Kijkonderzoek van de neus met biopsie
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonMet een kijkonderzoek van de neus kan de arts de neusholte en de neusbijholtes bekijken. Ook kan de arts zien of er een afwijking zit. Een andere naam voor dit onderzoek is: neusendoscopie.
Hoe gaat een kijkonderzoek van de neus?
Voor het kijkonderzoek gebruikt de arts een endoscoop. Dit is een buisje of slangetje met aan het einde een kleine camera. De arts brengt het buisje in je neus. En ook dieper je neus in, tot in de neusbijholtes. Op een beeldscherm kan de arts de binnenkant van de neus zien.
Voordat het onderzoek begint, krijg je een spray in je neus, of een paar watten. Hierop zit een verdovende vloeistof. Die vloeistof zorgt ervoor dat het slijmvlies in je neus krimpt. Zo wordt het slijmvlies dunner en kan de arts de binnenkant van de neus en de holtes beter bekijken.
Het onderzoek doet geen pijn. Wel voel je het buisje of slangetje in je neus zitten. Dit kan een wat ongemakkelijk gevoel geven.
Na het onderzoek kan er wat bloederig slijm of wat bloed uit je neus komen. Bij het snuiten van je neus kan er nog een dag lang bloederige stukjes slijm uit je neus komen.
Onderzoek van de achterste bijholtes
Met de endoscoop kan de arts de neusholte en de voorste bijholtes goed onderzoeken. Maar het is lastig om bij de dieper gelegen bijholtes te komen. Zoals de voorhoofdsholte, wiggebeenholte en achterste zeefbeenholte. Om de tumor goed in beeld te krijgen, zal de arts een MRI-scan of een CT-scan laten maken.
Bekijk ook de informatie over de neusholte en bijholtes.
Biopsie bij het kijkonderzoek
Tijdens het kijkonderzoek kan de arts een stukje weefsel wegnemen uit de neus. Dat doet de arts als hij of zij een afwijking vindt. Hiervoor krijg je eerst een verdoving. Dat kan eerst even een naar gevoel geven.
Het wegnemen van een stukje weefsel heet een biopsie. Met de biopsie kan de arts een definitieve diagnose stellen. Zo wordt duidelijk of het om een goedaardige afwijking in de neus gaat, of om neuskanker.
Het stukje weefsel haalt de arts weg met de endoscoop. Aan het einde van het buisje of het slangetje zit ook een tangetje waarmee de arts de biopsie kan doen.
Het weggenomen weefsel gaat naar de patholoog. Dit is een arts die weefsel en cellen onderzoekt onder de microscoop. De patholoog kan met het onderzoek bepalen of het om neuskanker gaat.
Biopsie onder narcose
Het is niet altijd mogelijk om een biopsie te doen bij het kijkonderzoek met een plaatselijke verdoving. Een biopsie is wel nodig om de juiste diagnose te stellen. Daarom zal de arts soms voorstellen om de biopsie onder narcose te doen.