Tips om met je partner te praten

Als je partner kanker heeft, wil je hem of haar misschien niet belasten met jouw gevoelens. Toch is het goed om te vertellen wat je denkt en voelt, en je partner ook te vragen om dat te doen. Zo kun je elkaar beter begrijpen en steunen.

Praten over gevoelens

Praten over gevoelens is niet altijd makkelijk. Hoe pak je het aan?

• Een eerste stap is erachter komen wat jullie allebei nodig hebben. Vraag je partner: “Wat wil je? Wel of niet erover praten, nu wel even delen of juist even niet?”
• Zoek dan een rustig moment waarop jullie beiden de tijd nemen om gevoelens uit te spreken en naar elkaar te luisteren. 
• Vertel je partner wat je denkt, wat je voelt, waar je bang voor bent, waar je behoefte aan heeft. Houd het bij jezelf. Zeg niet: “Je bent zo onbereikbaar”. Maar: “Ik vind het moeilijk om je te bereiken”. Daarmee stimuleer je de ander dat ook te doen.
• Sluit het gesprek af en doe dan nog even wat ontspannend samen.

Plan dit soort gesprekken, zodat de ander weet: nu gaan we over kanker en de gevolgen spreken. Zo voorkom je dat je overvallen wordt of dat je de ander overvalt tijdens een ontspannen moment.

Tips voor tijdens het gesprek

• Luister naar elkaar zonder te oordelen of direct te zoeken naar een oplossing. Verhelderende vragen stellen mag wel. 
• Sta open voor elkaars gevoelens en problemen. Accepteer dat gevoelens voor jullie beiden verschillend kunnen zijn.
• Respecteer elkaars wensen en behoeften. 
• Heb er begrip voor dat je dingen anders verwerkt. Ook al lijkt jouw manier haaks op die van je partner te staan.

Als praten moeilijk is

•  Vind je het moeilijk om bepaalde gedachten en gevoelens uit te spreken? Dan kun je ze proberen op te schrijven voor je partner.
• Is het moeilijk om met elkaar in gesprek te komen, durf dan om hulp te vragen. Bijvoorbeeld van de huisarts, de POH-GGZ of een geestelijk verzorger. Merk je dat er veel oude, nare gevoelens naar boven komen? Bijvoorbeeld in verband met verlating? Zoek dan professionele hulp.
• Doe leuke dingen samen. Wat kan nog wel? Wat geeft jullie plezier?

Sommige dingen kun en wil je liever niet bespreken met je partner. Dan kun je steun zoeken bij iemand anders. Bijvoorbeeld bij een goede vriend of vriendin, je huisarts, een maatschappelijk werker of een psycholoog.