Behandeling bij kanker als je zwanger bent

Een kankerbehandeling tijdens de zwangerschap is meestal mogelijk. Wel is het soms nodig om de behandeling uit te stellen of aan te passen.

Het behandelteam overlegt wat in jouw situatie de beste behandeling is. En wanneer je met de behandeling kunt starten.

Het team houdt daarbij rekening met:

• het aantal weken dat je zwanger bent
• je ziekte
• de standaardbehandeling die je zou krijgen als je niet zwanger was
• het doel van je behandeling

Kun je dezelfde behandeling krijgen als een niet-zwangere vrouw, dan heeft dit altijd de voorkeur. Maar soms is het nodig de behandeling aan te passen of uit te stellen vanwege de zwangerschap.

Je arts bespreekt samen met jou de mogelijkheden en de risico’s. Daarna neem je samen met je arts (en je partner) een beslissing over je behandeling en je zwangerschap. 

Hoeveel weken je zwanger bent, maakt uit

Het aantal weken dat je zwanger bent, speelt een belangrijke rol bij beslissingen over de behandeling en de planning van de behandeling.

Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken. Deze periode bestaat uit 3 periodes van 3 maanden (trimesters). Tijdens elk trimester gaat de baby door verschillende stadia van ontwikkeling.

Het eerste trimester: week 0 tot 13 (maanden 0 tot 3)

In de eerste 3 maanden van je zwangerschap gebeurt er heel veel. Alle belangrijke organen worden aangelegd. Ook de placenta ontwikkelt zich in deze periode. Daarom geven artsen in het eerste trimester (tot 12 weken) liever geen chemotherapie. En ook buikoperaties stellen ze liever uit tot na deze periode.

Het tweede trimester: week 14 tot 27 (maanden 4 tot 6)

In deze periode groeit je baby hard. De longen, het hart en de hersenen ontwikkelen zich verder. Vanaf deze periode kun je chemotherapie krijgen.

Vanaf 24 weken heeft de baby een kans om te overleven als die wordt geboren. De kans op overleving van je kindje neemt daarna per week meer toe.

Het derde trimester: week 28 en verder (maanden 7 tot 9)

Dit is het laatste stadium van de ontwikkeling van je baby. In dit trimester wordt je baby zwaarder.

Als je in het derde trimester een kankerdiagnose krijgt, is het soms mogelijk om de behandeling uit te stellen tot na de bevalling. Dit hangt ook af van het soort kanker dat je hebt.

Soms kan de arts de behandeling aanpassen, om de kanker tot na de bevalling onder controle te houden. Na de geboorte van je kind kun je dan de volledige behandeling krijgen.

Een andere optie is om de bevalling in te leiden. Voor de ontwikkeling van het kind is het beter om daarbij te wachten tot week 37 of later.

Je ziekte bepaalt of snel behandelen nodig is

Je arts kijkt naar de soort kanker die je hebt, hoe snel de kanker groeit en het stadium van de ziekte bij de diagnose. Al deze informatie speelt een belangrijke rol bij beslissingen over de behandeling en de planning van de behandeling.

Langzaam groeiende kanker

Groeit de kanker bij jou langzaam? Dan kan je arts voorstellen om te wachten met behandelen. Je gaat dan wel regelmatig op controle. Dit heet afwachtend beleid. Wanneer de kanker begint te groeien, is het vaak wel nodig om met de behandeling te starten.

Ben je al in ver in de zwangerschap als je de diagnose kanker krijgt? Dan kan de arts adviseren om de behandeling uit te stellen tot na de bevalling.

Snelgroeiende kanker of kanker in een hoog stadium

Heb je een snelgroeiende soort kanker of vergevorderde kanker? Dan adviseert de arts meestal om zo snel mogelijk met de behandeling te starten.

Als je minder dan 3 maanden zwanger bent, kan je arts je adviseren om de zwangerschap af te breken. Zo kun je meteen daarna een behandeling tegen kanker krijgen.

Ben je in de laatste 3 maanden van je zwangerschap, dan kun je van je arts het advies krijgen om eerder te bevallen. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer je intensieve chemotherapie nodig hebt. Na de geboorte van je kind start je dan met de chemotherapie.