Operatie bij baarmoederhalskanker en een kinderwens (trachelectomie)
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonHeb je baarmoederhalskanker en een kinderwens? Dan kun je soms een operatie krijgen waarbij je baarmoeder blijft zitten. De medische term voor deze operatie is trachelectomie.
Lees op deze pagina over:
- Wanneer een trachelectomie?
- Hoe gaat een trachelectomie?
- Weefselonderzoek na de operatie
- Controles na de trachelectomie
- Zwanger worden na een trachelectomie
- In welke ziekenhuizen kun je terecht?
- Bijwerkingen en gevolgen
- Aanvullende behandeling
Wanneer een trachelectomie bij baarmoederhalskanker?
Een trachelectomie kan alleen als je geen uitzaaiingen in je lymfeklieren en andere organen hebt.
Om zeker te weten dat je geen uitzaaiingen in je lymfeklieren hebt, haalt de arts eerst alle lymfeklieren in je bekken weg. Die klieren worden onder de microscoop onderzocht. Zijn de lymfeklieren schoon? Dan kan de trachelectomie doorgaan.
Een andere voorwaarde voor een trachelectomie: de tumor is kleiner dan 4 cm. Is de tumor te groot, dan kun je voor de operatie misschien chemotherapie krijgen. Deze behandeling kan de tumor kleiner maken. Zo kun je soms toch nog geopereerd worden.
Er is nog niet genoeg bekend over het risico op terugkeer van de kanker bij een trachelectomie. Daarom gebeurt deze operatie zoveel mogelijk in onderzoeksverband. Je arts bespreekt daarom nog uitgebreider de voordelen en de nadelen van deze operatie met je. Je genezing staat voorop. De mogelijkheid om zwanger te worden komt op de tweede plaats.
Hoe gaat een trachelectomie?
Je gaat onder narcose voor de operatie. Of je krijgt een ruggenprik.
De arts haalt de hele baarmoederhals weg en het weefsel daaromheen. Ook haalt de arts het bovenste deel van de vagina weg. De baarmoeder blijft zitten. De arts maakt de vagina vast aan de baarmoeder.
De operatie gaat meestal via de vagina, soms via een snee in de buik en soms gedeeltelijk met een kijkoperatie.
Omdat de baarmoederhals veel korter is geworden, maakt de arts het onderste deel van de baarmoeder sterker met een bandje: een cerclage. Dit maakt de kans kleiner op een te vroege ontsluiting of een miskraam als je zwanger wordt. Je moet wel altijd met een keizersnede bevallen.
Na de operatie blijf je nog een paar dagen in het ziekenhuis.
Weefselonderzoek na de operatie
Een patholoog onderzoekt het weggehaalde weefsel onder de microscoop om te kijken of er afwijkingen in zitten. Met de uitslag wordt duidelijk hoe groot de tumor precies is. En of de baarmoederhalskanker alleen in de baarmoederhals zit. Ook wordt duidelijk of er uitzaaiingen zijn naar de lymfeklieren.
Controles na een trachelectomie
Baarmoederhalskanker kan terugkomen. Daarom blijf je onder controle bij de gynaecoloog. Van je arts hoor je hoe vaak de controles zijn. Uitstrijkjes zijn een vast onderdeel van de controles.
Zwanger worden na een trachelectomie
Na de operatie kun je nog zwanger worden. Vaak zijn hiervoor wel vruchtbaarheidsbehandelingen nodig. Daarom stuurt de arts je vóór de trachelectomie meestal al door naar een gynaecoloog die gespecialiseerd is in voorplanting. Na deze operatie moet een bevalling altijd met een keizersnee.
In welke ziekenhuizen kun je terecht voor een trachelectomie?
Er zijn maar een paar ziekenhuizen in Nederland die een trachelectomie doen. Dit zijn:
- het Leids Universitair Medisch Centru
- het Radboudumc in Nijmegen
- het UMC Utrecht
Je arts kan je naar een van deze ziekenhuizen verwijzen. Je kunt ook zelf om een verwijzing vragen.
Bijwerkingen en gevolgen van de trachelectomie
Een trachelectomie heeft gevolgen:
- Je vagina wordt een stukje korter. Seks is nog wel mogelijk, maar kan anders aanvoelen. Lees meer over seksuele veranderingen door baarmoederhalskanker.
- Na operatieve verwijdering van de lymfeklieren kun je last krijgen dikke benen, een dikke buik of dikke schaamlippen door vochtophoping. Dit heet lymfoedeem. Lees meer over lymfoedeem bij baarmoederhalskanker.
- Soms werkt de blaas na de operatie minder goed. Je voelt niet meer goed wanneer je moet plassen. Of je kunt niet goed uitplassen. Lees meer over plasklachten na de operatie.
Bespreek de gevolgen met je arts of verpleegkundige. Heb je behoefte aan extra begeleiding of hulp, vraag dan om een verwijzing. Bijvoorbeeld naar een (bekkenbodem)fysiotherapeut, oedeemtherapeut, of seksuoloog. Kijk voor adressen van zorgverleners bij jou in de buurt in onze gids Hulp bij kanker.
Aanvullende behandeling na een trachelectomie
Soms blijkt de tumor groter dan verwacht en/of is de tumor in de ophangbanden van de baarmoeder gegroeid. Dan is na de operatie soms nog een aanvullende behandeling nodig.
Als er kankercellen in de randjes van het weggehaalde weefsel of in de lymfeklieren zitten, krijg je vaak ook nog een behandeling. Dat kan bestraling zijn, gecombineerd met chemotherapie. Dit heet chemoradiatie.
Meestal is er na de operatie geen aanvullende behandeling meer nodig. Maar je blijft wel nog een paar jaar onder controle. Hoelang dat is, hangt af van je situatie. De arts bespreekt dit met je.