Een stent bij maagkanker

Als het eten niet meer verder kan omdat de tumor de doorgang blokkeert, kun je soms een stent krijgen. Een stent is een kunststof buisje. 

Door een stent bovenin de maag kan het voedsel weer van de slokdarm naar de maag. Een stent onderin de maag zorgt ervoor dat het voedsel weer naar de dunne darm kan.

Hoe gaat het plaatsen van een stent?

De arts brengt de ingeklapte stent in de maag via een endoscoop. Dit is een dunne flexibele slang. De arts schuift de slang via de mond naar binnen tot in de slokdarm of twaalfvingerige darm. Aan het uiteinde van de slang zit een mini-camera,  Hierdoor kan de arts de binnenkant van de slokdarm of het begin van de dunne darm bekijken en zien waar de vernauwing zit. 

De arts schuift de ingeklapte stent op de plaats van de vernauwing. De stent klapt zichzelf uit en drukt zich vast op de hoogte van de tumor. Hierdoor wordt de vernauwde doorgang opgerekt en kan voedsel er weer makkelijker doorheen.

Voor deze ingreep krijg je een roesje. 

Klachten van een stent

Door een stent in de slokdarm kun je last krijgen van oprispingen en brandend maagzuur. Hierbij komt de voeding ‘weer omhoog’. Je kunt dan pijn achter het borstbeen hebben.

Andere klachten bij een stent zijn:

• De stent kan verstopt raken, bijvoorbeeld als er eten in blijft steken of de tumor er doorheen groeit. 
• De stent kan verschuiven door de bewegingen van de slokdarm of dunne darm zelf.  

Neem altijd contact op met je arts of verpleegkundige als je klachten hebt of veranderingen bemerkt.