Oorzaken en risicofactoren van darmkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonEr is niet één oorzaak te geven van darmkanker. Wel zijn er dingen die de kans op darmkanker vergroten. Darmkanker komt vooral voor bij mensen ouder dan 50 jaar. Kanker is niet besmettelijk, ook darmkanker niet.
Leefstijl is belangrijk bij darmkanker. Door ongezond eten en weinig beweging kan de kans op darmkanker groter worden.
Overgewicht hebben, veel alcohol drinken en vaak bewerkt en rood vlees eten zijn risicofactoren voor darmkanker.
Lees verder op de website van WKOF over de relatie tussen voeding en darmkanker.
Niet-beïnvloedbare risicofactoren
Lees op deze pagina over:
- Darmpoliepen en darmkanker
- Chronische ontsteking van de dikke darm
- Als je eerder behandeld bent voor darmkanker
- Erfelijke aanleg voor darmkanker
Darmpoliepen en darmkanker
Een poliep is een bobbeltje binnenin de darmen. Bij een poliep is het slijmvlies aan de binnenkant van de darmen gaan woekeren. Poliepen zijn niet gevaarlijk, maar kunnen soms kwaadaardig worden. Als dat gebeurt, kan darmkanker ontstaan.
Je weet meestal niet dat je poliepen hebt, want je hebt eigenlijk nooit last van een poliep. Sommige mensen weten het wel, omdat ze een aangeboren aandoening hebben waardoor er veel poliepen in de darmen ontstaan zoals polyposis.
Chronische ontsteking van de dikke darm
Je hebt ook een grotere kans om darmkanker te krijgen bij een chronische ontsteking van de dikke darm. Zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. De kans op darmkanker wordt groter zo’n 10 jaar na de diagnose. Daarom krijgen mensen met chronische darmontsteking regelmatig een darmonderzoek.
Als je eerder behandeld bent voor darmkanker
De kanker kan terugkomen bij mensen die eerder darmkanker hebben gehad. Daarom blijven mensen een aantal jaren onder controle na de behandeling van darmkanker en endeldarmkanker.
Erfelijke aanleg voor darmkanker
Meestal speelt erfelijkheid geen rol bij darmkanker, maar heel soms wel.
Bij sommige families komt opvallend veel darmkanker voor. De arts stelt dan voor om te onderzoeken of er erfelijke aanleg is voor darmkanker.
Erfelijke aanleg betekent dat je een grotere kans hebt op darmkanker dan iemand zonder erfelijke aanleg.
Aandoeningen die de kans op darmkanker kunnen vergroten:
- het Lynch-syndroom
- Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP of AFAP)
- MUTYH geassocieerde polyposis (MAP)
De arts kan deze aandoeningen opsporen met erfelijkheidsonderzoek. De arts kijkt dan bijvoorbeeld of er een fout in het APC-gen zit. Ook kan de arts onderzoeken of er sprake is van microsatelliet instabiliteit (MSI).
Niet altijd wordt de oorzaak gevonden waarom er veel darmkanker voorkomt in families.
Mensen uit families waar veel darmkanker voorkomt, krijgen regelmatig een darmonderzoek.