.
• Een opening tussen de plasbuis en de dikke darm. Dit heet een fistel. Er is soms een operatie nodig om de fistel weg te halen.

Bijwerkingen van cryo-ablatie bij nierkanker

Na cryo-ablatie hebben sommige mensen last van een nabloeding. Ook kun je koorts krijgen of een urineweginfectie. Bij een infectie krijg je antibiotica van de arts.

Lees meer over bijwerkingen van cryo-ablatie bij nierkanker.

Bijwerkingen van cryo-ablatie bij longkanker

• Een klaplong. Bij de behandeling kan er een gaatje ontstaan in het longvlies. Daardoor kan je long inklappen, als een lekke band. Dat is een klaplong. Je kunt het benauwd krijgen en pijn op de borst hebben. Een klaplong is goed te behandelen.
• Je hoest bloed op. Dit duurt nooit lang en meestal heb je geen behandeling nodig.
• Vocht achter de longen. Hierdoor kun je moeilijker ademen. Of je voelt je benauwd. Meestal verdwijnt het vocht vanzelf.

Bijwerkingen van cryo-ablatie bij uitzaaiingen in de botten

• Zenuwschade. Tijdens de cryo-ablatie raakt de arts soms weefsel dat dicht bij de uitzaaiingen ligt. Bijvoorbeeld de zenuwen. Soms gaat dit niet meer over.
• Grotere kans op botbreuk van botten die rondom de uitzaaiingen liggen.
• Een infectie van het bot of beenmerg. Dit komt zelden voor. Bij een infectie krijg je antibiotica, maar soms is een operatie nodig.