Behandeling van teruggekeerde baarmoederkanker

Er is een kleine kans dat baarmoederkanker terugkomt na de behandeling. Ook als baarmoederkanker terugkomt, kun je soms nog genezen. 

Welke behandeling je krijgt als baarmoederkanker terugkomt, hangt af van: 

• de plek waar de kanker is teruggekeerd 
• hoe uitgebreid de kanker is
• welke behandeling je eerder al hebt gehad

Behandeling van teruggekeerde baarmoederkanker zonder uitzaaiingen

Komt de kanker terug in het bekken en heb je geen uitzaaiingen op andere plekken van je lichaam? Dan kun je meestal een genezende behandeling krijgen.

De arts adviseert meestal bestraling en/of een operatie. Deze behandelingen bieden de beste kans op genezing. 

Uitgebreide operatie

Soms is een uitgebreide operatie noodzakelijk (exenteratie). Bij deze operatie verwijdert de arts alle kanker uit het kleine bekken. 

Vaak is de kanker niet los te maken van de blaas en/of de urineleiders. Dan moet de blaas ook verwijderd worden. Dit heet een voorste exenteratie. Je krijgt dan een urinestoma. Dit is een kunstmatige uitgang voor de urine via de buik. 

Soms is de kanker vergroeid met de dikke darm. Dan moet een stuk van de darm verwijderd worden. Dat heet een achterste exenteratie. In dat geval krijg je een darmstoma. Dit is een kunstmatige uitgang voor de ontlasting via de buik. 

Heel soms moet de arts een achterste en een voorste exenteratie doen om alle tumoren te kunnen verwijderen. 

Behandeling van teruggekeerde baarmoederkanker met uitzaaiingen

Wanneer de kanker bij terugkeer is uitgezaaid naar andere organen, is een genezende behandeling niet meer mogelijk. Meestal krijg je dan hormonale therapie of chemotherapie. Doel is dan om de ziekte te remmen en klachten te verminderen. Heb je maar 1 uitzaaiing, dan kun je soms een operatie en/of bestraling krijgen.

Vooral bij chemotherapie is het belangrijk om samen met je arts een goede afweging te maken tussen de voor- en nadelen van chemotherapie. Als je nog geen klachten hebt, kan het soms verstandig zijn om nog even te wachten met behandelen. Voor je levensverwachting maakt dat niet uit. De arts bespreekt dit met je.

De arts bespreekt met je wat in jouw situatie de beste behandeling is. Je kunt ook besluiten dat je geen behandeling wilt.