TUR blaas (TURB) bij blaaskanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Bij blaaskanker krijg je vaak een TUR blaas (TURB): een operatie via de plasbuis. De arts onderzoekt zo welk soort blaaskanker je hebt. Hij of zij kan de tumor tijdens deze ingreep deels of helemaal weghalen. Dan is het een onderzoek en een behandeling in één.

TUR staat voor: een TransUrethrale Resectie. Resectie betekent verwijderen en transurethraal betekent dat dit via de plasbuis gebeurt. Soms wordt het weghalen van een tumor via een TUR blaas ook een TURT genoemd. Met de T van tumor.

Lees op deze pagina over:

Hoe gaat een TUR blaas?

Voor een TUR blaas word je opgenomen in het ziekenhuis. Je krijgt een plaatselijke verdoving met een ruggenprik of een volledige narcose. De arts bespreekt dit met je.

Bij een TUR blaas gebruikt de arts een dunne, metalen draad. Deze draad heet een lis. Met de lis verwijdert hij of zij de tumor uit de blaas.

De lis komt via je plasbuis de blaas in. Je arts brengt hiervoor eerst een starre buis in je plasbuis waaraan een kleine camera zit. Dat is de cystoscoop. Daarmee kan de arts je blaas bekijken. De lis komt via de cystoscoop in je blaas. Door de lis stroomt elektriciteit. Zo kan de arts laagje voor laagje de tumor wegschrapen.

Tijdens de TUR blaas spoelt de uroloog je blaas. Het spoelwater wordt opgevangen en gezeefd om de weggesneden stukjes weefsel te verzamelen. De patholoog onderzoekt het tumorweefsel onder de microscoop. Zo wordt duidelijk om wat voor soort blaaskanker het gaat.

Een TUR blaas is een onderzoek en een behandeling

Een TUR blaas is een onderzoek waarbij de arts kijkt hoever de tumor in de blaaswand is gegroeid. Als de tumor in de spierlaag groeit, heet de kanker spierinvasieve blaaskanker. Zit de tumor niet in de spierlaag, dan heet het niet-spierinvasieve blaaskanker.

Een TUR blaas is ook een behandeling. De arts schraapt bij een TUR blaas de tumor zo veel mogelijk weg uit de blaas. Soms lukt het om de hele tumor te verwijderen.

De uitkomst van de TUR bepaalt hoe het verder gaat. Lees over mogelijke uitkomsten van de TUR.

Uitkomst TUR: niet-spierinvasieve blaaskanker

Bij niet-spierinvasieve blaaskanker kan de arts tijdens de TUR blaas de tumor vaak helemaal verwijderen. Meestal krijg je daarna nog regelmatig een kijkonderzoek van de blaas en soms ook urineonderzoek.

Na de TUR is er soms een behandeling nodig met een blaasspoeling. Dat hangt af van hoeveel tumoren er in de blaas zitten, hoe groot ze zijn en hoe agressief de kankercellen zijn (de differentiatiegraad). De arts laat je dit weten.

Uitkomst TUR: spierinvasieve blaaskanker (de tumor zit in de spierlaag)

Als de tumor wel in de spierlaag van de blaas is gegroeid, heb je spierinvasieve blaaskanker. Dan krijg je verder onderzoek. Daarmee wil de arts nagaan of de tumor ook in andere organen in de buurt van de blaas is gegroeid. En of je uitzaaiingen hebt.

Je kunt de volgende onderzoeken krijgen:

Operatie van een tumor in de blaas (TURT)

De dokter heeft een tumor in je blaas gevonden. De dokter wil de tumor weghalen met een operatie. In dit korte filmpje wordt uitgelegd hoe dat gaat. En wat belangrijk is vooraf. Maar ook waar je op moet letten na de operatie.

Gevolgen van een TUR blaas

Bij elke operatie heb je kans op complicaties. Dat geldt ook voor een TUR blaas. Er kan bijvoorbeeld een gaatje in de blaas ontstaan. Of je kunt last krijgen van een bloeding of een infectie, of een vernauwing van de plasbuis door de ingreep.

Gaatje in de blaas tijdens de TUR

Tijdens de TUR blaas kan er een gaatje in de blaas ontstaan. Dit komt heel weinig voor. De kans hierop hangt af van de grootte en de plaats van de blaastumor.

Door het gaatje kan de vloeistof waarmee de blaas wordt gespoeld tijdens de TUR naar buiten lekken. Bijvoorbeeld in de buikholte. Bij veel lekkage besluit de uroloog soms om te stoppen met de operatie.

Een klein gaatje in de blaas gaat meestal vanzelf weer dicht, wel moet dan de blaaskatheter wat langer blijven zitten om de wond te laten genezen. Heel soms wordt het gaatje wat groter of gaat het niet vanzelf dicht. Dan kan er een operatie nodig zijn om het gaatje dicht te maken.

Bloed in de urine door een bloeding van de blaas

Na de TUR blaas kun je een blaasbloeding krijgen. Meestal stopt zo’n bloeding vanzelf. Soms is een nieuwe kijkoperatie nodig om het bloedvat dicht te branden.

Soms kun je moeilijk plassen omdat je bloed of bloedstolsels in je urine hebt. Je krijgt dan een blaaskatheter. Dat is een flexibel slangetje dat via de plasbuis in je blaas wordt gebracht. Via deze slang loopt de urine uit de blaas in een opvangzak. De blaas kan dan eventueel worden gespoeld om bloed(stolsels) te verwijderen. De arts verwijdert de katheter als er geen bloedstolsels meer in je urine zitten.

Infectie

Een infectie na een blaasoperatie komt soms voor. Door de infectie kun je koorts krijgen. Je krijgt dan antibiotica. Sommige mensen krijgen lang na de operatie nog een ontsteking. Bij mannen kan dat een bijbalontsteking zijn.

Vernauwing plasbuis

Mannen krijgen soms na de TUR blaas een vernauwing van de plasbuis. Dan kan een nieuwe operatie nodig zijn.

Colofon

Met medewerking van:

illustratie-arts-vrouw

Dr. Annemarie Leliveld-Kors

Uroloog-oncoloog, UMCG

Foto Richard Meijer

Dr. Richard Meijer

Uroloog-oncoloog, UMC Utrecht

LinkedIn

Logo NVU

Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)

logo patientenvereniging blaas of nierkanker

Patiëntenvereniging blaas- of nierkanker

Patiëntenorganisatie

Website

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: november 2022