Operatie bij laat stadium eierstokkanker: debulkingoperatie
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonIs de kanker bij de diagnose in een laat stadium (2B of hoger)? Dan krijg je een operatie en chemotherapie. Tijdens de operatie verwijdert de arts al het zichtbare tumorweefsel.
Lees op deze pagina over:
Video: debulking operatie bij eierstokkanker
Kijkoperatie voorafgaand aan de operatie
Bij uitzaaiingen in de buikholte (vanaf stadium 2C) krijg je eerst een kijkoperatie. Daarmee beoordeelt de arts hoe uitgebreid de tumor is.
Is de tumor te uitgebreid om weg te halen, dan adviseert de arts eerst chemotherapie om de tumor kleiner te maken. Als dat lukt, kan alsnog een operatie volgen.
Is (bijna) de hele tumor weg te halen, dan krijg je geen chemotherapie voor de operatie. De volgende stap in de behandeling is dan een debulkingoperatie. Hieronder lees je hoe deze operatie gaat.
Hoe gaat een debulkingoperatie?
Een debulkingoperatie is een grote, ingrijpende operatie. De arts haalt zo veel mogelijk zichtbare tumoren uit de buik weg. ‘Bulk’ betekent hier: het grootste deel van de tumoren.
Voor deze operatie ga je onder narcose. Vaak krijg je ook een ruggenprik met een pijnstillend middel.
De operatie gebeurt via een snee in je buik. De snee loopt meestal van het borstbeen tot aan het schaambeen. De arts verwijdert:
- de eierstokken en de eileiders
- de baarmoeder
- het grote inwendige vetschort: de buikvliesplooi die vastzit aan de maag en over de darmen hangt, zie de afbeelding hieronder.
- uitzaaiingen van eierstokkanker
Soms is het nodig om meer weefsel of organen te verwijderen, als de tumor hierin is doorgegroeid, of wanneer er uitzaaiingen zijn. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om:
- de lymfeklieren in het bekken en langs de grote lichaamsslagader (aorta)
- een deel van de darmen. Soms moet de arts dan een tijdelijk of blijvend darmstoma aanleggen.
- andere organen zoals de milt, lever, maag of blaas of een deel ervan. Dit komt zelden voor.
- delen van het buikvlies, vooral bij het middenrif
Soms chemotherapie voor de operatie: intervaldebulking
Soms is de ziekte te uitgebreid om goed genoeg te kunnen verwijderen bij een operatie. Dan kun je vóór de operatie chemotherapie krijgen om de hoeveelheid tumor kleiner te maken. Zo’n operatie na chemotherapie heet een intervaldebulking.
Intervaldebulking is ook een goede mogelijkheid als je conditie niet goed genoeg is voor een grote debulkingsoperatie. Als de tumor goed reageert op de chemotherapie heb je enkele weken de tijd om in een betere conditie te komen voor de operatie.
Aan het eind van de operatie kun je soms nog een buikspoeling krijgen met verwarmde chemotherapie: HIPEC.
Altijd chemotherapie na de operatie
Na een debulkingoperatie krijg je 6 kuren chemotherapie om achtergebleven kankercellen te vernietigen. Dit maakt de kans kleiner dat de kanker terugkomt.
Soms krijg je tijdens de chemokuren ook nog chemotherapie via een slangetje in de buikholte: intraperitoneale chemotherapie.
Na intervaldebulking krijg je nog 3 kuren chemotherapie om de resterende kankercellen te vernietigen.
Lees verder over chemotherapie bij eierstokkanker.
Complete of incomplete debulking
Een operatie waarbij de arts al het zichtbare tumorweefsel kan verwijderen heet een complete debulking. Bij een complete debulking heb je de beste kans op genezing.
Een operatie waarbij de arts niet al het zichtbare tumorweefsel kan verwijderen heet een incomplete debulking.
Blijven er resten achter met een doorsnede kleiner dan 1 cm, dan is het een optimale debulking.
Soms moet de arts grotere resten achterlaten. Dat heet incomplete debulking. Vaak zit de kanker dan in een groot deel van de darmen, of bijvoorbeeld in de alvleesklier of de lever. Na incomplete debulking is er ook nog kans op genezing, maar de kans is wel kleiner.
Complicatie en gevolgen van de operatie
Mogelijke complicaties van de operatie zijn:
- ontsteking van de wond
- trombose: verstopping in de bloedvaten
- longontsteking
- nabloeding
- blaasontsteking
- schade aan de organen waaraan is geopereerd, bijvoorbeeld de darmen, de maag of de blaas
De operatie kan ook gevolgen hebben op de lange termijn. Welke gevolgen dat zijn, hangt af van hoe uitgebreid de operatie is.
Je kunt met deze gevolgen te maken krijgen:
Lymfoedeem
Wanneer de arts lymfeklieren moet weghalen, kun je last krijgen van lymfoedeem. Er ontstaat dan te veel vocht in je benen of onderbuik. Lees verder over lymfoedeem en hoe je daarmee om kunt gaan.
Darmstoma
Mogelijk heb je tijdens de operatie een stoma gekregen. Soms is dat tijdelijk, zodat je darmen zich kunnen herstellen. Na een paar maanden kun je dan weer zonder stoma verder. Maar een stoma kan ook blijvend zijn.
Overgangsklachten
Bij de operatie haalt de arts je eierstokken weg. Was je nog niet in de overgang, dan kom je vervroegd in de overgang.
Sommige vrouwen krijgen door de behandeling heftige klachten die bij de overgang horen, terwijl ze de overgang al achter de rug hebben.
Onvruchtbaar
Omdat je na de operatie geen eierstokken meer hebt, ben je niet meer vruchtbaar.