Wegsnijden van basaalcelcarcinoom

Bij een basaalcelcarcinoom snijdt de arts meestal het plekje op je huid weg. Dat noemt de arts een kleine operatie. De meeste mensen krijgen deze behandeling. De kans op genezing is heel groot.

Heb je een groot basaalcelcarcinoom in je gezicht? Dan krijg je meestal Mohs-chirurgie. Zo heb je minder kans op een groot litteken.

Lees op deze pagina over:

• Hoe gaat wegsnijden van een basaalcelcarcinoom?
• Onderzoek van het verwijderde plekje huid
• Sluiten van de wond

Hoe gaat wegsnijden van een basaalcelcarcinoom?

Je krijgt eerst een plaatselijke verdoving. Dan snijdt de arts het basaalcelcarcinoom weg. De arts snijdt ook altijd een randje weg van je gezonde huid. Daar zitten soms kankercellen in die je met het blote oog niet kunt zien. Na de operatie maakt de arts de huid dicht.

Je krijgt deze behandeling van je huisarts of van de dermatoloog.

Onderzoek van het verwijderde plekje huid

De arts stuurt het verwijderde stukje huid naar de patholoog voor onderzoek. De patholoog bekijkt het plekje onder de microscoop. Vooral de snijranden zijn belangrijk. Als daar nog kankercellen in zitten, krijg je weer een operatie. De arts snijdt rondom het wondje een extra randje van je huid weg. Dat stukje stuurt de arts weer naar de patholoog voor onderzoek. Zo wil de arts zeker weten dat alle kankercellen weg zijn.

Sluiten van de wond

Na de behandeling sluit de arts de wond. Het kan zijn dat de wond te groot is. Of dat er weinig rek in je huid zit. Dan krijgt de arts de wondranden niet bij elkaar. Meestal schuift hij of zij de huid die in de buurt ligt, over de wond. Dat heet een plastiek.

Soms haalt de arts van een andere plek op je lichaam een stukje huid weg. Dat stukje hecht de arts op de wond. Dan heet het een huidtransplantatie.

De arts sluit de wond meestal pas met een plastiek of transplantatie als het zeker is dat de kankercellen allemaal weg zijn. Daarvoor wacht de arts op de uitslag van de patholoog. Soms kan dat een week duren.