5 veelgestelde vragen van ouders na de diagnose kanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonHoe zorg je ervoor dat je kinderen er zo min mogelijk last van krijgt dat je kanker hebt? Is het juist wel of niet verstandig om je kind te betrekken? Alle ouders met kanker worstelen met dit soort vragen. Je leest hier het antwoord op 5 veelgestelde vragen.
Tip: Heb je een vraag die er niet bij staat? Stel je vraag online aan een psycholoog.
- Hoe kan ik voorkomen dat mijn kind er last van krijgt dat ik kanker heb?
- Moet/kan ik mijn kind meenemen naar het ziekenhuis?
- Hoe heeft kanker invloed op de opvoeding?
- Hoe betrek ik de school van mijn kind?
- Wat moet ik zeggen als mijn kind vraagt of ik dood ga?
Vraag 1: Hoe kan ik voorkomen dat mijn kind er last van krijgt dat ik kanker heb?
Het is verstandig om kinderen te vertellen wat er aan de hand is en ze bij de situatie te betrekken. Daarnaast is het belangrijk om ze regelmaat en structuur te bieden, zodat hun leven zo goed mogelijk door kan gaan. Zo verminder je de kans dat ze klachten of problemen krijgen.
Steun van een volwassene is voor een kind heel belangrijk in deze periode. Die volwassene kun je zelf zijn, maar ook je partner, een oma of opa, een tante of oom, een vriend(in) of een leerkracht.
Lees ook:
Vraag 2: Moet/kan ik mijn kind meenemen naar het ziekenhuis?
Voor kinderen en jongeren kan het lastig zijn om voor te stellen wat je in het ziekenhuis doet. Zij kunnen daarvan een beeld hebben dat erger is dan de werkelijkheid. Daarom kan het helpen als je je kind meeneemt. Je kind kan zich dan een beter beeld vormen van waar papa of mama naar toe gaat.
Wil je kind niet mee naar het ziekenhuis, maak er dan geen strijd van. Je kind kan ook op een andere manier contact houden. Bijvoorbeeld door te bellen, te mailen, te skypen of een selfie te maken. Of door tekeningen te maken en briefjes te sturen.
Vraag 3: Hoe heeft kanker invloed op de opvoeding?
Voor een kind is het vaak fijn als de bekende (dag)structuur zo veel mogelijk hetzelfde blijft. Maar als je ziek bent en behandeld moet worden, zijn veranderingen in de structuur niet altijd te voorkomen.
Je kunt proberen voorspelbaarheid te creëren voor je kind door hem of haar voor te bereiden op veranderingen. Dit kun je doen door uitleg te geven of te laten zien wat er anders zal zijn.
Sommige ouders zijn geneigd om de opvoeding los te laten als ze ziek worden. Voor een kind is er te veel verandering en onduidelijkheid. Voor het welzijn van het kind is het daarom beter als de opvoeding (zoals regels en afspraken) gewoon doorgaat.
Vraag 4: Hoe betrek ik de school van mijn kind?
School kan voor kinderen een belangrijke steun zijn. Ook is het vaak een plek waar alles nog hetzelfde of ‘normaal’ is.
Je kunt de school van je kind(eren) op de volgende manieren betrekken:
- Vertel aan de leerkracht of mentor van je kind dat je kanker hebt en behandeld moet worden. Deel je kind mee dat je de school op de hoogte brengt en waarom. Laat je kind zelf kiezen wanneer hij of zij het aan vriend(innen) wil vertellen.
- Vraag aan de leerkracht of mentor of deze je kind(eren) in de gaten wil houden. Mogelijk kan hij of zij ook wat extra aandacht aan je kind geven.
- Vraag eventueel aan een ouder van een vriend(in) van je kind om je te helpen herinneren wanneer er schooluitjes of andere activiteiten zijn.
- Houd de leerkracht en/of mentor op de hoogte van eventuele veranderingen in het ziekteproces of de thuissituatie.
Tip: Wijs de leerkracht of mentor van je kind op de website Kankerspoken.
Vraag 5: Wat moet ik zeggen als mijn kind vraagt of ik dood ga?
Stelt je kind aan jou de vraag of je dood gaat, dan kun je ervan uitgaan dat je kind weet dat mensen dood kunnen gaan door kanker. Dat betekent dat je er open over kunt praten. Hoe moeilijk dit ook kan zijn.
Je kunt zeggen dat je behandeling gericht is op beter worden (als dat inderdaad zo is) en dat veel mensen genezen van kanker. Daar kun je aan toevoegen dat de dokter er alles aan zal doen om je beter te maken. Leg daarbij uit dat er bijwerkingen zijn, waar je zieker van kunt worden.
Probeer zorgen te achterhalen
Probeer er achter te komen waar je kind zich zorgen over maakt en welke gevoelens hij of zij heeft. Misschien vraagt je kind zich af wie voor hem of haar zal zorgen als jij er niet meer bent. Dat soort zorgen zijn normaal.
Zijn je vooruitzichten onzeker, vertel dat dan eerlijk aan je kind. Zeg ook: “Zodra ik weet dat ik doodga, zal ik dat aan jou vertellen”. Hiermee geef je het kind vertrouwen dat hij of zij betrokken zal worden. En dat je geen geheimen hebt. Vaak denken ouders dat ze de hoop voor hun kind wegnemen, als ze eerlijk vertellen dat ze misschien doodgaan. Maar eerlijk zijn en hoop bieden kunnen heel goed samengaan.
Lees ook: Je kinderen begeleiden als genezing niet meer mogelijk is.
Verder lezen?
Lees ook de informatie voor specifieke leeftijdsgroepen: