Chemotherapie bij alvleesklierkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonSommige mensen met alvleesklierkanker krijgen chemotherapie vóór of na de operatie. Ook kan chemotherapie een behandeling zijn bij uitgezaaide alvleesklierkanker. Je krijgt de behandeling van een internist-oncoloog. Dat is een arts met veel kennis van medicijnen tegen kanker.
Op deze pagina lees je over:
- Wel of geen chemotherapie?
- Chemotherapie bij uitgezaaide alvleesklierkanker
- Chemotherapie en operatie bij alvleesklierkanker
- Bijwerkingen van chemotherapie bij alvleesklierkanker
Wel of geen chemotherapie?
Chemotherapie bij alvleesklierkanker is vaak een zware behandeling. De medicijnen die je krijgt hebben (veel) bijwerkingen. Het doel van de chemotherapie is om je leven te verlengen en dat je ook minder klachten hebt van de ziekte.
Maar soms zijn de bijwerkingen zo zwaar, dat de arts de behandeling aanpast. Bijvoorbeeld door de dosis van de medicijnen te verlagen, of de rustpauze tussen de kuren langer te maken.
Misschien wil je zelf stoppen met de chemotherapie, of stelt je arts dit voor. Bij het maken van een keuze is het goed om stil te staan bij wat voor jou belangrijk is. En om dat met je naasten en je arts te bespreken. Ook is het goed dat je weet welke bijwerkingen de chemotherapie kan hebben.
Chemotherapie bij uitgezaaide alvleesklierkanker
Chemotherapie kan een behandeling zijn bij uitgezaaide alvleesklierkanker. Met de behandeling probeert je arts de ziekte te remmen. En ervoor te zorgen dat je minder klachten krijgt door de kanker.
Welke chemotherapie bij uitgezaaide alvleesklierkanker?
Is je conditie goed genoeg, dan zal je arts waarschijnlijk FOLFIRINOX voorstellen. Dat is een combinatie van verschillende soorten chemotherapie. Het is een zware behandeling. Soms krijg je andere medicijnen bijvoorbeeld omdat je een minder goede conditie hebt.
Chemotherapie bij uitgezaaide alvleesklierkanker
Chemotherapie en operatie bij alvleesklierkanker
Chemotherapie kan een behandeling zijn voordat de arts je opereert aan alvleesklierkanker. Maar ook daarna. Als je een operatie krijgt, krijg je daarna meestal ook chemotherapie.
Chemotherapie voor de operatie
Als je alvleesklierkanker hebt, krijg je soms eerst chemotherapie voordat de arts je opereert en de tumor verwijdert. Door de chemotherapie wordt de tumor kleiner en dan kan de arts de tumor beter ‘radicaal’, dat betekent helemaal, weghalen. De chirurg bespreekt met je of chemotherapie voor de operatie zinvol kan zijn. Chemotherapie voor de operatie heet ook wel een ‘neoadjuvante behandeling’.
Je arts vertelt of je in aanmerking komt voor chemotherapie voor de operatie. Het maakt uit welk stadium alvleesklierkanker je hebt. Chemotherapie voor de operatie is standaard voor mensen met een ‘borderline resectabel alvleesklierkanker’. Bij ‘resectabele alvleesklierkanker’ is chemotherapie voor de operatie niet gebruikelijk, maar kun je het soms wel in studieverband krijgen.
Chemotherapie na de operatie
Je krijgt meestal ook chemotherapie na de operatie van alvleesklierkanker. Soms krijg je voor én na de operatie chemotherapie. Met de chemotherapie wil de arts de achtergebleven kankercellen vernietigen. En ook mogelijke uitzaaiingen die de arts met het blote oog of met onderzoek nog niet kan zien.
Als je chemotherapie krijgt na een operatie, kun je verschillende medicijnen krijgen. Dat ligt aan hoe fit je bent. Heb je een goede conditie, dan krijg je waarschijnlijk FOLFIRINOX. Dat is een combinatie van verschillende soorten chemotherapie. Het is een zware behandeling. Daarom is deze behandeling niet voor iedereen geschikt.
Heb je een minder goede conditie, dan kun je misschien het medicijn gemcitabine krijgen, dit is een minder zware chemokuur.
Er is veel onderzoek naar chemotherapie bij alvleesklierkanker. Je kunt je arts vragen of er onderzoek is waaraan je mee kunt doen. Bekijk de studies voor alvleesklierkanker.
Chemotherapie voor of na een operatie bij alvleesklierkanker
Bijwerkingen van chemotherapie bij alvleesklierkanker
Vraag aan je arts welke bijwerkingen de chemotherapie kan geven. Dat ligt aan de medicijnen die je krijgt. Enkele bijwerkingen kunnen zijn:
- Bloedarmoede.
- Diarree.
- Last van je blaas, bijvoorbeeld pijn bij het plassen of moeilijker kunnen plassen.
- Meer last van infecties, met kans op hoge koorts. Dat komt omdat je door de chemotherapie minder bloedcellen en bloedplaatjes hebt.
- Je moe voelen.
- Tintelingen of pijn aan je handen of voeten. Dit heet neuropathie. Het komt doordat de chemotherapie je zenuwbanen beschadigt.
- Misselijkheid.
- Haaruitval.
Chemotherapie, bijwerkingen en tips
Hoe werkt chemotherapie?
Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door je lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen de kankercellen bereiken.
Chemotherapie doodt helaas ook gezonde cellen. Daardoor krijg je waarschijnlijk last van bijwerkingen.
Behandeling met chemotherapie is in de vorm van een kuur. Je krijgt een periode medicijnen en een periode niet. Vaak bestaat de behandeling uit een reeks chemokuren.