Poortkatheter of PICC-lijn bij chemotherapie via een infuus
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonKrijg je chemotherapie via een infuus? Dan stelt de arts soms voor om een katheter te plaatsen. Elke keer een ader aanprikken is dan niet nodig. Lees hier hoe zo’n katheter werkt.
Lees op deze pagina verder over:
- Een katheter als hulpmiddel
- Katheter waarvan een deel buiten het lichaam ligt (PICC-lijn)
- Kleine kans op complicaties
- Katheter die helemaal in je lichaam zit (poortkatheter)
- Schoonhouden van de katheter
Bij chemotherapie via een infuus prikt de verpleegkundige een ader aan. De chemotherapie komt dan vanuit een infuuszakje via een ader in je bloed.
Een katheter als hulpmiddel
Meestal krijg je meerdere keren chemotherapie via een infuus. Dan is het nodig om verschillende keren een bloedvat aan te prikken. Dat aanprikken kan steeds moeilijker worden. De aangeprikte bloedvaten kunnen door de chemotherapie ook gaan ontsteken.
Om dit soort problemen te voorkomen, kan de arts een hulpmiddel adviseren: een centraal veneuze katheter. Dit is een flexibele slang die aan de ene kant in een groot bloedvat zit en waar aan de andere kant een plek is om het infuus in te steken. Een ader aanprikken is dan niet meer nodig: het infuus wordt aangesloten op de katheter.
Er zijn 2 soorten katheters mogelijk:
De arts of verpleegkundige bespreekt met je welke katheter je krijgt. Dit hangt af van de soort chemotherapie, het aantal chemokuren dat je krijgt en van je eigen wensen en voorkeuren.
Katheter waarvan een deel buiten het lichaam ligt (PICC-lijn)
Een katheter met een deel buiten het lichaam wordt vaak op afdeling radiologie geplaatst. Dit gebeurt met lokale verdoving.
De arts plaatst deze katheter meestal in een bloedvat onder je sleutelbeen. Soms is de hals of arm een betere plek. Zit de katheter in je arm, dan heet het een PICC-lijn.
Een deel van de katheter blijft buiten het lichaam. De verpleegkundige kan dit deel aansluiten op een infuus. Hierdoor is het niet nodig om door de huid te prikken. Zo komen medicijnen direct in de bloedbaan. Ook bloedafname is op deze manier mogelijk.
Nadat de PICC-lijn is ingebracht, krijg je leefregels mee voor thuis.
Kleine kans op complicaties
Meestal geeft een PICC-lijn geen problemen, maar soms kunnen complicaties ontstaan.
Vlak na de behandeling is er kans op:
- bloedverlies bij de insteekplaats
- bloeduitstorting
- pijn bij de insteekplaats
- ontsteking van de ader
Op langere termijn komen deze complicaties soms voor:
- een ontsteking bij de insteekplaats van de katheter
- een infectie in de bloedbaan doordat er bacteriën via de katheter in de bloedbaan zijn gekomen
- trombose van de bloedvaten in de arm waar de PICC-lijn zit
Katheter die helemaal in je lichaam zit (poortkatheter)
Een katheter die in je lichaam zit heet een poortkatheter. Vaak is een kleine operatieve ingreep nodig om de katheter te plaatsen. Je krijgt hiervoor een plaatselijke verdoving of een roesje. Bij een roesje raak je heel ontspannen of val je in een lichte slaap.
Een poortkatheter bestaat uit 2 delen: een buigzaam slangetje en een plat, rond kastje. Het kastje heeft een doorsnede van 1,5 centimeter en is gemaakt van kunststof, titanium of roestvrij staal. Het slangetje zit aan het kastje. Het slangetje en het kastje heten samen de infuuspoort.
Het slangetje en het kastje komen onder je huid te zitten, in het bovenste deel van je borstkas of in je arm.
Onder de huid heeft de infuuspoort een siliconenmembraan. Dit is een soort rubberen laagje. Dit membraan is eenvoudig door de huid aan te prikken. Zo komen de medicijnen direct in de bloedbaan. Ook bloedafname is op deze manier mogelijk.
De infuuspoort blijft onder de huid zitten zolang dit voor de behandeling nodig is. Soms blijft de infuuspoort voor altijd zitten. De arts bespreekt dit met je.