Uitzaaiingen bij eierstokkanker

Eierstokkanker zaait meestal snel uit. Eerst verspreidt de ziekte zich naar de buikholte. Daarna kan eierstokkanker uitzaaien naar andere delen van het lichaam.

Kanker kan uitzaaien. Dat betekent dat kwaadaardige cellen kunnen losraken van de tumor en in een ander deel van het lichaam verder groeien. Een ander woord voor uitzaaiing is metastase.

Eierstokkanker zaait snel uit 

Epitheliale eierstokkanker zaait snel uit. Op het moment van de diagnose heeft 3 op de 4 vrouwen al uitzaaiingen. Epitheliale eierstokkanker is de meest voorkomende vorm van eierstokkanker.

Eerst verspreidt de ziekte zich naar de buikholte. Daarna kan de kanker uitzaaien naar andere delen van het lichaam.

Lees op deze pagina verder over:

• Uitzaaiingen in de buikholte, het buikvlies en het vetschort
• Uitzaaiingen in de lymfeklieren van het kleine bekken
• Uitzaaiingen in andere delen van het lichaam

Uitzaaiingen van eierstokkanker in de buikholte, het buikvlies en het vetschort

Cellen die losraken van een eierstoktumor komen eerst in het buikvocht terecht. Van daaruit verspreiden ze zich makkelijk in de buikholte.

In de buikholte kunnen de kankercellen uitgroeien tot uitzaaiingen op het buikvlies of in het vetschort.

Hieronder lees je meer over de buikholte, het buikvocht, het buikvlies en het vetschort. 

De buikholte 

De buikholte is het binnenste deel van de buik. Organen in de buikholte zijn de eierstokken, de maag, lever, galblaas, milt en de darmen. De baarmoeder ligt niet in de buikholte.

Het buikvlies

Het buikvlies is een dun vlies aan de binnenkant van de buikholte. Het buikvlies zit ook om de organen in de buik heen. Het bedekt een deel van de baarmoeder, de eierstokken met eileiders en de vagina. De medische term voor buikvlies is peritoneum.

Het buikvocht 

In de buik zit buikvocht. Het buikvlies maakt dit vocht aan. Het dient als ‘smeermiddel’ tussen de organen in de buik, zoals de darmen. Die kunnen dan soepel over elkaar heen kunnen glijden, bijvoorbeeld bij de spijsvertering.

Wanneer je uitzaaiingen in de buikholte hebt, kun je last krijgen van een teveel aan vocht in je buik. Dat heet ascites. Je hebt dan last van: 

• een gezwollen buik 
• pijn in de buik
• een vol gevoel in de maag
• benauwdheid
• continue druk op de blaas

Het vocht ontstaat door de kankercellen. Die maken extra vocht aan. Ook verstoppen ze vaak de afvoerwegen voor dit vocht. Het vocht kan dan niet goed weg.

De arts kan het teveel aan vocht via een slangetje in de buik verwijderen. Lees verder over vocht in de buik afvoeren.

Het vetschort

Aan de onderkant van de maag hangt een vetschort. Dit vetschort bedekt een groot deel van de darmen.

Kankercellen kunnen ook uitzaaien via het lymfestelstel. Zo ontstaan uitzaaiingen in de lymfeklieren. 

Meestal zaait eierstokkanker uit naar de lymfeklieren in het kleine bekken en rond de grote lichaamsslagader (aorta). Op de tekening zie je waar dit is.

Van daaruit kan de ziekte zich verder verspreiden naar lymfeklieren op andere plekken in het lichaam, bijvoorbeeld in de liezen, tussen de luchtpijp en de slokdarm, in de oksels of boven het sleutelbeen.

Eierstokkankerkanker verspreidt zich soms via het bloed. Er kunnen dan uitzaaiingen ontstaan in de longen, de lever, de botten of de hersenen.

Bij uitzaaiingen buiten de buik is de ziekte meestal niet meer te genezen. Je kunt wel behandelingen krijgen die je klachten verminderen en de ziekte remmen. Bijvoorbeeld chemotherapie of doelgerichte therapie.

Lees verder over de behandeling van uitgezaaide eierstokkanker.

Prognose bij uitzaaiingen van eierstokkanker

Bij uitzaaiingen buiten de buik is de prognose niet gunstig. Vijf jaar na de diagnose is gemiddeld nog 5 van de 100 vrouwen in leven. De vooruitzichten hangen af van de soort uitzaaiingen. Je arts geeft je hier uitleg over.

Bekijk de overlevingscijfers voor eierstokkanker.

Bij uitzaaiingen in andere organen begint vaak de palliatieve fase. Hoelang deze fase duurt, verschilt per persoon. Naast de palliatieve behandelingen kun je ook palliatieve zorg krijgen.

Palliatieve zorg helpt mee aan een goede kwaliteit van leven en bij een goede afronding van het leven. Ook je dierbaren kunnen van deze zorg gebruik maken.