Chemotherapie bij eierstokkanker
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonBij uitzaaiingen van eierstokkanker is chemotherapie een belangrijk onderdeel van de behandeling. Meestal krijg je de chemotherapie na de operatie. Soms ook ervoor. De arts bespreekt met je wat in jouw situatie de beste behandelvolgorde is en waarom.
Lees op deze pagina over:
- Hoe werkt chemotherapie?
- Chemotherapie na het verwijderen van alleen de eierstokken
- Chemotherapie na een debulkingoperatie
- Chemotherapie bij interval-debulking
- Chemotherapie in de buikholte na een eerste debulkingoperatie (intraperiteonale chemotherapie)
- HIPEC-behandeling aan het einde van de operatie
- Chemotherapie bij teruggekeerde eierstokkanker
- Bijwerkingen van chemotherapie bij eierstokkanker
Hoe werkt chemotherapie?
Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door je lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen de kankercellen bereiken.
Chemotherapie doodt helaas ook gezonde cellen. Daardoor krijg je waarschijnlijk last van bijwerkingen.
Behandeling met chemotherapie is in de vorm van een kuur. Je krijgt een periode medicijnen en een periode niet. Vaak bestaat de behandeling uit een reeks chemokuren.
Chemotherapie na het verwijderen van alleen de eierstokken
Soms is chemotherapie niet nodig als alleen je eierstokken verwijderd zijn. Maar als je een agressieve tumor hebt, adviseert de arts vaak wel chemotherapie. Meestal gaat het om 4 tot 6 kuren. De chemotherapie maakt de kans kleiner dat de ziekte terugkomt.
Chemotherapie na een debulkingoperatie
Na een buikoperatie voor uitgezaaide eierstokkanker (debulkingoperatie) krijg je altijd chemotherapie. Dit maakt de kans kleiner dat de kanker terugkomt.
Meestal krijg je 6 kuren. De chemokuur bestaat uit een combinatie van 2 medicijnen: carboplatine en paclitaxel. Je krijgt deze medicijnen via een infuus in een bloedvat in je arm. Tussen elke kuur zit een periode van 3 weken waarin je geen medicijnen krijgt.
Chemotherapie bij interval-debulking
Denkt de arts dat het lastig is om de tumor en uitzaaiingen in de buik goed te verwijderen bij de operatie? Dan kan de arts voorstellen om de behandeling te starten met chemotherapie. Door de chemotherapie kunnen de tumor en uitzaaiingen gaan krimpen. Het kan dan makkelijker zijn om ze bij de operatie helemaal weg te halen.
3 kuren voor de operatie
Voor de operatie krijg je meestal 3 chemokuren. Daarna krijg je een scan. Daarop kan de arts zien of de tumor kleiner wordt. De reactie van de tumor op chemotherapie heet de respons. Bij een goede respons of een gedeeltelijke respons kun je een operatie krijgen.
Sommige soorten eierstokkanker reageren niet op de chemotherapie. Dan krijg je andere chemotherapie en wordt de operatie uitgesteld. Bij goede respons of een gedeeltelijke respons op de chemotherapie kan dan alsnog een operatie volgen.
3 kuren na de operatie
Na de operatie krijg je meestal ook weer 3 kuren.
Chemotherapie in de buikholte na een eerste debulkingoperatie
Sommige vrouwen krijgen chemotherapie via een infuus in de arm na een debulkingoperatie. En daarbij krijgen ze ook nog chemotherapie rechtstreeks in de buikholte. De medische naam voor chemotherapie in de buikholte is intraperitoneale chemotherapie. Lees hoe chemotherapie in de buikholte gaat.
HIPEC-behandeling aan het einde van de operatie
Bij uitzaaiingen in de buikholte is soms een HIPEC-behandeling mogelijk aan het einde van de intervaldebulkingsoperatie. De arts spoelt de buikholte met een warme vloeistof waar een hoge dosis chemotherapie in zit. Het doel is om onzichtbare kankercellen in de buikholte te vernietigen. Lees verder over de HIPEC-behandeling.
HIPEC en intraperitoneale chemotherapie. Wat is het verschil?
- HIPEC is een behandeling tijdens de operatie. HIPEC is eenmalig.
- Intraperitoneale chemotherapie (IP) is een aanvullende behandeling na de operatie, in combinatie met chemotherapie via een infuus. IP is niet eenmalig, maar duurt 6 keer.
Chemotherapie bij teruggekeerde eierstokkanker
Komt de ziekte terug, dan kun je opnieuw een behandeling met chemotherapie krijgen. De keuze van de chemotherapie hangt van een aantal factoren af. De belangrijkste factor is het interval tot de vorige chemotherapie.
Voorbeelden van chemokuren die je kunt krijgen:
- alleen carboplatine
- carboplatine met paclitaxel
- carboplatine met gemcitabine
- carboplatine met doxorubicine
- wekelijks paclitaxel
- doxorubicine
Ook is een combinatie mogelijk met doelgerichte medicijnen zoals bevacizumab of PARP remmers.
De arts bespreekt met je welke chemokuur het meest geschikt is in jouw situatie.
Bij sommige vrouwen kan chemotherapie de ziekte helemaal terugdringen. Bij de meeste vrouwen helpt chemotherapie niet voldoende om genezing te bereiken.
Bijwerkingen van chemotherapie bij eierstokkanker
Chemotherapie kan bijwerkingen geven. Of en hoeveel last je krijgt van de bijwerkingen, hangt onder meer af van het soort en de hoeveelheid medicijnen die je krijgt.
Je kunt last hebben van:
- Een allergische reactie. Je krijgt dan bijvoorbeeld klachten zoals huiduitslag, jeuk of kuchen.
- Neuropathie: tintelingen en doof gevoel in de vingers en/of tenen. Dit kan zich uitbreiden naar de armen en benen.
- Verminderde aanmaak van rode bloedcellen. Hierdoor kun je last krijgen van bloedarmoede.
- Verminderde aanmaak van witte bloedcellen. Hierdoor heb je meer kans op infecties.
- Verminderde aanmaak van bloedplaatjes. Hierdoor kun je langer bloedverlies hebben.
- Diarree.
- Grieperig gevoel, spierpijn.
- Haaruitval.
- Problemen met je lever, waardoor je erg moe kan worden of geelzucht krijgt.
- Misselijkheid en overgeven.
- Problemen met je nieren, waardoor je last kunt krijgen van een droge mond, droge huid en moeilijk plassen.
- Oorsuizen.
- Pijn aan je mond en lippen.
- Vermoeidheid.
Ben je klaar met de chemokuur, dan worden de bijwerkingen meestal minder. Maar je kunt na de behandeling nog lang last houden van de gevolgen.
Chemotherapie, bijwerkingen en tips
Gevolgen van chemotherapie op lange termijn
Chemotherapie kan ook bijwerkingen hebben op de lange termijn, zoals:
- neuropathie
- vermoeidheid
- minder goed geheugen