Pijnstillers bij kanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonVaak krijg je pijnstillers tegen de pijn. Behalve bij zenuwpijn, dan helpen andere medicijnen beter. Er zijn lichte en zware pijnstillers. Samen met je arts kijk je welke pijnstiller in jouw situatie het beste werkt.
Lees op deze pagina over:
- Soorten pijnstillers
- Innemen van pijnstillers
- Overleg met je arts
- Als de pijn niet minder wordt met pijnstillers
- Wisselwerking met andere medicijnen
Soorten pijnstillers
Door een pijnstiller voel je zo weinig mogelijk van de pijn. De pijnstiller onderdrukt de pijn, maar verandert niets aan de oorzaak. De pijn komt weer terug als de pijnstiller is uitgewerkt.
Bij kanker worden grofweg 3 soorten pijnstillers gebruikt:
- paracetamol
- ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID’s) zoals ibuprofen of diclofenac.
- morfine en morfineachtige pijnstillers. Dit zijn opiaten of opioïden.
Zenuwpijn door kanker of de behandeling van kanker wordt met andere medicijnen behandeld. Lees meer over de behandeling van zenuwpijn.
Paracetamol
Bij de behandeling van matig ernstige pijn krijg je meestal eerst paracetamol (tablet of zetpil). Paracetamol heeft weinig of geen bijwerkingen.
Ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID’s)
Helpt paracetamol onvoldoende, dan kan de arts er ook nog een ontstekingsremmende pijnstiller bij geven. Bijvoorbeeld diclofenac of ibuprofen.
Ontstekingsremmende pijnstillers worden ook wel NSAID’s genoemd. Dat is een afkorting voor Non-Steroïdal Anti-Inflammatory Drugs.
Deze medicijnen worden vaak gebruikt bij pijn door uitzaaiingen in de botten. Je arts en jij wegen daarbij de risico’s (vooral op maagschade) af tegen de voordelen.
NSAID’s zijn goed te combineren met paracetamol en morfine of morfineachtige pijnstillers.
NSAID’s kunnen maagklachten geven en de maag en darmen beschadigen, vooral bij mensen ouder dan 60 jaar. Daarom krijg je bij dit soort middelen vaak een medicijn dat je maag beschermt. Meld maag-darmklachten altijd aan je arts.
Heb je problemen met je lever, maag, hart of nieren, dan mag je geen ontstekingsremmende pijnstillers gebruiken. Het risico op ernstige bijwerkingen is dan te groot.
Morfine en andere zeer sterke pijnstillers
Helpt paracetamol met of zonder NSAID’s onvoldoende, dan kan de arts morfine of een morfineachtige pijnstiller (opioïd) voorschrijven.
Meestal schrijft de arts oxycodon (tablet), morfine (tablet) of fentanyl (pleister) voor.
Je gebruikt de medicijnen volgens een vast schema. Helpen ze onvoldoende, dan zal de arts de dosis verhogen.
Veel mensen krijgen last van verstopping (obstipatie) door het gebruik van morfine en morfineachtige pijnstillers. Daarom krijg je altijd een laxeermiddel, ook als je geen problemen met poepen hebt.
Lees meer over morfine en morfineachtige pijnstillers
Combinatie van pijnstillers
Morfine of morfineachtige pijnstillers kunnen gebruikt worden in combinatie met paracetamol.
Helpt paracetamol in combinatie met zo’n zeer sterke pijnstiller onvoldoende, dan kan de arts je ook nog een ontstekingsremmende pijnstiller (NSAID) voorschrijven (zie eerder).
Bij pijnlijke huidzweren kan de arts ook nog een morfinegel voorschrijven.
Innemen van pijnstillers
Neem de pijnstillers in zoals de arts je verteld heeft of in de bijsluiter staat. Dan werken ze het beste en zijn ze het meest veilig.
Belangrijk:
- Neem de pijnstillers op vaste tijden in of vervang de pijnpleister op vaste tijden. Zo zorg je ervoor dat er steeds een constante hoeveelheid van de pijnstiller in je bloed aanwezig is.
- Houd je aan de voorgeschreven dosering.
Overleg met je arts
De perfecte pijnstiller bestaat niet. Iedereen reageert anders op medicijnen. Vertel je arts of de pijnstiller werkt en of je er bijwerkingen van hebt. Dit helpt uit te zoeken wat in jouw situatie het beste werkt.
Als de pijn niet minder wordt met pijnstillers
Het lukt niet altijd om de pijn te verminderen of draaglijk te maken met pijnstillers die als tablet of pleister worden toegediend.
Andere opties zijn dan:
- Een andere pijnstiller proberen.
- Het medicijn onder de huid of via de bloedbaan toe te dienen via een injectie. Dit werkt sneller.
- Medicijnen toedienen via een katheter in het ruggenmerg.
- Een andere behandeling proberen, bijvoorbeeld een zenuwblokkade.
Wisselwerking met andere medicijnen
Pijnstillers kunnen de werking van andere medicijnen beïnvloeden. Omgekeerd kunnen andere medicijnen ook invloed hebben op de werking van de pijnstillers. Je arts(en) en je apotheek zullen in de gaten houden of je bepaalde medicijnen mag combineren of niet.
Belangrijk:
- Overleg altijd met een arts wanneer er iets in je medicatie wordt veranderd.
- Zorg voor een actueel overzicht van de medicijnen die je gebruikt.
Meer weten?
-
Medische richtlijn pijn bij patiënten met kanker
De medische richtlijn bevat wetenschappelijke aanbevelingen voor de diagnose en behandeling van pijn in de palliatieve fase.