Chemotherapie bij MDS
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonChemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door het lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen kankercellen bereiken.
Je krijgt deze behandeling als kuur: dit betekent dat je altijd een periode medicijnen krijgt en een periode niet. Bijvoorbeeld: je krijgt 1 week medicijnen en heeft daarna 3 weken rust. Je krijgt zo’n chemokuur meestal een paar keer achter elkaar.
Of je in aanmerking komt voor chemotherapie hangt af van het type MDS dat je hebt. Chemotherapie wordt bijvoorbeeld niet gegeven bij RA en RARS, omdat deze typen zelden overgaan naar acute myeloïde leukemie (AML). Maar wel bij RAEB, want daar is de kans dat de ziekte uiteindelijk overgaat in AML veel groter.
Intensieve chemotherapie
Intensieve chemotherapie bij MDS gebeurt met cytostatica die ook bij de behandeling van acute leukemie worden gebruikt. Het doel van deze behandeling is het bereiken van een complete remissie: er zijn geen kankercellen meer in het bloed of beenmerg te zien. Het beenmerg kan daarna weer voldoende normale bloedcellen aanmaken.
De middelen die vaak bij intensieve chemotherapie gebruikt worden, zijn:
- Daunorubicine, cytarabine en etoposide (DCE)
- FLAG-IDA (cytarabine, filgrastim, fludarabine, idarubicine)
- ICE (ifosfamide, carboplatine en etoposide)
Ook andere combinaties zijn mogelijk.
Bij intensieve chemotherapie ontstaat bijna altijd een periode waarin de bloedaanmaak sterk geremd is, de zogenaamde beenmergdip. Daarom word je voor deze kuren opgenomen in het ziekenhuis.
MDS kan meestal niet worden genezen met alleen chemotherapie. Na het bereiken van een complete remissie zal een allogene stamceltransplantatie het beste resultaat geven. Zonder stamceltransplantatie keert de ziekte vaak weer terug. Maar een stamceltransplantatie is niet altijd mogelijk.
Bijwerkingen en gevolgen van intensieve chemotherapie bij MDS
Chemotherapie doodt de abnormale cellen in het beenmerg. Maar het heeft ook invloed op gezonde cellen van het beenmerg. Hierdoor kan het beenmerg onvoldoende nieuwe gezonde bloedcellen aanmaken.
Door het tekort aan rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen heb je een groot risico op bloedingen en infecties. Deze periode duurt ongeveer 3-4 weken en wordt ‘de dip’ genoemd.
Tijdens deze periode moet je in het ziekenhuis blijven. Daarna zijn er meestal weer voldoende gezonde bloedcellen in het beenmerg uitgegroeid.
Transfusies
Om bloedingen te voorkomen zul je via het infuus bloedplaatjes krijgen. Om bloedarmoede te voorkomen zijn ook transfusies met rode bloedcellen nodig.
Infecties voorkomen
Het is in de praktijk meestal niet mogelijk om transfusies met witte bloedcellen te geven. Om infecties te voorkomen, geeft de arts meestal antibiotica. Toch ontstaan nog vrij vaak infecties. Om deze te bestrijden, geeft de arts gerichte antibiotica op basis van kweken. Meestal via een infuus.
Ook gelden strenge regels om infecties te voorkomen. Zowel voor jou, je bezoek als het verplegend personeel. Soms zul je apart van andere patiënten verpleegd worden.
Je kunt al een infectie hebben in je mond die tijdens de behandeling een probleem zou kunnen geven. Voordat de behandeling kan starten, bekijkt een tandarts of kaakchirurg daarom je gebit. Soms moet hij een tand of kies trekken.
Door het grote risico op infecties zijn soms hygiënische voedingsrichtlijnen nodig. Dit betekent vooral dat je bepaalde dingen niet moet eten, zoals ongepelde noten, onbewerkt vlees, beschadigd fruit en rauwmelkse kaas. En dat het belangrijk is om hygiënische voedingsmaatregelen te nemen. Bijvoorbeeld eten niet buiten de koelkast bewaren en altijd handen wassen voor de bereiding van eten. Je arts kan u meer informatie hierover geven.
Chemotherapie als palliatieve behandeling
Chemotherapie kan ook onderdeel zijn van een palliatieve behandeling, bedoeld om de ziekte af te remmen en de klachten te verlichten.