Je hebt een kind (0-18 jaar) met kanker

Als je kind de diagnose kanker krijgt, is dat een grote schok. Het kan je wereld helemaal op z’n kop zetten. Het leven is niet meer vanzelfsprekend en de toekomst is onzeker. Dat kan heftige emoties oproepen.

Intensieve periode

Je gaat een intensieve tijd tegemoet, waarin je kind diverse onderzoeken krijgt en (langdurig) behandeld wordt. Dat kan veel spanning en onzekerheid met zich meebrengen.

De aandacht en zorg voor je zieke kind moet je van het ene op andere moment gaan combineren met andere taken, zoals huishouden, gezinstaken en/of werk. Dat vraag veel regelwerk en afstemming. Je hoofd kan daar heel vol van zitten. Soms kom je nauwelijks aan jezelf toe.

Onzeker en bang

Veel ouders van een kind met kanker hebben gevoelens van onzekerheid. Dit soort gevoelens zijn normaal. Je kunt onzeker zijn over de vraag of de behandeling wel zal werken en of je kind de behandeling goed zal doorstaan. Of over de mogelijke gevolgen van de behandeling. Na de behandeling kun je bang zijn dat de kanker weer terugkomt. Leven met onzekerheid kan zwaar zijn.

Stress

Veel dingen die samenhangen met de behandeling van kanker bij je kind kunnen stress veroorzaken. Bijvoorbeeld omgaan met onzekerheid en het combineren van de zorg voor je kind met andere werkzaamheden, zoals huishouden of werk.

Gaat je partner (of de andere ouder) op een andere manier om met de ziekte en behandeling van het kind? Dan kan dat ook stress veroorzaken.

Stressklachten

Door stress kun je uit balans raken. Misschien krijg je last van klachten zoals slaapproblemen, geheugen- of concentratieproblemen, piekeren, voortdurend huilen of somberheid. Ook lichamelijke klachten zoals rugpijn, hoofdpijn en maagpijn, kunnen een uiting van stress zijn.

Tips

• Zoek dagelijks tijd om iets te doen waar je (nog) van kunt genieten en wat je ontspannend vindt (hoe moeilijk dat soms ook is). Door goed voor jezelf te zorgen, kun je beter voor je kind zorgen. 
• Probeer af en toe tijd vrij te maken voor sociale contacten. Dan heb je wat afleiding en kun je even ontspannen. Anderen kunnen je ook (emotionele) steun geven. 
• Durf om hulp te vragen. De meeste mensen vinden het fijn om te helpen. Zeker als je erom vraagt.

Heb je erg veel last van verdriet, stress, angst, somberheid of andere klachten, dan is het verstandig om professionele hulp te zoeken.

Wie kan je helpen of steunen?

In zo’n moeilijke periode heb je de steun van anderen nodig. Vaak zijn er wel mensen in je omgeving die met je meeleven, en met wie je je zorgen kunt delen. 

Lotgenotencontact kan ook fijn zijn. De Vereniging Kinderkanker Nederland (voorheen VOKK) je in contact brengen met ouders die in een vergelijkbare situatie zitten als jij. 

Ben je een ouder/verzorger van een kind dat niet meer beter kan worden? Dan kun je misschien eens op de website Koesterkind kijken. Deze website is ook van de Vereniging Kinderkanker Nederland.

Het kan ook helpen om je verhaal te doen bij iemand ander die minder of niet emotioneel betrokken is bij jou of je gezin. Bijvoorbeeld bij je huisarts, een maatschappelijk werker of een psycholoog. De huisarts kan je doorverwijzen.