Controle en nazorg na allogene stamceltransplantatie
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonHeb je een allogene stamceltransplantatie gehad, dan kom je na de behandeling nog regelmatig terug voor controle bij de arts. De eerste 3 maanden bezoek je vaak wekelijks de polikliniek. Daarna wordt de frequentie van controlebezoeken aangepast aan hoe het gaat. Ook krijg je medicijnen om infecties en graft-versus-host-ziekte te voorkomen. Zo nodig krijg je ook bloedtransfusies.
Controles door de arts
Tijdens de controles wordt bloed afgenomen om te onderzoeken. Als blijkt dat je te weinig bloedplaatjes of bloedcellen hebt, kan een bloedtransfusie nodig zijn.
De arts onderzoekt je regelmatig op infecties, graft-versus-host-ziekte en andere complicaties (bijwerkingen van geneesmiddelen, problemen aan nieren, longen of andere organen).
Medicijnen om infecties en graft-versus-host-ziekte te voorkomen
- De eerste 3-6 maanden na de allogene stamceltransplantatie krijg je medicijnen om graft-versus-host ziekte tegen te gaan. Als graft-versus-host-ziekte optreedt, zijn meestal langer medicijnen nodig.
- Je krijgt minimaal 12 maanden lang antibiotica en antivirusmiddelen
Inentingen om infectieziekten te voorkomen
Vanaf 6 maanden tot 1 jaar na transplantatie wordt je ingeënt om infectieziekten te voorkomen. Ook word je ingeënt tegen bepaalde kinderziekten.
Bloedtransfusies na een stamceltransplantatie
Tijdens de dip kun je een tekort aan rode bloedcellen en bloedplaatjes krijgen. Je krijgt dan bloedtransfusies om bloedarmoede en eventuele bloedingen te voorkomen.