Behandeling per soort non-hodgkin
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonDe behandeling van non-hodgkin hangt onder andere af van hoe agressief de kanker is. Soms is niet direct een behandeling nodig. Bekijk de behandelingen per soort non-hodgkin.
Lees op deze pagina over behandeling van een agressief non-hodgkinlymfoom:
- Chemo-immunotherapie (met R-CHOP)
- Stamceltransplantatie
- CAR-T-celtherapie
- Controles na de behandeling
- Behandeling als een agressief non-hodgkinlymfoom terugkomt (recidief)
En over behandeling van een indolent non-hodgkinlymfoom:
- Wait and see als je geen klachten hebt
- Bestraling of immunotherapie bij een indolent non-hodgkinlymfoom
- Chemo-immunotherapie bij een indolent non-hodgkinlymfoom
- Controles na de behandeling van een indolent non-hodgkinlymfoom
Behandeling van een agressief non-hodgkinlymfoom
Heb je een agressief non-hodgkinlymfoom? Dat betekent dat de kanker zich snel verspreidt en zonder behandeling levensbedreigend is. Daarom start de behandeling snel na de diagnose. Je kunt genezen van een agressief non-hodgkinlymfoom als de behandeling op tijd start. Wel verschilt de kans of je geneest per persoon.
Chemo-immunotherapie bij agressief non-hodgkinlymfoom
Vaak is de eerste behandeling van een agressief non-hodgkinlymfoom chemo-immunotherapie. Je krijgt dan chemotherapie in combinatie met immunotherapie, zoals rituximab.
Lees verder over chemo-immunotherapie bij non-hodgkin.
Stamceltransplantatie
Bij een stamceltransplantatie krijg je stamcellen via een bloedvat in je lichaam. Dat kunnen stamcellen zijn van jezelf of van een donor.
Lees verder over stamceltransplantatie bij non-hodgkin.
CAR-T-celtherapie
Als geen enkele behandeling werkt of meer werkt, kom je soms in aanmerking voor de CAR-T-celtherapie. Bij deze behandeling worden je eigen immuuncellen in het laboratorium bewerkt en weer teruggeplaatst om de kanker te stoppen.
Lees verder over CAR-T-celtherapie bij non-hodgkin.
Controles na de behandeling van een agressief non-hodgkinlymfoom
Door de behandeling kan een agressief non-hodgkinlymfoom helemaal verdwijnen. Na de behandeling blijf je nog een tijd onder controle bij je hematoloog.
Hoe vaak je precies op controle moet komen en welke onderzoeken je krijgt, bespreekt de arts met je. Dat verschilt per soort non-hodgkinlymfoom en welke behandeling je hebt gehad.
Behandeling als een agressief non-hodgkinlymfoom terugkomt (recidief)
Een non-hodgkin kan terugkomen na een eerdere behandeling. Je kunt dan opnieuw een behandeling krijgen. Is de kanker snel na de behandeling teruggekomen?
Dan krijg je:
- waarschijnlijk een intensievere chemokuur en daarna een stamceltransplantatie
- heel soms CAR-T-celtherapie, als dat een mogelijkheid is
Behandeling van een indolent non-hodgkinlymfoom
Een indolent non-hodgkinlymfoom groeit langzaam. Meestal krijg je niet direct een behandeling. De hematoloog stelt dan voor om af te wachten tot je klachten krijgt. Het afwachten heet ook wel ‘wait and see’.
Lees verder over wait and see bij non hodgkin.
Bestraling of immunotherapie bij indolent non-hodgkin
Soms kan een indolent non-hodgkinlymfoom bestraald worden. Dat kan alleen bij kleinere lymfomen. Soms is immunotherapie dan ook een mogelijkheid.
Lees verder over:
Chemo-immunotherapie bij een indolent non-hodgkinlymfoom
Bij een uitgebreider indolent non-hodgkinlymfoom is de behandeling meestal chemo-immunotherapie. Je krijgt dan chemotherapie in combinatie met immunotherapie, zoals rituximab.
Lees verder over chemo-immunotherapie bij non-hodgkin. Als je niet fit genoeg bent voor chemo-immunotherapie krijg je soms bestraling.
Controles na de behandeling van een indolent non-hodgkinlymfoom
Van een indolent non-hodgkinlymfoom kun je niet genezen. Wel kan de ziekte onderdrukt worden door de behandeling. Dat kan soms wel jaren duren. Artsen noemen dat ‘in remissie’.
Omdat een indolent non-hodgkinlymfoom na een tijd weer terugkomt, blijf je onder controle. Je hoort van je hematoloog hoe vaak de controles zijn. Tijdens de controles krijg je onderzoeken. Zoals onderzoek naar de lymfeklieren en bloedonderzoek.
Is de kanker teruggekomen, dan is opnieuw een behandeling nodig. Welke behandeling dat is, bespreekt de arts met je.