Voeding en maagkanker

Door maagkanker kun je problemen met eten en drinken krijgen. Op deze pagina lees je beknopte informatie over de meest voorkomende klachten. Via de links vind je uitgebreidere informatie en tips op voedingenkankerinfo.nl.

Afvallen

Als maagkanker wordt ontdekt, zijn mensen vaak al erg afgevallen. Het is nadelig voor de behandeling als je afvalt of veel afgevallen bent. Als het nodig is om aan te komen, zal een diëtist je hierbij begeleiden. Soms is sondevoeding nodig. 

Sondevoeding

Bij maagkanker is soms sondevoeding nodig als je moet aankomen voor de behandeling. Ook na een operatie krijg je soms een tijdje sondevoeding. Door sondevoeding kom je makkelijker aan en krijg je alle belangrijke voedingsstoffen binnen.

Sondevoeding is vloeibare voeding die via een slangetje in je lichaam komt. De sondevoeding komt via slangetje direct in de dunne darm. Lees verder over sondevoeding.

Problemen na een maagoperatie

Brandend maagzuur of zuurbranden bij maagkanker

Mensen met maagkanker hebben vaak last van brandend maagzuur. Een ander woord voor brandend maagzuur is zuurbranden. 

Je kunt last krijgen van brandend maagzuur na een operatie. Het komt vooral veel voor als het bovenste stuk van de maag is weggehaald. Het maagzuur en het eten komt makkelijk weer terug van je maag in de slokdarm. De maagkleppen die normaalgesproken voorkomen dat maaginhoud weer in de slokdarm komt, zijn namelijk bij de operatie verwijderd. 

Bespreek je problemen met de arts of verpleegkundige. Mogelijk helpen maagzuurremmers. Lees ook de voedingstips bij zuurbranden.

Overgeven na de operatie voor maagkanker

Na de operatie kun je 's ochtends gal overgeven. De medische naam hiervoor is gallige reflux. 

De gal komt uit de dunne darm. Als je ligt kan de gal vanuit de dunne darm de maag instromen. Dit kan gebeuren als de maagkleppen tijdens de operatie verwijderd zijn.  Die houden normaalgesproken de gal tegen.

Laat je arts weten als 's ochtends moet overgeven. Er zijn medicijnen die kunnen helpen. 

Dumpingsyndroom na een operatie voor maagkanker

Na een maagoperatie en zeker als de hele maag verwijderd is, komt het eten sneller en in grotere hoeveelheden in de dunne darm. Dit heet dumping. Dumping geeft vaak allerlei klachten, vooral bij drinken en vloeibaar eten. 

Meestal ontstaan de klachten binnen een halfuur tot 1 uur na de maaltijd. Je kunt dan last krijgen van:

• zweten
• hartkloppingen
• een gevoel flauw te vallen
• diarree
• een opgeblazen buik
• buikkramp

Deze klachten heten ook wel vroege dumpingklachten. 

Ook late dumpingklachten komen voor. Deze klachten ontstaan zo’n 1,5 tot 2 uur na de maaltijd. Voorbeelden zijn:

• zweten
• trillen
• hartkloppingen 
• slaperigheid 
• duizeligheid
• prikkelbaarheid
• nerveus gedrag
• problemen met concentreren

De eerste tijd na de operatie komen vroege dumpingklachten vaker voor dan late dumpingklachten. Jaren na de operatie nemen vroege dumpingklachten meestal af, omdat mensen dan geleerd hebben om kleine porties te eten. Late dumpingklachten nemen met de jaren vaak toe. Lees meer informatie en bekijk de voedingstips bij dumping.  

Bespreek de klachten ook met je arts en diëtist. Misschien helpt het om je voedingspatroon aan te passen.    

In de buismaagbrochure van patiëntenorganisatie SPKS staan ook veel tips voor mensen die geen maag of nog maar een deel van hun maag hebben.

Vitamine B12-tekort bij maagkanker

Mensen bij wie de maag of een deel van de maag is weggehaald, hebben een grote kans op een vitamine B12-tekort. Een van de oorzaken is dat de maag geen intrinsieke factor meer maakt. Deze stof is nodig om vitamine B12 op te nemen uit het eten.

Daarom krijgen mensen die een maagoperatie hebben gehad vaak extra vitamine B12. Als je je geen maag meer hebt, krijg je altijd vitamine B12-injecties. Is een deel van je maag verwijderd, dan krijg je alleen vitamine B12-injecties als het nodig is en je klachten hebt. Een tekort aan vitamine B12 kun je merken aan vermoeidheid, duizeligheid, concentratieproblemen en bloedarmoede.  

Andere tekorten van vitamines en mineralen

De diëtist of je (huis)arts houdt ook in de gaten of er geen tekort is aan andere vitamines of mineralen. Bijvoorbeeld door bloedonderzoek. Bij een tekort kan de diëtist je voedingsadviezen geven. Ook kun je medicijnen of voedingssupplementen voorgeschreven krijgen. 

Diarree bij maagkanker

Veel mensen hebben na een maagoperatie last van diarree. Diarree kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld dat het eten sneller van de maag naar de darmen gaat. Ook kun je diarree krijgen als de aansturing van de alvleesklier niet goed werkt. In dat geval is de ontlasting vaak ook vettig en blijft het aan de pot plakken. 

Bespreek je klachten met je MDL-arts, verpleegkundige of diëtist. Lees ook de voedingstips bij diarree en de buismaagbrochure van patiëntenorganisatie SPKS.

Syndroom van de kleine maag 

Na een maagoperatie is de maag kleiner dan normaal of is er helemaal geen maag meer. Het eten gaat veel sneller van de slokdarm naar de darmen. 
Hierdoor kun je problemen krijgen na het eten en drinken van bijvoorbeeld brood, vlees of melk. Dit verschilt per persoon. Een diëtist kan samen met je kijken wat je het beste kunt eten en drinken om problemen te voorkomen.

Problemen met het zakken van eten 

Na een operatie zakt het eten soms minder goed door het spijsverteringskanaal. Deze klachten heten ook wel ‘passageklachten’. Op de plek waar de chirurg de maag na de operatie aan de slokdarm of de dunne darm heeft vastgemaakt, kan de doorgang vernauwd zijn. Na verloop van tijd worden de klachten meestal minder. Bekijk meer informatie over passageklachten. 

Zoek een diëtist 

Als je last hebt van 1 of meer van deze klachten, vraag dan persoonlijk advies over jouw situatie. Bijvoorbeeld aan een diëtist oncologie. Zoek altijd iemand die ervaring heeft met het begeleiden van mensen met maagkanker of met mensen die door andere oorzaken geen maag meer hebben.