Vocht uit de buikholte afvoeren: ascitespunctie of ascitesdrain
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBij vochtophoping in de buik (ascites) kun je een punctie krijgen om het vocht uit je buik te halen. Als puncties niet meer helpen, kan je arts een permanente drain aanleggen.
Lees op deze pagina over:
- Vochtophoping in de buik: ascites
- Punctie van het buikvocht: ascitespunctie
- Hoe gaat een punctie van het buikvocht?
- Drain tegen de ascites
Vochtophoping in de buik: ascites
Als je uitzaaiingen in de buikholte hebt, kun je last krijgen van vochtophoping in je buik. Dit heet ascites. Je buik kan dan opzwellen en pijn doen. Ook heb je een vol gevoel.
Punctie van het buikvocht: ascitespunctie
Als de puncties niet meer helpen, dan kan je arts een permanente drain aanleggen.
Hoe gaat een punctie van het buikvocht?
Bij een ascitespunctie prikt de arts in de buikholte met een dunne holle naald. Aan de naald zit een dun slangetje. Via dat slangetje kan het vocht afvloeien in een opvangzak.
Het prikken kan pijnlijk zijn. Maar een extra prik om de huid te verdoven doet ook pijn. Daarom gebeurt de punctie zonder verdoving.
Soms krijg je eerst een echografie zodat de arts precies weet waar hij of zij moet prikken.
Drain tegen de ascites
Als de ziekte erger wordt, heb je steeds vaker een ascitespunctie nodig. Is dit vaker dan één keer in de 1 tot 2 weken, dan kan de arts een slangetje in je buik plaatsen. Dit heet een drain. Hiermee kun je thuis het vocht uit de buikholte laten lopen. De wijkverpleegkundige komt je daarbij helpen.
Het plaatsen van een drain gebeurt op de afdeling radiologie. Eerst krijg je een echografie om te bepalen waar de arts de drain moet plaatsen.
Daarna verdooft de arts een plekje op de huid van je buik. Hij of zij maakt een klein sneetje in de buik. Via dat sneetje brengt de arts een slangetje in de buikholte. Aan de drain komt een zak te hangen. Het vocht loopt door het slangetje in de zak.