Lymfocyten, lymfeklieren en non-hodgkin

Non-hodgkin ontstaat in de lymfocyten. Lymfocyten zijn een bepaald soort witte bloedcellen. Meestal zit de kanker in de lymfocyten die in een lymfeklier zitten. Lees op deze pagina hoe het precies zit.

Lees op deze pagina over:

• Het lymfestelsel
• Lymfeklieren
• Lymfocyten
• B-lymfocyten en T-lymfocyten

Het lymfestelsel

Je lymfestelsel is belangrijk om je te beschermen tegen ziektes en infecties. Het lymfestelsel bestaat uit lymfevaten en lymfeklieren. Die zitten door je hele lichaam.

Een lymfeklier is een plek waar de lymfevaten samenkomen. In je lichaam heb je wel honderden lymfeklieren. Ze liggen vooral in je hals, je oksels en je liezen. De lymfeklieren zitten vol met witte bloedcellen: lymfocyten. Die heb je nodig om ziektes te bestrijden.

De lymfeklieren werken als een filter en halen afvalstoffen uit de lymfe. De schone lymfe stroomt dan verder en komt weer in het bloed terecht.

Een ander woord voor lymfeklieren is lymfeknopen.

Wat zijn lymfocyten?

Lymfocyten zijn witte bloedcellen die belangrijk zijn voor je afweer. Je hebt verschillende soorten lymfocyten, zoals B-lymfocyten en T-lymfocyten. Die heten ook wel B-cellen en T-cellen.

B-lymfocyten

B-lymfocyten maken vooral antistoffen aan. Je lichaam gebruikt de antistoffen om de ziekteverwekkers aan te vallen en op te ruimen.

Als je een non-hodgkinlymfoom hebt, zijn het vaak de B-lymfocyten die kankercellen zijn geworden. Dan heet de kanker een B-cellymfoom.

T-lymfocyten

T-lymfocyten geven de B-lymfocyten een zetje om harder aan het werk te gaan en virussen op te ruimen.