Onderzoeken bij strottenhoofdkanker

Meestal is er niets aan de hand als je last hebt van symptomen die bij strottenhoofdkanker kunnen horen. De klachten hebben vaak een andere oorzaak dan een tumor.

Naar de huisarts

Heb je langer dan 3 weken last van deze klachten, ga dan naar de huisarts. Hij of zij bekijkt de mondholte en keel. De huisarts kan een recept voor antibiotica geven en nog andere tips en adviezen.

Verwijzing naar de KNO-arts

Heb je na 3 weken nog steeds klachten? Ga dan terug naar de huisarts. Je kunt dan een verwijzing voor een keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) krijgen, als de huisarts dit noodzakelijk acht. De KNO-arts doet uitgebreider onderzoek en kan vaak beter bepalen wat de oorzaak van de klachten is.

Algemeen KNO-onderzoek

De KNO-arts doet eerst een algemeen KNO-onderzoek. De arts bekijkt dan de oren, neus, mond, keel en hals. Dit gebeurt met verschillende instrumenten, zoals een microscoop, hoofdlamp, spiegeltje of tongspatel.

Laryngoscopie

Daarna kun je een laryngoscopie krijgen. Dit is een onderzoek met een dunne slang door de neus waarmee de KNO-arts het hele strottenhoofd kan bekijken. Dit is niet pijnlijk en kan meestal zonder verdoving.

Stroboscopie

Soms krijg je een stroboscopie. Dit is een onderzoek met lichtflitsen op de stembanden. Hiervoor krijg je een slang of buis in de mond. Zo kan de KNO-arts beoordelen hoever de tumor is ingegroeid in de stembanden.

Vervolgonderzoek

Vindt de KNO-arts een mogelijk kwaadaardige tumor, dan is meestal verder onderzoek nodig. Het vervolgonderzoek brengt in kaart:

• of de tumor kwaadaardig is (door biopt)
• hoe groot de tumor is
• of de tumor is ingegroeid in het strottenhoofd
• of er uitzaaiingen zijn.
• of er andere tumoren in het lichaam zijn
• de algemene toestand en eventuele andere ziektes

Zo kan de KNO-arts bepalen welke behandeling het meest geschikt is.

Je kunt een aantal van de volgende onderzoeken krijgen:

• Een CT-scan en/of MRI-scan om de uitgebreidheid van de tumor te bepalen.
• Met een echografie met eventuele punctie van de halsklieren wordt gekeken of er uitzaaiingen in deze lymfeklieren zijn.
• Een PET-scan om uitzaaiingen of andere tumoren in de lymfeklieren en in andere organen in kaart te brengen.
• Op een CT-scan van de longen kan de arts zien of er uitzaaiingen in de longen zijn.