Behandeling met hypomethylerende geneesmiddelen
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonPatiënten met intermediair-2- of hoog risico-MDS die niet met intensieve chemotherapie of stamceltransplantatie behandeld kunnen worden, kunnen in aanmerking komen voor behandeling met azacitidine (Vidaza®) of decitabine (Dacogen®).
Het duurt 2 tot 3 maanden voordat deze middelen effect hebben. Het bloedbeeld verbetert. Vaak verdwijnen ook de blasten (onrijpe cellen in het beenmerg). Bij een klein deel van de patiënten lijkt de ziekte zelfs volledig te verdwijnen. De behandeling duurt zolang het middel effectief is en de bijwerkingen niet ernstig zijn.
Afhankelijk van de ziekte kunnen niet-fitte oudere patienten na deze behandeling eventueel nog een behandeling met hydroxycarbamide krijgen. Dit is een vorm van chemotherapie.
Het duurt 2 tot 3 maanden voordat deze middelen effect hebben. Het bloedbeeld verbetert. Vaak verdwijnen ook de blasten (onrijpe cellen in het beenmerg). Bij een klein deel van de patiënten lijkt de ziekte zelfs volledig te verdwijnen. De behandeling duurt zolang het middel effectief is en de bijwerkingen niet ernstig zijn.
Afhankelijk van de ziekte kunnen niet-fitte oudere patienten na deze behandeling eventueel nog een behandeling met hydroxycarbamide krijgen. Dit is een vorm van chemotherapie.
Bijwerkingen van azacitidine/decitabine
De meest voorkomende bijwerkingen bij de behandeling met hypomethylerende middelen zijn.- vermoeidheid, duizeligheid en/of bleekheid.
- verhoogd risico op infecties
- sneller blauwe plekken en bloedingen
- maag-darmklachten, zoals verstopping, diarree, misselijkheid en overgeven
- een pijnlijke of geïrriteerde injectieplaats
- huiduitslag
- verminderde eetlust