Problemen met voeding bij alvleesklierkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonAls je alvleesklierkanker hebt, krijg je vaak problemen met je voeding. Dat komt omdat de alvleesklier belangrijk is voor de vertering van je eten.
Lees meer over de voedingsproblemen bij alvleesklierkanker:
Vetdiarree
Veel mensen met alvleesklierkanker hebben ‘vette diarree’ of ‘vetdiarree’. Je poep is dan vet, licht van kleur, blijft drijven of plakt vast aan de wc-pot. Soms zitten er stukjes onverteerd eten in je poep. Door de kanker maakt de alvleesklier minder enzymen die helpen bij de vertering. Het vet komt daarom meteen in je poep terecht.
Het helpt niet om minder vet te gaan eten. Wel kun je medicijnen krijgen tegen vetdiarree. Ook kunnen de algemene tips bij diarree je helpen.
Heb je vragen? Stel ze aan de verpleegkundige, je arts of aan de diëtist.
Geelzucht
Geelzucht komt vaak voor bij alvleesklierkanker. Bij geelzucht komt er gal in je bloed. Dat komt meestal omdat de tumor je galwegen verstopt. De arts noemt dat een galwegafsluiting. Door de afsluiting hoopt de gal zich op in je lever en komt dan in je bloed terecht. Zo ontstaat geelzucht. Je krijgt dan een gele huid en ook je oogwit kleurt geel. Ook wordt je ontlasting heel licht en je plas donker. Sommige mensen krijgen last van jeuk.
Diabetes (suikerziekte)
Bij alvleesklierkanker kun je last krijgen van diabetes. Dan heb je een tekort aan insuline. Daardoor zit er te veel suiker in je bloed en is je bloedsuiker te hoog.
De alvleesklier maakt insuline. Bij alvleesklierkanker gebeurt dat minder goed. Je kunt medicijnen krijgen en de diëtist kan je tips geven over wat je wel of niet kunt eten.
Lees verder over diabetes op de website van het Diabetesfonds.
Maagproblemen
Na een operatie voor alvleesklierkanker kun je last krijgen van je maag:
De maag leegt sneller dan normaal (dumping)
Als bij de operatie de sluitspier van de maag (de pylorus) verwijderd is, kun je last van dumping krijgen. Dit komt vooral voor bij een ‘klassieke Whipple-operatie’.
Na deze operatie komt je eten vanuit de maag sneller in de dunne darm terecht. Je kunt last krijgen van een opgeblazen gevoel, buikpijn, zweten, darmklachten of duizeligheid. Meestal merk je dit binnen een uur nadat je hebt gegeten. Artsen noemen dit het dumpingsyndroom.
Het kan helpen om rustig te eten en kleine hoeveelheden te nemen. Ook helpt het als je na het eten even gaat liggen.
De maag leegt langzamer dan normaal
Meestal werkt je maag ook minder goed als je complicaties hebt na de operatie. Zoals een naadlekkage of ontsteking. De maag leegt zich dan vaak langzamer dan normaal. Je kunt last krijgen van een vol gevoel, misselijk zijn of moeten overgeven.
Het kan helpen om langzaam te eten en kleine hoeveelheden te nemen. Eet liever ook niet te vet. Als je veel last hebt, kan de arts je medicijnen geven.
Misselijkheid
Door de chemotherapie kun je misselijk worden of gaan overgeven. Tips die je kunnen helpen tegen de misselijkheid staan op voedingenkankerinfo.nl.
Te weinig alvleesklierenzymen
Na de operatie maakt de alvleesklier geen enzymen meer. Die enzymen heb je wel nodig om voedsel te kunnen verteren. Daarom krijg je alvleesklierenzymen voorgeschreven.
Bekijk de video over alvleesklierenzymen.