Operatie bij dunnedarmkanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

De meeste mensen met dunnedarmkanker krijgen een operatie. Er zijn verschillende operaties mogelijk. Je arts bespreekt met je welke operatie je kunt krijgen.

Lees de informatie over een operatie bij dunnedarmkanker:

Operatie bij een tumor in de dunne darm

Als je geen uitzaaiingen hebt, probeert de arts waarschijnlijk met een operatie de tumor te verwijderen. De arts haalt dan ook een stuk van je dunne darm weg. En ander weefsel dat in de buurt van de tumor ligt. Als de kanker doorgroeit in je buikwand of blaas, verwijdert de arts ook een deel van die organen. Zo is de kans kleiner dat er kankercellen achterblijven.

Je gaat voor de operatie onder narcose. De operatie gebeurt meestal via een snee in je buik. Dat wordt een open operatie genoemd. Soms kan de arts de tumor verwijderen via een kijkoperatie. Dat heet een laparoscopie.

Operatie bij tumor in duodenum of twaalfvingerige darm

Bij sommige mensen zit de tumor in het eerste deel van de dunne darm: in het duodenum of de twaalfvingerige darm. Als dit zo is, kan een uitgebreidere operatie nodig zijn.

Tijdens deze operatie verwijdert de chirurg de twaalfvingerige darm, maar ook de galblaas, een deel van de galwegen, de kop van de alvleesklier en soms een deel van de maag. De naam van deze soort operatie is een PPPD, Whipple of PRPD.

Lees verder over deze operaties in het dossier alvleesklierkanker.

Onderzoek van het verwijderde weefsel

De arts stuurt het verwijderde weefsel naar de patholoog voor onderzoek. De patholoog bekijkt het weefsel onder de microscoop. Hij of zij onderzoekt ook of de chirurg de tumor helemaal heeft verwijderd.

Operatie als palliatieve behandeling

Soms krijg je een operatie bij uitgezaaide dunnedarmkanker. Bijvoorbeeld als je veel pijn hebt of als je veel bloed verliest via je ontlasting.

Bij de operatie haalt de arts het stuk dunne darm weg met de tumor. De uiteinden van de darm sluit de chirurg weer op elkaar aan. Dat noemt de arts een darmnaad. Ook maakt de arts soms een omleiding, een bypass.

Gevolgen en complicaties van de operatie bij dunnedarmkanker

Voor de operatie bespreekt de chirurg de gevolgen en de complicaties van de operatie met je. Elke operatie geeft risico op complicaties. Dat geldt dus ook voor een operatie bij dunnedarmkanker.

Na de operatie kun je last krijgen van een nabloeding of van een ontsteking van de wond.

Gevolgen van de operatie

De belangrijkste gevolgen van de operatie aan de dunne darm zijn:

  • Ileus: een afsluiting van de darmen waardoor het voedsel niet verder kan.
  • Je maag en darmen werken niet goed. Misschien ben je misselijk en moet je overgeven. Deze klachten verdwijnen na een paar dagen. Tot die tijd krijg je vocht en voeding via een infuus.
  • Naadlekkage. Dan lekt darminhoud uit de darm, via de nieuwe darmnaad. Hierdoor kun je een buikvliesontsteking krijgen. Als dit gebeurt, kan soms een drain helpen. Een drain is een slangetje waardoor het vocht het lichaam uitkomt. Soms is opnieuw een operatie nodig.
  • Diarree of verstopping. Dit wisselt soms per dag en kan een paar weken duren. Je arts geeft je hiervoor medicijnen.
  • Trombose. Dat is een bloedpropje in de bloedvaten.

Na de Whipple-operatie kun je allerlei klachten krijgen. Bijvoorbeeld problemen met je voeding. Lees meer over de gevolgen van alvleesklierkanker.

Operatie bij kanker

Deze video legt uit hoe de operatie bij kanker in zijn werk gaat.

Colofon

Met medewerking van:

illustratie-arts-vrouw

Dr. Dirkje Sommeijer

Internist-oncoloog, Amsterdam UMC (locatie AMC) en Flevoziekenhuis

Foto Ignace de Hingh

Dr. Ignace de Hingh

Chirurg, Catharina Ziekenhuis

LinkedIn

Gemaakt door de redactie van kanker.nl, KWF Kankerbestrijding

Laatste update: maart 2023