Behandeling van plasbuiskanker per stadium
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonDe behandeling die je voor plasbuiskanker krijgt, hangt onder andere af van het stadium van de kanker. Met stadium bedoelen we hoever de ziekte is.
Lees op deze pagina over:
- Behandelingen bij stadium 0 plasbuiskanker
- Behandelingen bij stadium 1 en 2 plasbuiskanker
- Behandelingen bij stadium 3 plasbuiskanker
- Behandelingen bij uitgezaaide plasbuiskanker (stadium 4)
Weet je het stadium niet? Je kunt dit navragen bij je arts. Het staat ook in je patiëntendossier.
Bekijk alle behandelingen bij plasbuiskanker.
Behandeling van plasbuiskanker stadium 0
Bij stadium 0 zit plasbuiskanker alleen nog in het slijmvlies. Of heb je alleen nog een voorstadium van kanker. Je krijgt dan een operatie waarbij de arts de tumor of de afwijkende cellen wegschraapt. Of wegsnijdt met laserlicht. Je houdt dan je plasbuis.
Behandeling van plasbuiskanker stadium 1 en 2
Is de tumor door het slijmvlies heen gegroeid? Dan heb je een grotere operatie nodig. De arts haalt dan een deel van je plasbuis weg. Of je hele plasbuis.
Soms krijg je ook nog bestraling of chemotherapie na de operatie om de kans kleiner te maken dat de tumor terugkomt.
Doel van deze behandeling is genezing.
Behandeling van plasbuiskanker stadium 3
Bij stadium 3 is plasbuiskanker uitgezaaid in een of meer lymfeklieren in de liezen. Je kunt dan vaak nog een behandeling krijgen waardoor je kunt genezen.
Meestal krijg je een operatie. De arts haalt de tumor weg, en de plasbuis – of een deel daarvan. Is de tumor erg groot? Dan haalt de arts soms ook een deel van de blaas, vagina, penis of prostaat weg. Soms moet de arts de penis of vagina helemaal weghalen. De arts haalt ook de lymfeklieren uit je lies weg.
Soms krijg je na de operatie ook bestraling of chemotherapie om de kans kleiner te maken dat de kanker terugkomt.
Behandeling van uitgezaaide plasbuiskanker (stadium 4)
Heb je plasbuiskanker met uitzaaiingen in andere organen? Dan kun je niet meer beter worden. Vaak kun je nog wel behandelingen krijgen, zodat je minder klachten hebt. Of langer kunt leven met je ziekte. Artsen noemen dit palliatieve behandelingen.
Je kunt deze behandelingen krijgen:
Je kunt ook hulp en begeleiding krijgen bij:
- omgaan met lichamelijke klachten, bijvoorbeeld pijn of erg moe zijn
- omgaan met angst en depressie
- levensvragen, bijvoorbeeld: wat is nu nog belangrijk voor mij?
Lees verder over palliatieve zorg bij kanker.