Beenmergonderzoek bij MDS
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonDe arts onderzoekt het beenmerg als bloedonderzoek aantoont dat:
- het aantal bloedcellen van een bepaalde soort te hoog of te laag is
- de verhouding tussen de verschillende typen witte bloedcellen abnormaal is
- er abnormale cellen in het bloed aanwezig zijn
Voor beenmergonderzoek is een beenmergpunctie en vaak een beenmergbiopsie nodig.
Beenmergpunctie
Bij dit onderzoek neemt de arts wat beenmerg weg uit de achterkant van het bekken of uit het borstbeen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. De verdoving gebeurt met een naald. Dat kan pijn doen. Na de verdoving prikt de arts met een speciale holle naald door het bot tot in het beenmerg. Daaruit zuigt hij of zij een kleine hoeveelheid merg op. Dat geeft een naar gevoel. Dit duurt een paar seconden.
Het beenmerg ziet eruit als bloed.
Biopsie
Heeft de arts meer informatie nodig over de samenstelling van het beenmerg, of is een beenmergpunctie niet mogelijk, dan doet de arts meestal een biopsie.
Hij of zij verwijdert een pijpje bot met daarin het beenmerg. Dit gebeurt vaak met de naald die ook voor de beenmergpunctie is gebruikt. Die werkt ongeveer zoals een appelboor.
Sommige patiƫnten krijgen op de plaats van het onderzoek een bloeduitstorting. Ook kan de plek nog een paar dagen pijnlijk zijn.
Uitslag onderzoek
De arts beoordeelt de cellen en/of het weefsel onder de microscoop. Hij of zij kijkt naar:
- de aantallen bloedcellen
- de verhouding tussen de verschillende soorten bloedcellen
- abnormale cellen
Aan de hand van de uitslag kan de arts zeggen of je MDS hebt. En om welk type MDS het gaat.
Herhalen beenmergonderzoek
Andere aandoeningen (zoals infecties) of medicijnen kunnen ook afwijkingen aan het beenmerg veroorzaken die erg op MDS lijken. Dit maakt het soms lastig om de diagnose MDS te stellen. Daarom is het soms nodig het beenmergonderzoek na enkele maanden te herhalen.