Oorzaken en risicofactoren van leverkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonLeverkanker ontstaat meestal als de lever al beschadigd is door een chronische leverziekte. Soms ontstaat ook leverkanker bij iemand die geen leverziekte heeft. Hoe dat komt, is niet duidelijk.
Deze aandoeningen geven een grotere kans op leverkanker:
Levercirrose
Bij ongeveer 8 van de 10 mensen met leverkanker is levercirrose de oorzaak. Bij levercirrose ontstaat er littekenweefsel in de lever. Hierdoor raken de levercellen beschadigd. Na een tijd is er zo veel littekenweefsel, dat levercellen doodgaan. Hierdoor kan de lever niet goed meer werken.
Levercirrose kan ontstaan door een chronische infectie van de lever (hepatitis), door lange tijd vaak en veel alcohol te drinken of door ernstig overgewicht. Lees meer over levercirrose op de website van de Maag Lever Darm Stichting.
Heb je levercirrose? Drink dan geen alcohol. Alcohol vergroot de kans om leverkanker te krijgen.
Mensen met levercirrose krijgen regelmatig controle-onderzoeken. De leverarts (hepatoloog) of radioloog kijkt dan met een echografie of er knobbels op de lever zitten.
Chronische hepatitis B zonder levercirrose
Chronische hepatitis B is een langdurige ontsteking van de lever. De oorzaak is een infectie met het hepatitis B-virus.
Een deel van de mensen met chronische hepatitis B krijgt na een tijd levercirrose en heeft daardoor meer kans om leverkanker te krijgen.
Sommige mensen met chronische hepatitis B zonder levercirrose hebben ook een hogere kans om leverkanker te krijgen.