Bestraling bij strottenhoofdkanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Bestraling is een veelgebruikte behandeling bij strottenhoofdkanker. Hieronder lees je meer over:

Wanneer bestraling bij strottenhoofdkanker?

Er zijn meerdere momenten waarop je bestraald kunt worden. 

Als enige behandeling

Je kunt bestraling krijgen als enige behandeling, als de tumor nog klein is. Door bestraling van het strottenhoofd kan het geluid van je stem veranderen.

Na de operatie

Bestraling wordt ook gegeven als aanvullende behandeling na de operatie. Dit is nodig als tijdens of na de operatie blijkt dat de chirurg de tumor niet helemaal of zeer krap heeft kunnen verwijderen. Of bijvoorbeeld omdat er uitzaaiingen zijn in meerdere lymfeklieren in de hals.

Bestraling als enige behandeling en na de operatie zijn bedoeld om genezing te bereiken. De bestraling duurt 5 tot 7 weken. In die periode krijg je 5 keer per week of vaker bestraling, een aantal minuten per keer. Bestraling gebeurt op de polikliniek (opname in het ziekenhuis is niet nodig).

Als palliatieve behandeling

De arts kan ook bestraling adviseren als genezing niet meer mogelijk is. Dit heet een palliatieve bestraling. Deze behandeling heeft als doel de klachten van de tumor zoveel mogelijk te verminderen of te voorkomen.

Bestraling kan ervoor zorgen dat de pijn minder wordt. Ook kunnen kortademigheid en problemen met het doorslikken van voedsel minder worden. Bij palliatieve bestraling zijn er meestal minder bestralingen nodig dan in de genezende behandeling. De bijwerkingen zijn daardoor minder hevig.

Hoe werkt bestraling?

Bestraling is de behandeling van kanker met straling. Het doel is kankercellen te vernietigen en tegelijk gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen. De bestraling gebeurt plaatselijk: alleen op het deel van je lichaam van de tumor of uitzaaiingen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie. 

De straling komt uit een bestralingstoestel. De straling gaat van buitenaf door je huid heen. De radiotherapeut bepaalt nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar je wordt bestraald.  

Bestraling bij kanker

Deze video laat zien hoe uitwendige bestraling in zijn werk gaat.

Protonentherapie bij strottenhoofdkanker

Stelt de arts bestraling voor om te genezen van strottenhoofdkanker? Dan is soms ook protonentherapie mogelijk.

Bij protonentherapie gebruikt de arts een speciaal soort straling met protonen. Een proton is een heel klein natuurkundig deeltje dat straling afgeeft. De straling maakt de kankercellen kapot.

Met protonentherapie komt er mogelijk minder straling op de gezonde weefsels rondom de tumor. Daarom is de kans op bijwerkingen na protonentherapie kleiner dan bij de ‘gewone’ uitwendige bestraling. Die bestraling is met fotonen.

Kom ik in aanmerking voor protonentherapie?

Of je met protonentherapie minder kans hebt op bijwerkingen van de bestraling, verschilt per persoon. Het heeft vooral te maken met:

  • de vorm en grootte van de tumor
  • welk deel van het strottenhoofd bestraling moet krijgen
  • hoeveel bestraling er op het gezonde weefsel komt

Om dit te bepalen, maakt de arts een planningsvergelijking. Hiermee vergelijkt de arts het bestralingsplan van de protonentherapie met het bestralingsplan van de bestraling met fotonen. Zo kan de arts nagaan of protonentherapie bij jou minder schade geeft aan de gezonde weefsels om de tumor heen.

Het voordeel van protonentherapie in vergelijking met de fotonenbestraling moet groot genoeg zijn. Dat staat zo aangegeven in de landelijke richtlijn. Als dat zo is, kom je in aanmerking voor een behandeling met protonentherapie.

Bestralingsmasker

De bestraling moet heel nauwkeurig gebeuren. Het is daarom belangrijk dat je je hoofd niet beweegt tijdens de bestraling. En dat je hoofd of hals elke keer in dezelfde houding ligt. Omdat dit niet makkelijk is, wordt er voor je een masker op maat gemaakt. Dit is een kunststof afdruk van je hoofd of hals. 

De laborant legt het masker vlak voor de bestraling over je gezicht en hals en maakt het masker vast aan de bestralingstafel. De mond en neus blijven vrij. Zo kun je normaal ademhalen. 

Op het masker maakt de radiotherapeut markeringen van de plek waar je bestraald wordt. Zo krijg je elke keer bestraling op precies dezelfde plek, en krijg je geen inktstrepen op je gezicht of hals.

Gebit

Ligt je gebit in het gebied dat bestraald wordt? Voordat de bestraling begint, zal een tandarts je gebit controleren op ontstekingen. Ontstekingen moeten eerst worden behandeld. Ze kunnen tijdens en na de bestraling problemen geven.

Er wordt een röntgenfoto van tanden en kaken gemaakt. Dit is meestal al na het eerste polikliniekbezoek bij de KNO-arts voor je geregeld. Ook als je een gebitsprothese hebt, wordt er een foto gemaakt van de kaken. Zo kan de arts eventuele resten van tandwortels en verborgen ontstekingen opsporen. 

De tandarts van het ziekenhuis doet de gebitscontrole. Hij of zij bekijkt of behandeling nodig is. Vaak schakelt de tandarts ook een kaakchirurg en/of mondhygiënist in. De mondhygiënist reinigt je gebit goed voor de bestraling. Ook kan hij of zij je tips geven voor een goede mondverzorging. 

Bestraling kan het gebit en het mondslijm beschadigen. Dit komt doordat straling de productie en de samenstelling van het speeksel verandert. De beschermende werking van het speeksel wordt daardoor minder. Om het gebit te beschermen tegen tandbederf, neemt de tandarts afdrukken van je gebit. Hiermee maakt de tandarts speciale fluoridebitjes. Met deze bitjes geef je jezelf voor, tijdens en na de bestraling regelmatig een fluoridebehandeling. 

Na de bestraling blijf je onder controle van een mondhygiënist. Zo blijft je gebit in een zo goed mogelijke conditie. Vaak zal de fluoridebehandeling met de bitjes lang na de behandeling nodig blijven.

Moet je later een tand of kies laten trekken? Vertel dan aan je tandarts of kaakchirurg dat je bestraald bent. Na een bestraling heb je een grotere kans op een ontsteking van de kaak. Samen met de tandarts of kaakchirurg kun je hierop letten.

Controles tijdens de bestraling

Tijdens de bestraling krijg je wekelijks een controle van de radiotherapeut. Ook zijn andere zorgverleners vaak bij de controles betrokken, zoals een mondhygiënist en diëtist. Bijwerkingen van de bestralingsbehandeling kunnen zwaar zijn. Daarom is hier veel aandacht voor.

Op de bestralingsafdeling krijg je adviezen om zo min mogelijk last van de bijwerkingen te hebben. Na enkele weken tot maanden verdwijnen de meeste klachten. Bij ernstige en langdurige klachten na bestraling kom je mogelijk in aanmerking voor een behandeling met hyperbare zuurstoftherapie.

Bijwerkingen van bestraling bij strottenhoofdkanker

Door de bestraling kun je last hebben van bijwerkingen. Het verschilt per persoon van welke bijwerkingen iemand last heeft en in welke mate. Het hangt vooral af van hoeveel weefsel is bestraald en hoeveel straling gebruikt is.

Moeilijker eten, slikken en praten

Bestraling maakt slijmvliezen droger. Ook wordt het speeksel minder en taaier. Hierdoor wordt het eten, slikken en praten moeilijker. Lees verder over voeding tijdens en na de behandeling.

Het slijmvlies kan ook stuk gaan tijdens de bestraling, waardoor slikken pijnlijk is. Ook kan tijdens het eten een branderig gevoel in de mond ontstaan. Medicijnen kunnen helpen tegen de pijn. Het beste kun je geen scherpe etenswaren en dranken nemen.

Sommige mensen krijgen last van slijm in de keel. Hierdoor kan het voedsel blijven hangen, met kokhalzen als gevolg. Het kan helpen om regelmatig slokjes water te drinken. Ook helpt het om te spoelen met een speciale mondkeel-spoeling.

Problemen met de huid

De huid in de hals kan door de bestraling rood en schilferig worden. Soms kan de huid ook stuk gaan. Je krijgt begeleiding en adviezen om je huid zo goed mogelijk te verzorgen.

Een paar weken na afloop van de bestraling gaat de huid vanzelf genezen.

Verslikken

In de periode dat je bestraling krijgt, kun je je makkelijker verslikken. (Dit geldt alleen voor mensen die geen operatie hebben gehad en waarvan het strottenhoofd nog intact is.)

Bij verslikken komt eten in de luchtpijp. Dit kan een longontsteking veroorzaken.

Verslik je je tijdens de bestraling regelmatig, geef dit dan aan bij de arts. Een logopedist kan je hierbij helpen.

Veranderde smaak

Je smaak kan anders worden of zelfs verdwijnen. Meestal komt de smaak weer terug.

Ook kun je een tijd last hebben van een vieze smaak in de mond.

Sneller gaatjes in de tanden

Door veranderingen in het speeksel kun je sneller gaatjes in je tanden krijgen. Speeksel beschermt namelijk tegen gaatjes.

De tandarts of mondhygiënist kan adviseren hoe je dit zo veel mogelijk kunt voorkomen. Lees verder over mondverzorging bij het tracheostoma.

Lymfoedeem

Bestraling kan de lymfeklieren in de hals beschadigen. Hierdoor wordt lymfevocht minder goed afgevoerd. Het lichaam heet dan vocht vast. Dit heet lymfoedeem.

Colofon

Met medewerking van:

Dr. Gyuri  Halmos

Dr. Gyuri Halmos

Keel-neus-oorarts, hoofd-halsoncoloog, UMCG

LinkedIn

illustratie-arts-man

Dr. Tim Dijkema

Radiotherapeut-oncoloog, Radboudumc

Foto Lisette Draaijer

Lisette Draaijer

Physician assistant, Radboudumc

Linkedin

Illustratie mensen

Mensen die strottenhoofdkanker hebben (gehad)

Logo NWHHT

Nederlandse Werkgroep Hoofd-Hals Tumoren

Logo PV Hoofd-hals

Patiëntenvereniging HOOFD-HALS

illustratie-arts-man

Prof. dr. Chris Terhaard

Radiotherapeut-oncoloog, UMC Utrecht

illustratie-arts-man

Dr. Mischa de Ridder

Radiotherapeut-oncoloog, LUMC

illustratie-arts-man

Drs. Nils Knotter

Radiotherapeut-oncoloog, Radiotherapeutisch Instituut Friesland

illustratie-arts-vrouw

Dr. Olga Hamming-Vrieze

Radiotherapeut-oncoloog, Antoni van Leeuwenhoek

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: januari 2019