Onderzoeken bij een vermoeden van kanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonVan de huisarts heb je een verwijzing gekregen voor het ziekenhuis. Je krijgt een afspraak met een specialist om je klachten verder te onderzoeken. Misschien gaat het om kanker. Om de juiste diagnose te stellen, zijn een aantal onderzoeken nodig.
Intakegesprek
De specialist zal eerst een intakegesprek met je doen. Aan de arts kun je vertellen welke klachten je hebt en hoelang je daar last van hebt. De arts kan aanvullende vragen stellen, bijvoorbeeld naar andere ziektes die je hebt of vroeger hebt gehad.
Om een compleet beeld van je situatie te krijgen, kan de arts vragen naar je beroep, leefstijl en ziektes in de familie. Vertel de arts alles waarvan je denkt dat het belangrijk is.
Lichamelijk onderzoek
Na het intakegesprek krijg je een lichamelijk onderzoek. Hiermee krijgt de arts een indruk van je gezondheid. Het onderzoek bestaat uit kijken, luisteren, kloppen en voelen. Zo kan de arts afwijkingen opsporen.
Het lichamelijk onderzoek is vooral aan de buitenkant van het lichaam. Soms onderzoekt de arts een bepaald deel van het lichaam meer uitgebreid.
Lichamelijk onderzoek is de eerste stap in het onderzoek naar de diagnose kanker. Om te kunnen vaststellen of het om kanker gaat, is bijna altijd verder onderzoek nodig.
Bloedonderzoek
Tijdens het lichamelijk onderzoek neemt de arts vaak 1 of 2 buisjes bloed af. Dit gebeurt meestal met een prik in een bloedvat in de arm.
Bloedonderzoek kan helpen om de oorzaak van de klachten te vinden. In het bloed zitten verschillende stoffen en cellen. De hoeveelheid hiervan zegt iets over je gezondheid. Als een bepaalde stof hoger of lager is dan normaal, kan dit een aanwijzing zijn voor een bepaalde ziekte.
Met bloedonderzoek kan de arts ook zien:
- of de lever en nieren goed werken
- of een bepaalde behandeling aanslaat: de arts meet de waardes in je bloed dan voor en na de behandeling.
- hoeveel bloedcellen er in het bloed zitten. Dit is belangrijk om te weten voor de start van bepaalde behandelingen zoals chemotherapie.
- hoe de ziekte verder verloopt. Hiervoor zal de arts later nog bloedonderzoek doen.
Foto’s en scans: beeldvormend onderzoek
Daarna kan de arts voorstellen om beeldvormend onderzoek te doen, zoals een röntgenfoto of een scan. Zo kan de arts in het lichaam kijken. Lees verder over beeldvormend onderzoek.
Kijkonderzoek
Naast beeldvormend onderzoek kan de arts in het lichaam kijken met een kijkonderzoek. Een andere naam hiervoor is endoscopie. De arts kijkt met een flexibele slang naar de binnenkant van de organen.
Weefselonderzoek
Ook kan de arts een stukje weefsel wegnemen voor verder onderzoek. Dat gebeurt met een biopsie of punctie. Met dit weefselonderzoek kan de arts de definitieve diagnose stellen: of het om kanker gaat.
De diagnose
Na de eerste onderzoeken krijg je de uitslag. Als het inderdaad om kanker gaat, breekt een intensieve en onzekere periode aan. Iedereen heeft zijn eigen manier om deze boodschap te verwerken en te delen met naasten.
Misschien is bij de uitslag al meer bekend over de soort kanker en de uitgebreidheid van de ziekte. Meestal zijn extra onderzoeken nodig om een compleet beeld te krijgen. Dan wordt ook duidelijk welke behandelingen het best passen bij je situatie. Het kan een paar weken duren voordat je helemaal weet waar je aan toe bent.
Is de diagnose bekend, dan heb je een afspraak met de arts om dit te bespreken. De arts zal vertellen welke behandelingen bij jouw situatie passen.