Operatie bij neuskanker

De meeste mensen met neuskanker krijgen een operatie aan de neus. Bij de operatie haalt de arts zoveel mogelijk van de tumor weg. Het doel van de operatie is om te genezen van de kanker.

Operatie bij een kleine tumor

Bij een kleine tumor in de neusholte of de bijholte, kan de arts een kijkoperatie doen. De arts brengt dan een dunne, holle buis in je neusgat. Aan het uiteinde van de buis zit een camera. Zo kan de arts op een beeldscherm zien waar hij of zij moet opereren.

Daarna brengt de arts een paar smalle instrumenten in het neusgat. Hiermee snijdt de arts de tumor weg.

Operatie bij een grotere tumor

Is de tumor in de neus al wat groter? Dan is een kijkoperatie niet altijd mogelijk.

De arts haalt de tumor dan weg via een snee in de wang. Via deze snee kan de arts de tumor in de neusholte of bijholte verwijderen. Hoe groot de snee is, hangt af van de plek van de tumor, en van hoe groot de tumor is.

De arts probeert de snee te maken in een plooi van de neus of wang. Zo valt het litteken na de operatie minder op.

Reconstructie bij de operatie

Soms moet de arts veel weefsel weghalen. Bijvoorbeeld als de tumor is doorgegroeid in de oogkas, de wang of het gehemelte. Dan kan er een grote wond ontstaan. Vaak is dan een reconstructie nodig.

De arts gebruikt dan weefsel van een andere plek in het lichaam om de wond dicht te maken. Dat kan een stukje huid zijn, maar ook spierweefsel of een stukje bot. De arts zal dit voor de operatie met je bespreken.

Neusamputatie en neusprothese

Bij een grote tumor in de neus is het weghalen van alleen de kankercellen soms niet genoeg. Om de kanker goed te behandelen, moet de arts een stuk van de neus verwijderen. Soms is een amputatie van de hele neus nodig.

Na de operatie heb je dan geen neus meer, of mist er een stuk van je neus. Een neusprothese kan het ontbrekende deel van de neus opvullen. Lees verder over de neusprothese.

De neusamputatie is een ingrijpende behandeling, die veel gevolgen heeft. Vooral voor je uiterlijk. Lotgenotencontact met andere mensen die ook een neusamputatie kregen, kan hierbij helpen.

Klosprothese bij neuskanker

Soms is de tumor in de neus doorgegroeid in het gehemelte. Het gehemelte is de bovenkant van de mond. Na de operatie ontstaat er dan een gat tussen de neusholte en de mond.

Om dit gat op te vullen, kun je een speciaal soort prothese krijgen. Dit heet een klosprothese. Lees meer over de klosprothese bij de informatie over mondkanker.

Verdoving bij de operatie

Bij de operatie aan de neus kan de arts een plaatselijke verdoving voorstellen, of een algehele narcose. Welke verdoving in jouw situatie geschikt is, hangt af van een aantal dingen.

Bij een plaatselijke verdoving moet het verdovingsmiddel de slijmvliezen in de neus goed kunnen bereiken. Bij een grotere tumor is dat niet altijd mogelijk. Ook je conditie en eigen voorkeuren spelen een rol in de keuze van de manier van verdoven.

Aanvullende behandeling na de operatie

Bij de operatie probeert de arts de hele tumor te verwijderen. Maar dat lukt niet altijd. Als er kankercellen achterblijven, is een aanvullende behandeling nodig om alle kwaadaardige cellen te verwijderen. Na de operatie kun je een aanvullende behandeling krijgen met bestraling, of met chemoradiatie.

Neusspoeling na de operatie

Na de operatie is het belangrijk dat je je neusholtes en de wond goed schoonhoudt. Daarvoor gebruik je in de weken na de operatie een zoutoplossing. Met de zoutoplossing spoel je de neusholtes en de wond. Zo ontstaan er geen korsten, en kan het geopereerde gebied goed genezen.

Operatie van neuskanker in de schedel

Heel soms is neuskanker bij de diagnose al ver doorgegroeid, tot in de schedel of de hersenvliezen. De hersenvliezen zitten aan de binnenkant van de schedel, om de hersenen heen.

Dan kan het nodig zijn om een craniotomie te doen. Dit is een operatie aan de hersenen. Lees verder over een craniotomie bij de informatie over hersentumoren.

Operatie bij uitgezaaide neuskanker om klachten te verminderen

Als neuskanker is uitgezaaid naar andere organen, zit er vaak ook een grote tumor in de neus. De tumor kan een deel van de neusholte blokkeren. Het kan dan lastiger zijn om goed adem te halen.

Met een palliatieve operatie kan de arts een deel van de tumor weghalen. Dit kan helpen bij de ademhaling. Deze operatie gaat via het neusgat.

Gevolgen van de operatie aan de neus

Na de operatie kun je last krijgen van een aantal gevolgen op de lange termijn. Welke klachten dit zijn, en hoe erg ze zijn, hangt af van de plek van de operatie. En hoe uitgebreid de operatie was.

Mogelijke gevolgen van de operatie bij neuskanker zijn:

Korsten in de neus

Na de operatie gaat het slijmvlies in de neus herstellen. Dan ontstaan er vaak korsten. Die korsten kunnen pijnlijk zijn, en in de weg zitten bij het ademen door je neus.

Met een neusspoeling kun je de korsten zachter maken en wegspoelen. De verpleegkundige zal je hier meer over vertellen.

Geen gevoel meer in de wang

Na de operatie heb je soms geen gevoel meer in je wang. Meestal duurt dat een paar dagen tot een paar weken. Maar soms moet de arts tijdens de operatie de zenuw in de wang wegnemen. Dan komt het gevoel in de wang niet meer terug.

Minder goed kunnen ruiken

Na de operatie kun je minder goed gaan ruiken. Lees meer over problemen met ruiken.

Moeite met snuiten van de neus

Na de operatie kun je moeite hebben met het snuiten van je neus. Voor het snuiten bouw je met je ademhaling druk op in je neus. Na de operatie is het vaak moeilijk om druk op te bouwen. Ook hiervoor geldt dat sommige mensen daar een korte periode last van hebben, en andere mensen veel langer.

Littekens in het gezicht en andere veranderingen aan het uiterlijk

Na een grotere operatie kun je een litteken in het gezicht hebben. Lees verder over littekens bij neuskanker.

Heeft de arts veel weefsel moeten weghalen? Dan kan de vorm van je gezicht veranderen.

Tranend oog

Door de neus loopt een traanbuisje. Het traanbuisje vervoert traanvocht van het oog naar de neus.

Soms moet de arts het traanbuisje bij de operatie doorsnijden. Dan kan het traanbuisje het traanvocht soms niet meer naar de neus vervoeren. Na de operatie kun je dan last krijgen van een tranend oog. Er rollen dan steeds tranen uit je oog.

Er zijn verschillende technieken om het traanbuisje weer te laten werken. De arts kan je hier meer over vertellen.