Gevolgen bij maagkanker

Door maagkanker verandert er veel in je leven. Niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch. Bespreek je problemen met de arts of verpleegkundige, bijvoorbeeld tijdens de controles in het ziekenhuis. Door je problemen te delen, kan de arts misschien iets tegen de klachten doen of je doorsturen voor meer begeleiding. 

De meest voorkomende klachten op de langere termijn bij maagkanker zijn:

Problemen met eten en drinken

Na de behandeling kun je problemen hebben met eten en drinken, zoals:

• afvallen
• brandend maagzuur of zuurbranden
• overgeven
• dumpingsyndroom
• vitamine B12-tekort
• diarree
• syndroom van de kleine maag
• problemen met het zakken van eten

Lees verder over deze klachten in de tekst over voeding en maagkanker. 

Vermoeidheid 

Na de behandeling kun je nog lang moe blijven. Lees meer over vermoeidheid na kanker.

Bewegen kan helpen om minder moe te zijn. Lees meer over sport en bewegen bij kanker.

Neuropathie bij maagkanker

Bepaalde soorten chemotherapie (docetaxel, oxaliplatin, capecitabine) kunnen de zenuwuiteinden beschadigen. Dit heet perifere neuropathie.

Je kunt last hebben van:

• tintelend of verdoofd gevoel in vingertoppen en tenen
• lichte gevoelloosheid van voetzolen, lippen, kin en neus
• verstoring van het gevoel van kou en warmte
• krachtverlies in benen en/of armen
• spier- en gewrichtspijn
• erectiestoornissen

Deze klachten zijn meestal meteen na de behandeling het ergst. Het kan zijn dat de klachten pas enkele dagen na de behandeling beginnen. Ze verdwijnen meestal binnen enkele maanden. Soms houden ze langer aan of zijn ze blijvend. Lees meer over neuropathie bij kanker

Hartschade door de behandeling van maagkanker

Door chemotherapie of doelgerichte therapie kan het hart beschadigen. Deze beschadiging kan jaren na de behandeling leiden tot hartfalen. 

Bij hartfalen pompt het hart minder krachtig. Daardoor komen er minder voedingsstoffen en zuurstof in het lichaam Daar kun je verschillende klachten van krijgen. 

De meest voorkomende klachten bij hartfalen zijn:

• vermoeidheid
• kortademigheid, vooral bij inspanning
• opgezette benen en enkels omdat het lichaam vocht vasthoudt
• onrustig slapen
• ’s nachts vaak plassen

Als je bovenstaande klachten herkent, neem dan altijd contact op met je  huisarts of arts in het ziekenhuis. 

Het niet kunnen ophouden van ontlasting of ongewild verlies van ontlasting 

Bij het verwijderen van (een deel van) de maag wordt de zenuw beschadigt die de kringspier aanstuurt. Daardoor kan  het moeilijk zijn om de ontlasting op te houden. 

Heb je last van diarree en werken je bekkenbodemspieren niet goed, dan kun je ongewild ontlasting verliezen. Dat is heel vervelend probleem. Het kan je onzeker maken en invloed hebben op je sociale leven. 

Mogelijk kan behandeling door een bekkenbodemfysiotherapeut helpen.  Vind een bekkenbodemfysiotherapeut. 

Je arts kan ook medicijnen voorschrijven om de ontlasting dikker te maken.